CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2018
|
Mijn eerste kennismaking met de Schotse percussionist Colin Currie (1976) was in april 2010, in studio 1 van het Muziekcentrum van de Omroep in Hilversum. De aanleiding: de opname van 'Veni, Veni Emmanuel' het werk van een andere Schot: James MacMillan, voor uitgebreid slagwerk (met Currie als solopercussionist) en orkest (de helaas wegbezuinigde Radio Kamer Filharmonie). Het was een verbijsterende ervaring om Currie aan het werk te zien (en te horen!) in een stuk dat alleen al aan het bespelen van het enorm gevarieerde slagwerk exorbitante eisen stelde. Het pakte mede uit als een voortdurende draafpartij, waarbij de hijgende slagwerker van het ene naar het andere, zo op het oog willekeurig in het orkest verspreid staande slagwerkinstrument moest hollen. Ik zag een marimba, mark-tree, houten blokken, buisklokken, koeienbellen, gongs, tamtams, conga's, bekkens en de meest uiteenlopende soorten drums. Currie slaagde er niet alleen in om deze percussieve extravaganza tot in detail te beheersen, maar er ook de meest complexe ritmische patronen aan te ontlokken. En dat bovendien, in een soms oorverdovend tumult, zonder oorbeschermers. Het leek mij om er knettergek van te worden, maar niet Currie die voor de talloze metrische modulaties en voortdurende maatwisselingen zijn hand letterlijk niet omdraaide. Het was duidelijk: Currie bewees zich ook in Hilversum als een groot musicus. Zo staat hij ook bekend: 'The world's finest and most daring percussionist', aldus The Spectator. Dat is geen woord teveel gezegd.
Dan is er de Colin Currie Group, door zijn naamgever in 2006 opgericht, een merendeels uit slagwerkvirtuozen bestaand ensemble (piano en piccolo maken er eveneens deel van uit) dat zich heeft toegelegd op de muziek van de Amerikaanse componist Steve Reich (1936). Vorig jaar zomer was de minimalist Reich nog te gast bij het Dekmantel Festival in Den Haag, waar de toen 80-jarige al klappend van de partij was in zijn 'Clapping Music'. Maar een 'eitje', vergeleken met 'Drumming', een werk dat bijna een uur in beslag neemt. Er zijn vier delen: I: Four pairs of tuned drums (4 musici); II: Three marimbas, vocals (11 musici); III: Three glockenspiels, whistling, piccolo (6 musici); IV: Four pairs of tuned drums, three marimbas, three glockenspiels, vocals, piccolo (12 musici). 'Drumming' (1971) laat zich niet gemakkelijk omschrijven. Currie probeerde er een passende samenvatting van te geven: 'A central pillar of his [Reichs'] substantial output, the work is a thrillingly unclassifiable musical colossus, presenting robustly avant-garde attributes and positively teeming with energy. To date, it remains the longest work'. Wat mij betreft is hier het kernbegrip 'unclassifiable', want het stuk valt niet adequaat te karakteriseren. Het enige dat duidelijk wordt is dat twaalf noten het basispatroon ervan vormen. Echter, dit is nog niet eens een tiende van het gehele verhaal, want er zijn ook allerlei ritmische patronen aan te wijzen die zowel dwars door elkaar heen lopen als sterk met elkaar contrasteren, terwijl ze ook nog eens worden versneld of vertraagd. Daaruit ontstaan dan weer nieuwe patronen; en zo verder. Het is het schoolvoorbeeld van compositorische gelaagdheid, met het rijke contrapunt dat daarbijhoort. Wie dit voor de eerste keer meemaakt zal zich soms ongetwijfeld achter de oren krabben, maar de algehele indruk van het stuk is overweldigend. Wie over (zeer!) goede weergaveapparatuur beschikt zal in auditief opzicht bovendien de heel aparte klankschoonheid van zowel het gevarieerde slagwerk als in combinatie met de 'vocals' ervaren. Dit is ook echt muziek voor elektrostatische weergevers, met de sterke impulsen, percussieve kleurwaaiers en transparante doorkijkjes. Ik vermoed dat de uiterst kritische Currie dicht bij zowel het opname- als montageproces heeft gestaan, want het resultaat is ernaar. Dat deze uitvoering een hoge mate van authenticiteit in zich heeft ligt voor de hand: Reich en Currie kennen elkaar immers al jaren, met de slagwerker als een van de belangrijkste pleitbezorgers van het werk van deze excentrieke toondichter. Currie draagt hem op handen en dat is tevens wederzijds.
index |
|