CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2013

 

   

Ravel: Sonatine - Gaspard de la nuit - Menuet antique - Le tombeau de Couperin

Paolo Giacometti (Érard 1888 en Steinway)

Channel Classics CCS SA 31612 • 68' + 67' • (2 sacd's)

Opname: september 2010, Doopsgezinde Kerk, Deventer (Érard);
september 2011, Westvest, Schiedam (Steinway)

 

 


De Russische pianist Alexei Lubimov ging op zoek naar de verloren klank (klik hier voor de recensie), terwijl zijn Italiaanse collega Paolo Giacometti zich vooral bezighield met de vraag of hij moest kiezen voor een authentieke danwel een moderne vleugel. Hij koos ze ditmaal allebei!

Lubimov - met zijn muzikale partner Zuev - ging het niet om echt authentieke vleugels uit de tijd van - in dit geval - Debussy, maar om de riante variëteit aan klankkleuren die in diens pianomuziek besloten ligt en die zij met behulp van die twee oude vleugels tot op het bot wilden exploreren. Voor Giacometti gold grosso modo hetzelfde, met - het klinkt voorspelbaar - dezelfde uitkomst, op een authentiek instrument dat - ik citeer Giacometti - een nieuwe wereld aan klanken en expressieve mogelijkheden openbaarde. De inspiratie en de ervaringen die daaruit oprezen nam Giacometti mee naar de hedendaagse concertvleugel (hoewel dit instrument sinds het einde van de negentiende eeuw feitelijk hetzelfde is gebleven), zoals deze in zijn (en inmiddels mijn) oren prachtig klinkende Steinway. Het gevolg van deze ontdekkingstocht was een expressieve en interpretatieve kruisbestuiving, die in deze beide sacd's zijn bijzonder overtuigende weerslag vindt. Om gelijk een mogelijk misverstand al bij voorbaat weg te nemen: dit is iets anders dan de historiserende uitvoeringspraktijk als uitgangspunt voor de vertolking te nemen.

De vergelijking tussen de Érard en de Steinway is in elk geval interessant omdat Ravel thuis op een Érard placht te componeren en tijdens tournees met regelmaat op een Steinway concerteerde. Hij moet de grote en kleine verschillen qua klankkarakter en speltechniek tussen de beide instrumenten goed hebben gekend. Wat het essentiële verschil tussen de beide vleugels betreft, raakt Giacometti de kern: de parallel gespannen snaren en het merendeels houten frame van de Érard versus de kruisvormig gespannen snaren op een stalen frame van de Steinway (in zekere zin met dank aan de voortdurend grensverleggende, hoogromantische pianowerken van met name Balakirev, Skrjabin, Rachmaninov en Prokjofjev, tevens vertolkers van hun eigen werk).
Dat de Érard en de Steinway meer verschillen dan overeenkomsten vertonen krijgt in deze vertolkingen nog een extra dimensie dankzij het geciseleerde, fijnzinnige (sonatine!) maar menigmaal ook overdonderende (Gaspard!) spel van Giacometti. Ik hoor het u al zeggen: maar dat kan toch iedere pianist op dit niveau? Zeker, maar wat de 'behandeling' van de Érard betreft, ben ik daar niet zo van overtuigd, want het 'spel der klankkleuren' vraagt op zo'n instrument om een geheel andere benadering dan op een 'gewone' Steinway. De dosering van het linker- en rechterpedaal en het toucher in de verschillende klankregisters, de dynamische verscheidenheid, de goede balans tussen de hoofd- en nevenstemmen, de ritmische puls en de tempi, ze krijgen alle een andere 'invulling' op de Érard dan op de Streinway. Luister en overtuig uzelf!
Wie, zoals Giacometti, ook nog stilistisch verbeeldingsvol en met een feilloze techniek deze stukken interpreteert, creëert uitsluitend klankjuwelen die de toehoorder meeslepen in hun ongekende pracht. Dit zijn verkenningen van de hoogste muzikale orde die bovendien prachtig zijn vastgelegd. U mag een imposante, zeer rijk gedifferentieerde vleugelklank verwachten, onverschillig of u naar de Érard of naar de Steinway luistert.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links