CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2021


Mozart - Violin Sonatas Fragment Completions

Mozart: Allegro in A, KV Anh. 48 - Allegro in G, KV Anh. 47 - Allegro in Bes, KV 372 - Fantasie in c, KV 396

Rachel Podger (viool), Christoph Glynn (fortepiano)
Channel Classics CCS SA 42721 (sacd) • 56' •
Opname: nov. 2020, St John's Upper Norwood, Londen

   

De Britse musicoloog Timothy Jones heeft zich op drie onvoltooid gebleven sonates en een fantasie voor piano en viool (in die volgorde!) geworpen en van ieder daarvan twee verschillende voltooiingen van zijn hand, dus zeven in totaal, geconcipieerd. Zijn landgenoten, de violiste Rachel Podger en de (forte)pianist Christopher Glynn, hebben ze vervolgens op dit album samengebracht. Wereldpremières dus.

Jones heeft het voltooiingsproces als volgt samengevat:

[…] In wezen wilde ik ontdekken wat er zou gebeuren als ik zou proberen de notatie uit te voeren op de manier waarop we denken dat Mozart dat deed. Heel snel schrijven, op een bepaalde hiërarchische manier. Gedetailleerde analytische aandacht besteden aan de stilistische context van elk fragment en in acht nemende dat Mozart zichzelf nooit herhaalde. […]

Ik heb natuurlijk geen idee hoe Mozart deze fragmenten tot voltooide stukken zou hebben gebracht. Een belangrijk onderdeel van het project was dus om meerdere voltooiingen van elk fragment te schrijven en uit te voeren.

In de eerste zin van de laatste alinea legt Jones zelf de vinger op de zwakke plek (nadere toelichting overbodig), maar er staat gelukkig winst tegenover: fragmenten die stilistisch knap door Glynn zijn afgerond en die zonder zijn inspanningen ons waarschijnlijk anders nooit zouden hebben bereikt. Wat overigens nog steeds voor een groot aantal daarvan geldt: er zijn maar liefst ruim honderd fragmenten uit Mozarts laatste scheppingsdecennium aan ons overgeleverd, de een verder gevorderd dan de ander. De filologen Alan Tyson en Ulrich Konrad hebben op dit gebied baanbrekend werk verricht.

Dat het speculatief element dat onlosmakelijk samenhangt met dergelijke voltooiingen (van een reconstructie is in strikte zin geen sprake) daarvan niet de meest aantrekkelijke kant is zal iedereen ongetwijfeld duidelijk zijn; al weten we inmiddels heel veel van Mozarts werkwijze en stijlontwikkeling. Maar vanuit welk perspectief het ook wordt bekeken: iedere voltooiing is en blijft uit de aard van de zaak per saldo toch gebaseerd op veelal giswerk (met daarbij als belangrijkste opdracht in dezelfde stijl te blijven) en al helemaal in het geval van een componist wiens rijkdom aan inventie toch al van buitengewoon formaat is. Wel bieden diens vioolsonates als model de voltooier enigszins de helpende hand want ze dateren nog uit de tijd dat de pianopartij een dominante rol had en de viool meer een obligate rol was toebedeeld. Mozart repte bijvoorbeeld zelf van een ‘Sonate mit Accompagnement einer Violine'. […] nur die Accompagnement-Stimme für Brunetti geschrieben habe, ich aber meine Partie im Kopf behalten habe' (in een brief aan zijn vader van 8 april 1781, enige weken na zijn aankomst in Wenen).

In het begeleidende persbericht wordt opgemerkt dat ‘de twee verschillende voltooiingen van ieder sonatefragment de luisteraar in staat stelt om muzikale reizen te maken door Mozarts materiaal naar verschillende speculatieve bestemmingen.' Ik denk dat dit uiteindelijk de kern van de zaak raakt en dat deze voltooiingen alleen al om die reden een waardige aanvulling vormen op de complete serie vioolsonates van Mozart die Rachel Podger in 2004 met Gary Cooper begon en in 2009 werd afgerond. Een serie overigens die enorm hoge ogen gooide en zonder meer geldt als een gouden standaard in het kader van de historiserende uitvoeringspraktijk. Dat zo positieve beeld herhaalt zich in deze eminent vastgelegde fragmenten. Podger bespeelt een Pesarinius uit 1739. Glynns instrument past daarentegen niet helemaal in het tijdsbeeld: het betreft een replica van een fortepiano van Conrad Graf uit 1825, aldus beter passend bij de late Beethoven. Om eraan toe te voegen dat als de historiserende uitvoeringspraktijk toch het uitgangspunt moet zijn het ook wat de instrumentkeuze betreft zo nauwkeurig mogelijk in lijn is met die historie. Zoals het ook de voorkeur had verdiend om inzichtelijk te maken welk aandeel in de fragmenten van Mozart zelf stamt en welk van Jones. Nu heeft de liefhebber er - zonder partituur of musicologische verwijzing - geen enkel idee van waar Mozart eindigt en het aandeel Jones begint (wat trouwens alleen al iets zegt van de stilistisch zeer geslaagde transitie).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links