![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2017
|
In deze door en door Russische liederen, ieder met hun eigen karakter, gaat het naast de daarvoor benodigde vocale techniek primair om tekstbeleving en tekstkleuring. Of anders gezegd, dat het de muziek is die de tekst doet (be)leven. Doorleefd, diep gevoeld, geëngageerd, maar ook kwetsbaar en fantasierijk. Zo kan een wereld op zich ontstaan die zich met niets laat vergelijken, onverschillig of het een 'miniopera' of een pretentieloos liefdeslied betreft. Het zijn essentiële ingrediënten van het lied, want hoe volmaakt de vocalistiek ook mag zijn, zonder de kracht van de expressieve uitdrukking blijft het onherroepelijk steken in een stilistisch niemandsland. Misschien is de liedkunst daarom wel de moeilijkste muziekvorm: iedere noot heeft zijn onvervreemdbare betekenis, zoals ook de gestiek zijn belangrijke rol speelt in die kleinschalige wereld die het lied heet. En natuurlijk dient de pianist niets slechts de 'begeleider' te zijn, maar moet hij juist actief deel uitmaken van het vocale discours. Zijn wereld is die van het onzegbare, maar daardoor niet minder belangrijk. Gerald Moore maar ook Dietrich Fischer-Dieskau hebben er wijze woorden aan gewijd. In het Russische kunstlied zijn er twee liedkunstenaars die mij steeds opnieuw hebben gefascineerd en ontroerd: de mezzo Olga Borodina en de bariton Sergej Leiferkus. Wat zij creëerden laat zich met niets vergelijken, al geef ik grif toe dat zij in dit repertoire natuurlijk niet de enigen zijn. Ik noem er nog slechts twee: de sopraan Galina Visjnevsjkaja en nog een andere bariton: Dmitri Hvrostkovski (die al geruime tijd ernstig ziek is, maar waarvan de hoop op herstel nog niet helemaal is vervlogen). Nu dan Ekaterina Levental, de mezzo (maar ook harpiste!) die haar wortels heeft in Oezbekistan (ze werd geboren in Tasjkent), maar al sinds 1993 in Amsterdam woont. Natuurlijk doet ze mij Borodina niet vergeten, maar zij weet de zo uiteenlopende stemmingsbeelden die deze liederen rijk zijn, bijzonder goed te treffen. Zoals in de door merg en been gaande vertolking van Moesorgski's huiveringwekkende Liederen en dansen van de dood. Maar ook in zo'n onschuldig wiegenliedje van Tsjaikovski (op. 16 nr. 1) brengt zij veel boeiende facetten tot leven. Wat bijvoorbeeld ook geldt voor de bijna breekbare seringen in de prille ochtenddauw van Rachmaninov (op. 21 nr. 5). De pianist Maurice Lammerts van Bueren is geen 'begeleider' maar eerder een fantasierijke sfeertekenaar. Dat kwam overigens niet echt als een verrassing, want tijdens het afgelopen Internationale Liedfestival in Zeist kon ik zijn talenten op dit gebied al ruimschoots bewonderen. Dat hij bovendien schitterende foto's maakt (kijk maar eens op zijn website!) wordt in het cd-boekje nog eens bevestigd: de beide imposante portrefoto's van Ekaterina Levental zijn van zijn hand. Ik herinner me in dit verband Jaap de Jong, de opnametechnicus die mede verantwoordelijk is geweest voor de Mariinski-serie met Valery Gergiev op Philips en die voor deze producties zoveel schitterende foto's maakte. Quintone zorgde niet alleen voor een uitstekend geschreven toelichting (ook in het Nederlands!), maar tevens voor de liedteksten in zowel het (oorspronkelijke) Russisch als in het Engels. Wie de prachtige opname heeft gemaakt kon ik helaas niet ontdekken*. 'Recording and mastering by Quintone', meer komen we niet te weten. ________________ index |
|