CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2022

Mozart: Pianoconcert nr. 9 in Es, KV 271 (Jeunehomme) - nr. 18 in Bes, KV 456

Kristian Bezuidenhout (fortepiano), Freiburger Barockorchester o.l.v. de solist
Harmonia Mundi HMM 902332 • 63' •
Opname: mei 2021, Ensemblehaus Freiburg, Freiburg im Breisgau (D)

   

Kristian Bezuidenhout musiceert doorgaans op een uitzonderlijk hoog niveau, waardoor, als er al kritiek is, die zonder enig soortelijk gewicht is. Wat in zijn interpretaties tevens meespeelt is zijn grote kennis van de historiserende uitvoeringspraktijk en het instrumentarium, wat hand in hand gaat met zijn musicologische inzichten. Daar is ook een nadeel aan verbonden: het maakt de uitvoering van Mozarts pianoconcerten enigszins voorspelbaar. Al is er in zijn zelf ontworpen cadensen wel het nodige tegenwicht te vinden.

Of dat als kritiek moet worden gezien? Ik durf dat niet aan, al stel ik mij zo voor dat Mozart aan het klavier door diens aard en wezen zijn tijdgenoten menige verrassing wist te bereiden, zelfs in muziek die voor hen niet per se 'nieuw' was. Wispelturigheid is niet per definitie een eigenschap die al op voorhand moet worden weggewuifd of gebagatelliseerd! Muziek gedijt immers ook bij de gratie van de verrassing.

De historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk heeft het stadium van het experiment al lang en breed achter zich gelaten. Aan het instrumentarium (doorgaans replica's) valt niets meer te verbeteren, aan de speeltechniek al evenmin en ook qua vertolking is het stof inmiddels zo ongeveer wel neergedaald. Dit zijn de belangrijkste elementen die de voorspelbaarheid in de hand hebben gewerkt. Waar nog bijkomt dat de samenwerking tussen solist en orkest in het soloconcert minder vrijheid toelaat dan in bijvoorbeeld een sonate. Dat horen we ook terug in het pianospel van Bezuidenhout: vrijer, zelfs eigenzinniger in Mozarts pianosonates, minder gedurfd in de pianoconcerten; wat overigens zeker geen negatieve connotatie inhoudt. Maar hoe dan ook, als er een orkest, hoe gering ook van omvang, aan te pas komt liggen de kaarten plotsklaps anders. Het verrassingseffect moet dan in feite uit de muziek zelf komen. Terwijl het muziek betreft die we goed menen te kennen. Zelfs het behoorlijk provocerende KV 271 (alleen al de orkestrale inleiding die vrijwel direct daarop door de solist wordt onderbroken is een vondst van formaat!) bevat wat dit betreft geen echte verrassingen meer: we worden er in ieder geval niet door opgeschud.

Bezuidenhout en de Freiburgers bieden klankverfijning, subtiele fraseringen en accenten. De dynamische grenzen worden niet (nodeloos) opgerekt en de klank van de door Paul McNulty vervaardigde fortepiano (naar een Walter uit ca. 1805) is genuanceerd en zeker passend bij de bescheiden gehouden orkestbezetting (9 violen, 3 altviolen, 2 celli, 2 contrabassen, fluit, 2 hobo's, 2 fagotten en 2 hoorns).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links