Hommage à Poulenc
Taffanel: Andante Pastoral - Scherzettino (1907).
Koechlin: Fluitsonate op. 52 (1913).
Poulenc: Fluitsonate (1957).
Visman: Melodie (2004).
Dutilleux: Sonatine voor fluit (1943).
Honegger: Dans de la chèvre (1921).
Bus: Cherchez l'orange (2003)
Tailleferre: Forlane (1972).
Kattenburg: Fluitsonate op. 5 (1917).
Abbie de Quant (fluit), Elizabeth van Malde (piano).
Fineline Classical FL 72410 • 73' •
Abbie
de Quant behoort zonder enige twijfel tot een van de groten
die onze vaderlandse muziekcultuur heeft voortgebracht. Zij
is niet alleen een ware grootmeester op haar instrument, de
fluit, maar bovendien een avontuurlijk ingestelde musicus die
al vijftien jaar haar publiek met een eigen serie in de Kleine
Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw tot vervoering brengt.
Dan was ze al meer dan drie decennia een geïnspireerde
docent aan het conservatorium in Utrecht en is zij nog steeds
verbonden aan het Amsterdamse conservatorium. Zij was en is
ook een ware inspirator voor meerdere componisten, waaronder
Jo van Booren, Jan Bus, Otto Ketting, Ton de Leeuw, Theo Loevendie,
Joep Straesser en Chiel Meijering.
Abbie's
benadering van de muziek is verre van conventioneel en traditioneel,
en zij overschrijdt graag grenzen, die van het publiek soms
best wel enige aanpassing verlangt. Zij excelleert in haar vakgebied,
maar ze doet veel meer dan alleen maar 'mooi fluitspelen'. Haar
programma's zijn vaak ware evenementen vol spanning en avontuur,
waarin ook buitenmuzikale grenzen worden verkend en allerhande
kunstuitingen aan bod komen, variërende van gedichten en
beeldende kunst tot mime.
Geen
platgetreden paden dus, maar steeds weer die zoektocht naar
nieuwe expressieve mogelijkheden. Nooit routineus of saai en
wars van gemakkelijk publiek succes heeft Abbie de Quant in
het Nederlandse muziekleven, maar ook daarbuiten belangrijke
sporen getrokken.
Deze
cd is daarvan een in alle opzichten subliem voorbeeld. Abbie
breekt weer de zoveelste lans voor de eigentijdse muziek en
dat doet ze met behulp van een fabelachtige techniek, die dan
'gewoon' in dienst staat van wat ik dan maar de hoogst bereikbare,
intellectuele expressie noem. Want hier horen we wat een musicus
van formaat vermag, die ook nog een diepgaand inzicht in de
materie te bieden heeft. Virtuositeit en instrumentale schittering
zijn geen doel op zich, maar 'slechts' onderdeel van die intens-muzikale
beeldvorming die de toehoorder in zijn greep houdt. Het is allemaal
zo natuurlijk dat het bijna vanzelfsprekend is. De samenwerking
met Elizabeth van Malde is ideaal en dat levert al met al een
uitgave op die naast groot respect ook diepe ontroering afdwingt.
De
door Bert van Dijk in juli 2006 gemaakte opname in de Toonzaal
in Den Bosch is helder en warm, met talloze prachtige details.
Mits op het juiste niveau afgespeeld, staan Abbie en haar partner
bijna levensecht in de kamer. Indrukwekkende muziek ook voor
in de late uurtjes, als de wereld is uitgeraasd.