![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2010
|
||||
Prokofjev: Pianoconcert nr. 2 in g, op. 16 - nr. 3 in C, op. 26. Evgeni Kissin (piano), Philharmonia Orchestra o.l.v. Vladmir Ashkenazy. EMI Classics 2 64536 2 • 62' • Live-opname, Royal Festival Hall, Londen,
Verbijsterend pianospel van een fenomenaal muzikaal talent, dat met ongekend gemak de moeilijkste passages (en dat zijn er met name in het Tweede pianoconcert toch heel wat) uit zijn hoge hoed tovert. Alsof er geen enkele technische beperking bestaat, zo volkomen los daarvan dat het alleen maar ademloos luisteren is naar deze grootmeester van de articulatie, van de vrijwel ongekende uitwerking van ritmische en fraseringsdetails, van het onvoorstelbaar rijke kleurenpalet, van de door ruiten en roeien gaande kracht en energie in zowel het groteske, het martiale en het bijna demonische als in het dichterlijke, het tedere, het expressieve en het contemplatieve. Wie komt qua spelniveau eigenlijk in zijn buurt? Het overzicht van de laatste pakweg tien jaar is niet erg hoopgevend. Alexander Toradze (die met Valery Gergiev en het orkest van de Kirov Opera door Philips alle pianoconcerten liet vereeuwigen in overigens fantastische opnamen)? Die klinkt, althans met Kissin vergeleken, zelfs groezelig. Kissin zelf misschien? Hij nam op. 26 al eerder op, samen met Prokofjevs Eerste pianoconcert, met de Berliner onder Abbado voor DG. Evenals Martha Argerich, dezelfde combinatie, maar dan nr. 3 niet gekoppeld aan nr. 2 maar aan Ravels Pianoconcert in G. Die opname is meer dan veertig jaar oud maar klinkt nog voortreffelijk en is heruitgegeven in DG's The Originals serie. Dus niet haar EMI-opname met de nogal slap dirigerende Charles Dutoit. Wat deze nieuwe opname van het Tweede pianoconcert betreft, die overtreft zowel de vorige van Kissin zelf (DG) als die van iedere andere die ik ken. Het Derde pianoconcert vaart evenwel iets anders want dan is de combinatie Argerich/Abbado nog steeds mijn favoriet. Niet dat haar spel beter of diepgravender is dan dat van deze nieuwe Kissin, zeker niet, maar simpelweg omdat Ashkenazy in mijn oren een minder goed dirigent is dan Abbado, die ritmisch scherper profileert en de puls in de muziek ook beter in zijn vingers heeft. Ik heb trouwens altijd al gevonden dat de dirigent Ashkenazy in de schaduw staat van de pianist Ashkenazy, een aantal positieve uitschieters daargelaten. Ik moet er echter wel aan toevoegen dat in deze nieuwe Prokofjev-opname dat verschil met Abbado minder zwaar weegt omdat de opnamelichten duidelijk op het spel van Kissin zijn gericht. Niet dat het orkest opnametechnisch ondervoed raakt, maar de balans is gewoon een beetje zoek. Wel vind ik de vleugel- en orkestklank een stuk beter dan ik eigenlijk had verwacht: de Royal Festival Hall is in akoestisch opzicht een 'lastige' zaal die zich wat dat betreft opnametechnisch niet laat bedwingen. Meestal moet er achteraf, tijdens de nabewerking, nog behoorlijk aan de opname worden gesleuteld om tot een alleszins redelijk resultaat te komen. Maar echt goed wordt het nooit. In de RFH maken de labels nagenoeg uitsluitend opnamen van live-concerten. De artist impression met de beeltenis van Kissin zoals die is afgedrukt in het boekje vind ik werkelijk afgrijselijk. Vandaar de mooie foto hieronder, die veel meer recht doet aan een van de grootste pianisten van deze tijd, Evgeni Kissin.
index | ||||