CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2023 |
Ogenschijnlijk vanuit het niets staan de soloconcerten en orkestwerken van de Amerikaanse componiste Florence Beatrice Price (1887-1953) overal in de wereld sinds kort in de belangstelling. Ook bij ons overigens: diverse cd's met haar werk kregen reeds een recensie, met onder de vertolkers zeker niet de minsten, zoals het Philadelphia Orchestra onder zijn chef-dirigent Yannick Nézet-Séguin. Muziek ook die in 2009 pas werd ontdekt in het leegstaande, door de tand des tijds vervallen, nabij Chicago gelegen zomerhuis van Price, dat na haar dood leeg bleef staan, maar waarvoor haar erfgenamen alsnog kopers wisten te vinden. Tijdens een inspectie ontdekten ze een ware schat aan volkomen vergeten en als verloren gewaande partituren. De waarde en betekenis ervan moet toen goed zijn ingeschat, want ze kwamen uiteindelijk in handen in het bekende uitgevershuis van G. Schirmer in New York City, die ze in de catalogus opnam en voor publicatie ervan zorgde. En zo is het uiteindelijk gekomen. Wie naar de muziek van Price luistert krijgt vrijwel direct het gevoel van herkenning: niet alleen de thematiek klinkt vertrouwd, maar ook het orkestrale coloriet. Wat niet wegneemt dat die al bij eerste beluistering zo goed verstaanbare ‘taal', wel degelijk oorspronkelijkheid en inventiviteit uitstraalt, deze bijzonder goed geslaagde vermenging van Afro-Amerikaanse spiritual, jazz en Europese klassiek. Dat geldt evenzeer voor het eendelige pianoconcert van Price, in conventionele bezetting: fluit, hobo, 2 klarinetten, fagot, 2 hoorns, 2 trompetten, 2 trombones, basdrum, snaardrum, bekkens en strijkorkest. Bescheiden van opzet en qua tijdsduur: rond de twintig minuten. Het werd voor het eerst uitgevoerd in het jaar van zijn voltooiing: 1934, in Chicago met Price als soliste. Dat de orkestpartijen alsnog opdoken tijdens een veiling mag bijzonder heten. Tot dan waren ze onbekekend gebleven en was het de componist Trevor Weston die had gezorgd voor wat achteraf een tussenstap bleek te zijn: zijn de orkestratie van het werk, met als doel het aldus nieuw leven in te blazen. Uit geen enkel concertprogramma blijkt overigens dat dit Piano Concerto in one movement na of rond de première in 1934 ooit nog is uitgevoerd, tot onlangs het stuk dan eindelijk in de belangstelling kwam te staan. Die eendelige vorm is overigens slechts schijn, want er zijn wel degelijk drie duidelijk afgebakende secties te herkennen, volgens het bekende principe van snel-langzaam-snel. Ook in dit Pianoconcert staat de Afrikaans-Amerikaanse muzikale folklore, door Price naar haar creatieve meesterhand gezet, met als spetterend hoogtepunt de finale die wordt gedomineerd door de Juba, de levendig-heftig gesyncopeerde Amerikaanse dans die teruggaat naar de Afrikaanse slaven die vanuit de Congo per schip naar Charleston in de Amerikaanse staat Zuid-Carolina werden overgebracht. Interessant is ook dat al vrij snel aan het begin van het werk de virtuoze solocadens een plek heeft gekregen, zoals ook in het in 1952 voltooide Tweede vioolconcert (in het boekje abusievelijk met 1955 als jaar van ontstaan aangeduid). Deze onweerstaanbare mixture van Afro-Amerikaanse folklore en Europese Romantiek past de pianiste Jeneba Kanneh-Mason (een van de zeven muzikale talenten uit de inmiddels beroemde Kanneh-Mason familie) als een handschoen ('hautnah' zouden de oosterburen zeggen). Ze debuteerde tijdens de BBC Proms 2021 met het Chineke! Orchestra met het Pianoconcert van Price, een vertolking die door zowel pers als publiek met groot enthousiasme werd ontvangen. Vorig jaar november was ze eveneens met het Chineke! Orchestra in het Amsterdamse Concertgebouw te horen, opnieuw met het Pianoconcert van Price, naast de Ballade in a van de eveneens zwarte componist Samuel Coleridge-Taylor (1875-1912).
Kanneh-Mason weet in deze vertolkingen een geweldige romantisch-virtuoze ‘swing' aan deze muziek te geven. Zozeer zelfs dat bij tijd en wijle het orkestaandeel er zelfs flauwtjes bij afsteekt. Ze articuleert helder, haar ritmiek is scherp geprofileerd, de harmonische 'ondetonen' worden waar nodig met veel gevoel voor finesse geaccentueerd en de frases ademen een grote natuurlijkheid uit. Alles bijeen schept zij minstens de illusie van een volmaakte projectie van Price's klankwereld. Kortom, er zit in haar vertolking zoveel ziel dat het diepe indruk maakt. Het Chineke! bezit - het spreekt bijna vanzelf - niet de klankcultuur van het Philadelphia Orchestra, waarvan ik verwacht dat ook dit orkest onder Yannick Nézet-Séguin binnenkort met een cd-release komt, want in februari 2021 stond in Verizon Hall in Philadelphia, het thuishonk van het orkest, het Pianoconcert van Price op het programma met als soliste Michelle Cann. Hetzelfde orkest dat al eerder voor Deutsche Grammophon de symfonieën nr. 1, 3 en 4 (de Tweede symfonie lijkt verloren te zijn gegaan) opnam. Maar wat doet het er eigenlijk toe? Het Chineke! (u kunt er hier meer over lezen) musiceert in de op dit album samengebrachte drie werken met een overrompelend gevoel voor panache en lyriek, de muziek wordt op een uiterst liefdevolle manier omarmd en de ‘soul' van het eens zo diep verdeelde Amerikaanse diepe Zuiden komt er op uiterst spirituele wijze door tot leven. Tot slot is er het Andante, His Resignation and Faith, het tweede deel uit Ethiopia's Shadow in America, door Price gecomponeerd in 1932. Het bestaat uit uit drie met elkaar samenhangende delen en waarvan de overige twee er op dit album best nog bij hadden gekund: 1. The arrival of the Negro in America when first brought here as a slave (Introductie & Allegretto) en 3. His Adaptation – A fusion of his native and acquired impulses (Allegro). Ik vind het een niet te begrijpen omissie dat het bij het aldus volkomen geïsoleerde Andante is gebleven, dat nu als onvermijdelijk‘als los zand' uit de luidsprekers komt. Het gehele stuk – dat niet meer dan hoogstens veertien minuten in beslag neemt - is onder meer op YouTube te beluisteren, uitgevoerd door het BBC National Orchestra of Wales onder leiding van Daniel Blendulf. index |
|