CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2023 |
De COVID-pandemie heeft ook in muzikaal opzicht het nodige teweeggebracht, maar daar zaten gelukkig wel veelal positieve kanten aan. Musici die thuis of in de zaal zonder publiek alsnog van de nood een deugd maakten door te streamen of om aan een nieuw project te werken waarvoor anders tijd noch gelegenheid zou zijn geweest. De Israëlische pianist Inon BarnatanTel Aviv, 1979) ging in de lente van 2020 aan de slag met ‘zijn' pianoversie van Rachmaninovs uit 1940 daterende Symfonische dansen, waarvan zowel een orkestversie als een versie voor twee piano's van is overgeleverd, beide van de hand van de componist. Van een versie voor 'slechts' één piano bestaat helaas geen partituur, maar wel een opname, met Rachmaninov zelf aan de vleugel. Barnatan in het cd-boekje:
Het bleef niet bij denken, maar het spoorde Barnatan aan tot zijn werkelijk grandioze bewerking van de Symfonische dansen voor één piano, waarvan het resultaat ook in puur pianistisch opzicht ronduit overrompelend is. Nee, natuurlijk doet het de orkestversie niet vergeten, verre van dat zelfs, maar dat maakt dit arrangement niet minder tot een waar juweel. De caleidoscopische kleurenpracht die deze pianoversie uitstraalt is echt adembenemend en Barnatans elektriserende spel doet de rest.
Het arrangement van de beroemde Vocalise uit de Romances op. 34 weerspiegelt eveneens Barnatans op de pianoklank gerichte verbeelding, waarbij hij het pijnlijk-nostalgische en intens-melancholieke karakter van dit van oorsprong 'lied zonder woorden' geheel en al intact heeft gelaten. Ook de zes Moments Musicaux op. 16 vormen een schoolvoorbeeld van sublieme sfeertekening, maar doen tegelijkertijd in alleen al virtuoos opzicht niet onder voor de meest aansprekende uitvoeringen van het werk (zo wordt het hondsmoeilijke vierde deel, Presto, door Baranatan kristalhelder gearticuleerd en het afsluitende Maestoso klinkt hier in het monumentale C-groot bijna symfonisch). De korte Prelude in gis, op. 32 nr. 12 vormt de kleurrijke afsluiting van dit geweldige Rachmaninov-recital. En dat door een pianist die eerder niet bekend stond als vertolker van het Russisch-romantische solorepertoire! Dat kan hij nu wel achter zich laten, denk ik zo. De Steinway D is magnifiek vastgelegd, dus wat wilt u nog meer? Twee foutjes, zij het meer voor de 'statistiek': in het boekje wordt de Vocalise vermeld met het opusnummer 34 nr. 16, maar dat moet natuurlijk op. 34 nr. 14 zijn (de cyclus bestaat overigens uit niet meer dan veertien deeltjes). Op de cd wordt de bewerking ten onrechte toegeschreven aan Rachmaninov, in plaats van aan Barnatan. Het is maar dat u het weet. index |
|