CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2017
|
Sigismund (von) Neukomm werd geboren in Salzburg in 1778 (om het muzikale tijdsbeeld te bepalen: Mozart schreef daar drie jaar eerder zijn vijf vioolconcerten) en overleed in Parijs in 1858. Hij werd tachtig, zeker in die dagen een zeer respectabele leeftijd. Neukomm was niet bepaald honkvast: hij was kapelmeester aan het Duitse Theater in Sint-Petersburg, werkte in Rio de Janeiro aan het voor de napoleontische heerscharen gevluchte, Portugese hof en was vanaf 1822 in Parijs te vinden, waar hij door de prinses van Vaudémont in de watten werd gelegd en dankzij haar gemakkelijk entree kreeg bij de Franse adel. Zo werd hij door haar geïntroduceerd bij de hertog van Orléans, de latere Franse koning Louis-Philippe I, die het land van 1830 tot 1848 zou bestieren. Zijn muziek mag dan de dans der vergetelheid niet zijn ontsprongen, zijn manuscripten zijn gelukkig wel bewaard gebleven. Ze liggen in de Bibliothéque Nationale in Parijs, maar liefst tweeduizend stuks. Neukomm had ze in eerste instantie nagelaten aan de Pruisische staatsbibliotheek maar door de Frans-Pruisische oorlog van 1870 kwam het er niet van. Dat zijn nalatenschap pas laat onder de aandacht kwam van muziekwetenschappers heeft alles te maken met de typisch Franse nonchalance: pas medio jaren vijftig van de vorige eeuw werd de verzameling publiekelijk beschikbaar gesteld. Nog een sprekend voorbeeld van die onverschilligheid is (nog steeds!) het ontbreken van een deugdelijke catalogisering, waardoor veel van het materiaal dat zich in of bij ander materiaal bevindt wacht op professionele ontsluiting. Een specifieke zoektocht betekent geworstel door een enorme, wanordelijke rijstebrijberg. Evenals Cherubini's Requiem in c is ook het Requiem van Neukomm opgedragen aan Lodewijk XVI die in 1793 roemloos op het schavot eindigde. Ook voor Marie-Antoinette liep het slecht af: zij stierf in datzelfde jaar, eveneens door de guillotine. De opdracht voor het Requiem ontving Neukomm rechtstreeks van prins Talleyrand die deelnam aan het Weense congres, waarin tussen september 1814 en juni 1815 door de overwinnaars op Napoleon Bonaparte een nieuw en vooral vredelievend Europa uit de vele hoge hoeden werd getoverd. Talleyrands opdracht aan Neukomm betekende natuurlijk niets anders dan een muzikale hommage aan de geëxecuteerde vorst. Dat sindsdien inmiddels een decennium was verlopen deed er verder niet toe. Neukomm componeerde geen nieuw werk, maar pakte een twee jaar eerder ontstaan Requiem uit de kast, de 'Missa pro defunctis manibus parentum praeceptorrumque suorum Mich. et Ios. Haydn nec non F.X. Weissauer D.D.D. ab equite Sigism. Neukomm'. Een eerbetoon aan Neukomms leermeesters Michael en Joseph Haydn, maar ook aan Franz Xaver Weissauer. Hij vlechtte het materiaal in het opgedragen werk en voegde er nog een offertorium aan toe (speciaal gecomponeerd voor zijn zus Elise, een uitstekende sopraan!). Zo werd het Requiem tijdens de in Wenen gehouden plechtigheden uitgevoerd. Ere wie ere toekomt: Alpha mag er trots op zijn voor een ware wereldpremière te hebben gezorgd. Het kamerkoor uit Namen blijkt een fenomenaal koor (fuga in Offertorium en Hosanna!), het orkest speelt niet alleen 'authentiek' maar ook spiritueel, de solisten zijn voor hun lastige taak berekend. Het geheel maakt veel indruk, uiteraard ook door de kwaliteit van de muziek. Bij Neukomm gingen effect and affect moeiteloos hand in hand, zo blijkt uit dit imposante beeld dat vlekkeloos werd vastgelegd in waar zo'n opus als dit, de geschiedenis indachtig, ook echt thuishoort: in de koninklijke kapel van het paleis van Versailles. Daar is een groot deel geschreven van wat nu de Europese geschiedenis heet. Dat geldt in zekere zin tevens voor deze uitgave. index |
|