CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2023

Rachmaninov: Pianoconcert nr. 3 in d, op. 30 - Symfonie in d (Jeugdsymfonie)

Silvestrov: The Messenger

Anna Fedorova (piano), Sinfonieorchester St. Gallen o.l.v. Modestas Pitrenas
Channel Classics CCS 45023 • 69' •
Opname: nov. 2022, Tonhalle Theater, St. Gallen (Zwitserland)

 

Anna Fedorova heeft het er maar druk mee: 125 concerten in de afgelopen twaalf maanden betekent een niet geringe aanslag op het fysiek, alleen al door al dat rondhangen op luchthavens, de eenzaamheid van de hotelkamer, het reizen van hot naar haar en het moeten overbruggen van grote tijdverschillen. Het vereist een sterk gestel, maar ook ‘in het koppie moet het goed zitten', want er wordt ook wat dit betreft veel van de musicus gevraagd. Het meeste misschien nog wel van het publiek en de altijd presente critici van de dagbladpers, die zo'n momentopname als een concert even gemakkelijk de hemel in prijzen als gewoon afserveren. Iedere dag op het podium een topprestatie leveren? Het heeft iets onmenselijks, en al helemaal in de jet age. Al die tournees, het put een mens uit, nog afgezien van het emotionele karakter van sommige evenementen, zoals Fedorova's Ukrainian Freedom Tour ten bate van haar, na de Russische invasie, in ernstige verdrukking verkerende landgenoten.

Fedorova heeft dankzij haar grote muzikale en charismatische talenten ook de weg naar de publiciteit weten te vinden, getuige de vele tijdschriften waarin zij een plekje heeft weten te veroveren, maar ook haar radio- en tv-optredens, soms samen met het niet minder muzikale ouders. Nog vrij onlangs nog opende zij de Davidsbündler Muziekacademie in Den Haag. Kortom geen enkele twijfel erover: Anna Fedorova ‘staat op de wereldkaart'.

Haar Rachmaninov-vertolkingen? Die staan als een huis. Die conclusie kan zonder enige reserve worden getrokken na deze voltooiing van de cyclus die alle vier pianoconcerten en de Paganini-rapsodie omvat, een project samen met het Sinfonieorchester St. Gallen onder leiding van Modestas Pitrenas, hetzelfde orkest waaraan Otto Tausk van 2013 tot 2018 als chef-dirigent verbonden was, om vervolgens chef te worden van het Vancouver Symphony.

Met diens opvolger, de Litouwse dirigent Modestas Pitrenas (hij is tevens artistiek leider van het Tonhalle Theater in St. Gallen en het Litouwse Nationale Symfonie Orkest in Vilnius) had Fedorova het werkelijk niet beter kunnen treffen, want hier horen we – de geweldige orkestrale prestaties spreken daarbij eveneens boekdelen – de spreekwoordelijke ‘brothers-in-arms' aan het werk, in een naadloze samenwerking waarbij de expressieve elementen (en dat zijn er vele in deze muziek van Rachmaninov) elkaar zelfs ongegeneerd (hier een aanbeveling!) elkaar in het naar mijn gevoel juiste tempo opvolgen.

En dat voor een orkest uit St. Gallen? Het hoeven niet per se de Amsterdammers, Berlijners, Weners, Londenaren te zijn die orkestraal de hoogste ogen gooien. Zo luisterde ik in het kader van deze recensie weer eens naar het Tweede pianoconcert met aan de vleugel Svjatoslav Richter, ‘begeleid' (wat heet...) door het Filharmonisch Orkest van Warschau, geleid door die oude rot in het vak: Witold Rowicki. Nog steeds een van de beste vertolkingen die ooit van het werk zijn verschenen, zowel wat de solo- als de orkestpartij betreft. De lp uit de jaren zestig (later uiteraard ook op cd uitgebracht) klinkt bovendien als een klok, maar dit terzijde. Dat was in de tijd van het IJzeren Gordijn, waarin de aandacht voor het Poolse orkest en de Poolse dirigent het veelal moest afleggen tegen westerse coryfeeën en de Centraal- en Oost-Europese muzieklabels sowieso al op geduchte achterstand stonden.

Natuurlijk, orkestrale precisie is en blijft een buitengewoon belangrijke factor, maar niet doorslaggevend, want dat zou onrecht doen aan andere net zo belangrijke aspecten die met het orkestspel samenhangen en die evengoed direct in het oor springen (zeker als langs de afgrond wordt gescheerd). Maar al die meebepalende factoren in aanmerking genomen zijn de verrichtingen van het orkest van St. Gallen absoluut niet gering, zoals ook blijkt uit de eendelige ‘Jeugdsymfonie' die hier als opvulling fungeert en waarvan de uitvoering zich zeker kan meten met die van bijvoorbeeld het door Vladimir Ashkenazy geleide Concertgebouworkest (de bekende Decca-opname, begin jaren tachtig, in combinatie met de Derde symfonie). Het is niet zwart-wit, maar grijstinten te over.

Fedorova nam het Derde pianoconcert al eerder op, in 2016, met Gerard Oskamp en de Nordwestdeutsche Philharmonie. Gelet op het integrale Channel Classics project lag het voor de hand om het werk opnieuw vast te leggen, ditmaal met het symfonieorkest in St. Gallen. Waarbij opgemerkt mag worden dat Federova's Rachmaninov zich in die afgelopen zes jaar niet wezenlijk heeft veranderd, al heeft incidenteel (en dat geldt voor het gehele opus) het toch al niet geringe kleurraffinement nog verder aan expressieve kracht gewonnen (wat haar prestatie, ik zeg het er uitdrukkelijk bij, in 2016 overigens niet minder maakt). Wat onvoorwaardelijk is gebleven is de manier waarop zij deze muziek haar individualistische toets meegeeft, zoals onder meer blijkt uit – afhankelijk van het expressieve karakter van de noten - de accentuering in zowel de linker- als rechterhand, het fijnmazige en altijd overtuigende rubato en accelerando, en de exquis gevormde, ritmische pregnantie. Sterk is ook (of beter gezegd: opnieuw) de krachtig opgebouwde expansie in zowel piano- als orkestpartij, waarvoor ook een apart compliment voor dirigent Pitrenas op zijn plaats is.

Dat The Messenger van Valentin Silvestrov (1937) een plekje op deze cd heeft mogen innemen zal ongetwijfeld mede te maken hebben gehad met wat in februari van het vorig jaar Oekraïne is overkomen, waardoor deze helaas teveel aan Mozart herinnerende en nogal voorspelbare muziek van deze vrij kort na de invasie naar Duitsland uitgeweken Oekraïense componist qua populariteit in een soort stroomversnelling is geraakt. Maar ook dit stuk profiteert gelukkig duidelijk van Fedorova's geïnspireerde manier van musiceren.

De opname is weer een fraai staaltje vakwerk van de man achter, midden en vóór Channel Classics: Jared Sacks. Het maakt werkelijk niet uit welke opnamelocatie het betreft: hij weet blijkbaar zelfs van minder gunstige akoestische omstandigheden nog een waar klankfeest te maken. Een prestatie van de bovenste plank.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links