![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2008 |
||||
Jevgeni Mravinski: Live-opnamen 1964-1984Beethoven: Symfonie nr. 1 in C, op. 21 - nr. 3 in Es, op. 55 (Eroica) - nr. 5 in c, op. 67 - nr. 6 in F, op. 68 (Pastorale) - nr. 7 in A, op. 92. Glazoenov: Raymonda (suite). Glinka: Ouverture Ruslan en Lyudmilla. Moesorgski: Uit Khovansjtsjina: Prélude tot de eerste akte. Mozart: Symfonie nr. 33 in Bes, KV 319 - nr. 39 in Es, KV 543. Sjostakovitsj: Symfonie nr. 5 in d, op. 47 - nr. 10 in e, op. 93 - nr. 12 in d, op. 112 (Het jaar 1917). Tsjaikovski: Francesca da Rimini op. 32 - Symfonie nr. 5 in e, op. 64 - nr. 6 in b, op. 74 (Pathétique). Wagner: Fragmenten uit Götterdämmerung, Tristan und Isolde, Tannhäuser en Lohengrin. Orkestrepetitie met muziek van Wagner. Jevgeni Mravinski over het leven en de natuur. Filharmonisch orkest van Leningrad o.l.v. Jevgeni Mravinski. Erato 2564 69890-5 (12 cd's - mono/stereo) • 9.54' • Als u er nog aan twijfelt of Jevgeni Mravinski (1903-1988) tot de allergrootste dirigenten moet worden gerekend kunt u zich daarvan met deze box van 12 cd's laten overtuigen. Tien uur lang valt u gegarandeerd van de ene in de andere verbazing: dit is op het gebied van de interpretatie zo'n beetje de Mount Everest. Mravinski's dirigeerkunst bezit een bijna heldhaftige grandeur, zijn vertolkingen zijn vrijwel zonder uitzondering van een grootse architectuur en munten uit door dat wonderlijke mengsel van objectiviteit en spanning, alsof iedere komende frase een grote verrassing inhoudt. Het is volkomen tegengesteld aan de routine die zoveel westerse dirigenten uiteindelijk in zijn greep kreeg. Zijn uitzonderlijk grote repertoire was al tijdens zijn leven legendarisch. Waar vele dirigenten zich met een beperkte programmakeuze manifesteren had Mravinski een ongekend aantal componisten en werken op zijn lijst, die hij met het klimmen der jaren zelfs nog verder uitbouwde. Mravinski draaide bijna letterlijk zijn hand niet om voor bijvoorbeeld Webern, Schönberg, Britten, Honegger, Brahms, Stravinsky, Bartók, Richard Strauss, Hindemith, Glinka, Bach, Händel, Mozart, Haydn, Wagner, Händel, Beethoven, Schumann, Schubert, Tsjaikovski, Sjostakovitsj, Mahler, Skrjabin, Glazoenov en Moesorgski. Dat waren dan nog de bekende componisten, afgezien van het grote aantal minder tot geen bekende. Mravinski durfde het aan om volkomen onbekend werk bij de Filharmonie van Leningrad op het programma te zetten. Zijn dirigeerstijl was sober, onopgesmukt, met slechts uiterst spaarzame bewegingen. Hij kon het stellen zonder het grote gebaar, hij hoefde zijn musici en zijn publiek niet met theatrale uitwassen te overtuigen. Mravinski was tijdens de repetities bepaald niet de gemakkelijkste, hij eiste veel van zowel zijn orkestleden als de solisten die met het orkest optraden, maar dat werd dan ook in klinkende muzikale munt uitbetaald. Niet alleen zijn enorme repertoirekennis was legendarisch, maar ook zijn live-uitvoeringen, elektriserend, meeslepend, op de punt van de stoel, conceptueel groots en compromisloos. Hij was het die in het midden van die helse zuiveringsperiode onder Stalin de eerste uitvoering gaf van de Vijfde symfonie van Dmitri Sjostakovitsj, de arme componist die in de gebreidelde Russische pers onder hevig vuur lag. Hij was het ook die in 1943 de première verzorgde van de aan hem opgedragen Achtste symfonie, gevolgd door de Tiende in 1953. Mravinski dirigeerde in 1953 ook de eerste uitvoering van de Zesde symfonie Prokofjev. Zomaar enige 'wapenfeiten' die Mravinski's turbulente muzikale leven mede hebben gemarkeerd. Mravinski's eerste buitenlandse optreden vond plaats in 1946, tijdens het Praagse lentefestival, maar in het Westen brak hij pas door in 1956, toen hij in de toenmalige DDR, maar ook in de Bondsrepubliek, Zwitserland en Oostenrijk. Het was het jaar van de Hongaarse opstand en Russische tanks, bloed en tranen in de straten van Boedapest. Het merendeel van de 12 cd's bestaat uit de muziek die voor Mravinski min of meer het kernrepertoire vormde. Het ene hoogtepunt rijgt zich hier aan het andere, van Tsjaikovski's Francesca da Rimini tot de fragmenten uit Wagners Götterdämmerung, van Beethovens Vijfde tot Sjostakovitsj' Twaalfde symfonie. Superieure verklaringen die in het geheugen gegrift worden, alsof het zo hoort en niet anders kan. Maar. is er dan geen enkele kritische kanttekening te maken? Eigenlijk niet, zelfs niet als ik laat meewegen dat in Mravinski's Beethoven- en Mozart-vertolkingen de sinds de jaren zeventig sterk gegroeide inzichten omtrent de historiserende uitvoeringspraktijk ontbreken. Het is zó fascinerend wat er wel is! De 'natuurmens' Mravinski maakt - hoe kan het eigenlijk anders - van Beethovens 'Pastorale' een ware natuurbelevenis, de Vijfde krijgt even briljant gestalte als onder Carlos Kleiber (DG), met een enorme 'drive'. De Zevende is hier de ware apotheose van de dans (Wagner), met een onvergetelijk fraai gerealiseerde cellolijn in het Allegretto. Voor de symfonieën van Sjostakovitsj bracht Mravinski grote autoriteit en authenticiteit mee. Het druipt er in deze vertolkingen vanaf. Maar voor de symfonieën van Tsjaikovski geldt feitelijk hetzelfde. Wie zich één fragment wil laten voorspelen kan niet beter terecht dan bij Mravinski's lezing van 'Siegfrieds Tod' uit Götterdämmerung. De treurnis krijgt onder zijn handen een enorme spanning mee, de lange legatobogen worden feilloos getroffen in een uitvoering die zich met gemak kan meten met die van Wilhelm Furtwängler, die in dit repertoire excelleerde. Gelukkig betreft het hier live-opnamen, want in de studio was Mravinski minder op zijn plek. Dat de opnamen deels mono en aan de wat magere kant zijn en speelt geen enkele rol bij al dit moois wat hier is verzameld. Uniek! In de juiste betekenis van het woord! index | ||||