CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2017
|
De broertjes Jussen zijn al lang en breed de broers Jussen geworden. Eens betiteld als wonderkinderen (wat ze zelf gelukkig nooit vonden) en nu gewoon meer dan uitstekende musici. Zo gaan ze door het leven, van Eindhoven tot Bangkok. Overal treden ze op en met groot succes. Vier handen op één buik? Nee, zeker niet. Dat maakt hun spel als duo juist zo interessant. Maar ook in hun afzonderlijke optredens staan ze hun mannetje. Dat er iets overdreven commercieels kleeft aan de begeleiding door hun platenmaatschappij valt niet te ontkennen. Het regent zo langzamerhand foto's, interviews en reclame-uitingen. Trouwens, zelf zijn de eersten om dat ook te bevestigen. De cd-cover van hun laatste studio-opnaze me onderstreept dat nog eens dubbel en dwars. Arthur verdedigt zich met de veel gehoorde stelling dat klassieke muziek nog maar nauwelijks jongeren trekt. "Als men zich met onze foto's kan identificeren of er tenminste over praat helpt dat misschien om jongeren te trekken. Dat wilden we hiermee bereiken en zo hebben we het geprobeerd." De tijd zal het leren. Ik denk niet dat het zo werkt, zoals cross-over ook niet helpt om Mahlers Zevende of Sjostakovitsj Elfde te omarmen. Een feit is ook dat de broers zich althans in de studio nog alleen maar hebben ingelaten met 'veilig' repertoire. Maar buiten de studio durven ze het echte avontuur wel aan. Zo spelen ze op het komende Holland Festival 'Mantra' van Karlheinz Stockhausen, een werk van rond de 70 minuten. Het zal een hele toer worden om dit alleen al technisch goed in de vingers te krijgen. En dan moet de interpretatie nog beginnen... Voorlopig blijft het in de studio echter bij het 'ijzeren' repertoire. Daar maakt hun nieuwste cd geen uitzondering op, al valt er wel een nagelnieuw werk op te ontdekken: het tien minuten durende 'Night' van de in zijn vaderland verguisde Turkse componist Fazil Say (hij is tegen Erdogan en steekt dat niet onder stoelen of banken; en dan weet u het wel). Speciaal voor hen geschreven. De Jussens behoren tot zijn wereldwijd verspreide bewonderaars. Ze mochten het stuk tijdens een concert in Ankara niet op het officiële programma zetten, maar speelden het wel als toegift. Volgens Arthur explodeerde de zaal bijna toen het werd aangekondigd. Het duurde zelfs enige minuten tot het stil genoeg was om het te kunnen spelen. Poulencs Concert voor twee piano's spelen de Jussens al heel lang en ze voerden het werk overal uit. In het cd-boekje doen ze uit de doeken dat dirigent Stéphane Denève hen jaren terug in Shanghai op het vestje spuwde: hij had wel en zij hadden niet de foute noten in dat Concert ontdekt. Het was volgens hen tevens een duchtig lesje in nederigheid: blijf altijd kritisch, neem niets als vanzelfsprekend aan. index |
|