CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2021


Prokofjev: Pianosonate nr. 8 in Bes, op. 84 - Visions fugitives op. 22 - Romeo et Juliet op. 75 nr. 2, 4, 6, 10

Nicholas Angelich (piano)
Erato 9029526768 • 82' • (2020)

   

Prokofjevs Achtste pianosonate behoort met de daaraan voorafgaande Zesde en Zevende - zonder enige twijfel tot de moeilijkste pianowerken die de Rus ooit componeerde. Voor iedere professionele pianist geldt (de amateur komt er eenvoudigweg niet aan toe) dat hij eerst de talloze technische obstakels moet overwinnen alvorens hij zich kan gaan bezighouden met de inhoudelijke kant.

Wat het inhoudelijke aspect betreft is er de bekende valkuil van overdreven agressiviteit (mede met het ontstaansjaar 1939 in herinnering) en te geringe affiniteit met de wel degelijk in deze muziek schuilende lyriek. Of dat de dramatiek het moet afleggen tegen buitensporige buitenissigheid (terwijl er in de drie sonates van nature al zoveel buitenissigheden hun onvervalste plek hebben ingenomen!). Sinistere graviteit is een belangrijk kenmerk maar ook in dit geval geldt dat de vertolker er niet beter aan doet dan de muziek zelf te laten spreken.

Daarmee is in grote lijnen tevens het nadeel geschetst van Nicolas Angelichs vertolking die – anders dan bijvoorbeeld Svjatoslav Richter – teveel nadruk legt op details, blijkbaar met als doel om het expressieve karakter ervan nog een extra duwtje te geven. Het episch karakter van het werk valt onder zijn handen uiteen in een stortvloed van losse gedachten die de daardoor de door Prokofjev beoogde coherentie van met name de hoekdelen ernstig aantasten. Dat wordt vooral duidelijk wanneer naar andere pianisten wordt geluisterd (ik noemde reeds Richter). Wat eveneens ontbreekt is wat ik niet anders kan omschrijven dan huiveringwekkende kilte. Het is me teveel op uiterlijk vertoon gericht, alsof de pianist zich belangrijker vindt dan het opus zelf dat hij onder handen heeft. Dat hij zich daarbij minder tempovast toont dan menige collega beschouw ik niet als een nadeel: het tempo is ook bij Prokofjev niet in beton gegoten, al dienen de hoofdtempi uiteraard wel op orde te zijn.

De Visions fugitives slaagden wonderlijk genoeg beter dan de sonate, al is detailkritiek mogelijk. Maar het belangrijkste is toch wel dat Angelich voor een buitengewoon verbeeldingsvolle vertolking zorgde, vol sfeer en finesse. Dat hij sommige deeltjes wat langzamer neemt dan de tempoaanduiding aangeeft, vergeef ik hem graag, want het past naadloos bij zijn visie op het stuk.

Jammer weer daarentegen dat de deeltjes uit Romeo en Julia ondanks de smaakvol gerealiseerde dynamische gradaties te lijden hebben van de ingeslopen maniërismen – met name in de fraseringen en de articulatie - die opnieuw de aandacht teveel op de pianist zelf richten. Ook in dit geval geldt: minder is meer.

De opname is een juweel.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links