![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2019
|
De creatieve nalatenschap van Sir Hubert Hastings Parry (1949-1918) had de pech dat buiten de eigen landsgrenzen zijn bekendste werk 'Jerusalem' werd: het ijzersterke koorstuk dat ieder jaar te horen is tijdens de 'Last Night of the Proms'. Soms horen we daar dan ook nog zijn 'Coronation Anthem' en 'Blest Pair of Sirens'. Dat is op zch niet zo verwonderlijk, want zijn koorstukken zijn doorgaans van uitstekende kwaliteit en maken daarenboven een geïnspireerde indruk. Dat zijn instrumentale muziek alleen in Engeland een vruchtbare bodem lijkt te hebben gevonden, is spijtig genoeg. In Engeland rijden ze niet alleen links, maar de vaderlandse componisten, dood of levend, staan er bij het publiek en dus ook bij de musici heel wat beter op dan onscomponistendom. Wij grossieren liever in uiterst magere lijstjes. Aan de hand van de zo langzamerhand uitpuilende discografie van Engelse muziek uit de 'betere kringen' (ik laat de popscene buiten beschouwing) blijkt ook hoezeer de Britse labels (maar ook Naxos mag met name worden genoemd!) zich om dit repertoire hebben bekommerd en welke geweldige opnamen dat door de jaren heen heeft opgeleverd. Dus ook de muziek van Parry. Nee, vooruitstrevend is zij zeker niet, zoals dat ook van het werk van menige tijdgenoot kan worden gezegd, maar deze componerende Brit, hoewel muzikaal duidelijk wortelend in het schemergebied tussen Duits-Oostenrijkse Klassiek en Romantiek, wist wel degelijk hoe hij het publiek naar zich toe moest trekken. Nu, een eeuw na zijn dood, mag misschien met enige voorzichtigheid worden gezegd dat zijn kamermuziek van hoger gehalte is dan zijn symfonische creaties. Deze twee pianotrio's en de partita (voor viool en piano) behoren in ieder geval tot Parry's 'betere' werk en ze worden door het net zo Britse Leonore Piano Trio (Tim Horton, Benjamin Nabarro en Gemma Rosefield) bovendien uitmuntend vertolkt. Het net zo Britse Hyperion heeft het met veel gevoel voor realisme vastgelegd. index |
|