CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2022 |
Een cd met (vrijwel) onbekend repertoire is niet altijd de moeite waard. Er zit nogal wat kaf onder het koren en vaak is dat ook de reden dat het (terecht) in de een of andere lade is blijven rusten. Zoals dat tevens geldt voor de een of andere, soms al te enthousiast aangekondigde (her)ontdekking door een ijverige wetenschapper. Soms komt er een tot dan toe onbekend stuk van een welbekende componist aan de oppervlakte waarbij alleen diens naam echt van belang lijkt, want het werk(je) zelf blijkt dan weinig voor te stellen en had evengoed onontdekt kunnen blijven. Als het van een vrijwel onbekende toondichter was geweest, had niemand er verder aandacht aan geschonken. Dat gezegd hebbende presenteerde Channel Classics onlangs deze cd met muziek die ik nog niet eerder tegenkwam en best wel haar aantrekkelijke kanten heeft, al past zij niet in de categorie meesterwerken. Al bestonden er wel twee opnamen van Paganini's drie duetten voor viool en fagot. De overige vier werkjes van deze Italiaan op deze cd maken alle deel uit van de 'Divertimenti Carnevaleschi per due Violini e Basso', evenmin onbekend. Nieuw is bij mijn weten wel het Concertino van Alessandro Rolla (1757-1841), tijdgenoot en goede vriend van 'duivelskunstenaar' Niccolò Paganini (1782-1840). Ze traden ook samen regelmatig op en kenden elkanders muziek uiteraard goed. Om het contrasterend karakter van dit programma enigszins behulpzaam te zijn hebben de musici de deeltjes uit de 'carnavaleske divertimenti' keurig tussen de duetten en het Concertino 'gevlochten'. Waarbij gelijk mag worden aangetekend dat deze vijf musici alleen al door hun muzikale achtergrond het toch al niet zo ruim bemeten artistieke veld op dit vlak voor zich alleen lijken te hebben, te beginnen bij de beide hoofdrolspelers: Andrea Bressan is solofagottist bij het fameuze Budapest Festival Orchestra (dat wordt geleid door oprichter en onvermoeibare gangmaker Iván Fischer) en Giovanni Guzzo is concertmeester bij Camerata Salzburg en gast-concertmeester bij het London Symphony. Wie onze recensies leest behoeft bij de naam van de altvioliste Dana Zemtsov geen nadere introductie. Gabrielle Shek (viool) werkt al jaren met een groot aantal musici in het kamermuziekrepertoire samen, waaronder bepaald niet de minsten: Martha Argerich, Renaud Capuçon, Misha Maisky en Alexander Lonquich. Daarnaast was ze geruime tijd verbonden aan onder meer het Tonhalle Orchester, het Opernhaus Zürich, het orkest van het Teatro della Fenice en het door Claudio Abbado opgerichte Orchestra Mozart. Momenteel is ze actief in het Chamber Orchestra of Europe en leidt ze het ensemble Sõno. Tot slot dan Pau Codina (cello) die al kan bogen op een succesvolle en breed uitgewaaierde solocarrière, maar ook graag in ensembles speelt (met vooraan het Esbjerg en Oculi, naast het Trio Foruny). Dergelijke uitstekende antecedenten leveren doorgaans technisch vlekkeloos spel op, al is dat nog geen garantie voor uitvoeringen op hoog niveau. Vooral zogenaamde gelegenheidsensembles kampen nogal eens met problemen en route op het gebied van het samenspel (geven en nemen is niet iedere musicus gegeven.). Dergelijke hindernissen doen zich bij deze vijf musici gelukkig niet voor: met veel virtuoos en expressief engagement hebben ze echt het beste weten te maken van deze niet al te hoogdravende stukken. Dit is puur entertainment maar dan in veredelde vorm, zal ik maar zeggen. Dan nog dit. De opname werd gemaakt in de Villa San Fermo in het Italiaanse Lonigo en - hoe vaak al niet? - heeft Jared Sacks voor een loepzuiver juweel gezorgd. index |
|