CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2020

Mozart - Youth Symphonies

Mozart: Symfonie in Es, KV 16 - in D, KV 19 - in F, KV Anh. 223/19 - in Bes, KV 22 - in G, KV Anh. 221/45 - Vijf contradansen KV 609

Freiburger Barockorchester o.l.v. Gottfried von der Goltz
Aparté AP215 • 65' •
Opname: februari 2019, Freiburg (D)

   

Mozart was acht jaar toen hij 1764 zijn Symfonie in Es, KV 16 schreef. Het manuscript (in Mozarts handschrift) bevindt zich in de Jagiellonska-bibliotheek in het Poolse Krakow. Het werk ontstond niet in zijn geboortestad Salzburg, maar in het Londense Chelsea, waar het gezin noodgedwongen was neergestreken, als niet gepland onderdeel van een grote Europese tournee. Noodgedwongen, want vader Leopold kampte met een ernstige keelontsteking, waardoor de in de City geplande optredens vooralsnog in de ijskast moesten worden gezet en elders een tijdelijk onderkomen moest worden gezocht.

Nee, echt origineel zijn die eerste jeugdwerken in hun symfonische vorm nog niet, gedomineerd als ze worden door verschillende stijlfiguren, en dan met name die van de Londense Bach: Johan Christian, die Mozart in de Britse hoofdstad ook heeft ontmoet. Dat de latere grote werken daarin hun forse schaduwen al vooruitwerpen is echt teveel gezegd, maar natuurlijk is zich al snel ontluikende grote talent onmiskenbaar.

We staan er tegenwoordig misschien wat minder bij stil, maar het valt nauwelijks voor te stellen dat een achtjarige überhaupt tot een dergelijke creatieve krachttoer in staat was. Waarbij we overigens niet kunnen uitsluiten dat vader Mozart, zelf van huis uit een uitmuntend musicus en zelfs een redelijke componist, er mede de hand in kan hebben gehad. Een corrigerende vader op de achtergrond, waarom niet? Een vader bovendien die strengheid uitstraalde, autoritair was. Maar zelfs als we dat mee laten wegen blijft het een prestatie van bijzonder formaat.

Niemand die zal betwisten dat deze Wolfgang een waar wonderkind was en dat Leopold in de verdere ontwikkeling een belangrijk aandeel heeft gehad. Hij was niet voor niets de auteur van een belangrijk en in die tijd zeer invloedrijk praktijkboek: 'Versuch einer gründlichen Violinschule, gepubliceerd in 1756 en met de nadruk op 'gründlich'.

Het was ook Leopold die Wolfgang en diens vijf jaar oudere, eveneens zeer talentvolle zus Maria Anna (Nannerl), een meer dan voortreffelijke pianiste en violiste, op sleeptouw nam, kriskras door Europa, langs vorstenhoven en andere plaatsen waar de culturele en politieke elite met de bijzondere gaven van zijn beide kinderen kennis konden, nee moesten maken. Het heeft de Mozarts bepaald geen windeieren gelegd, al moet het afgezien van de grote artistieke betekenis van dergelijke 'grand tours' voor twee kwetsbare kinderen een ware uitputtingsslag zijn geweest; zowel fysiek als mentaal. Van hot naar her, alsmaar onderweg in oncomfortabele, hossende en stotende postkoetsen over vaak slecht begaanbare wegen, met overnachtingen in vaak onherbergzame, tochtige logementen en met nauwelijks tijd voor iets anders muziek, muziek en nog eens muziek. Als was het dan gelukkig niet in een open wagen, zoals Beethoven moest ervaren op de weg van Gneixendorf naar Wenen, in de ijskoude en winderige decembermaand van 1826. Wat zijn vroege dood alleen maar bespoedigd heeft.

Wat Mozarts talent ons heeft opgeleverd weten we maar al te goed: een ongekend waardevolle muzikale schat verspreid over alle denkbare genres die ruim tweeënhalve eeuw later nog steeds ongeschonden en in volle glorie in de publieke belangstelling staat. Dat het niet alleen maar pure meesterwerken zijn doet daaraan geen enkele afbreuk. Sterker nog, ze doen ons des te meer de onvergankelijke waarde van de meesterwerken zelf beseffen. Bovendien: incidenteel ingeslopen routines en sjablonen doen aan zijn grootheid niets af. We zien dat beeld bij de meeste componisten: zelfs Bach ontkwam er niet aan.

De 'jeugdsymfonietjes' kennen een driedelige opzet: twee snelle hoekdelen en een langzaam middendeel. Hetzij met alleen strijkers, hetzij met daaraan toegevoegd enige ondersteunende blazers (fluit, hobo, fagot, hoorn): hun veel vrijere rol komt later pas. Een bescheiden opzet dus, zij het dat we de les niet meer hoeven te leren dat de omvang van de orkestbezetting en de creatieve betekenis twee volkomen verschillende zaken zijn. Niemand zal het, denk ik, in dit verband in zijn hoofd halen om de Achtste Mahler hoger aan te slaan dat Mozarts 'Jupiter'. Terwijl artistieke rijping niet altijd stevig aan leeftijd verbonden is. Het kan soms snel gaan; of juist uitermate langzaam.

In de jaren zestig van de vorige eeuw verscheen voor het eerst een stereo-elpee die geheel was gewijd aan een aantal van die 'jeugdsymfonietjes', uitgevoerd wat toen al een topensemble mocht heten: de Academy of St. Martin in the Fields, door Neville Marriner opgericht en geleid, en toen verbonden met het al lang geleden vervlogen platenlabel Argo (dat deel uitmaakte van het Londense Decca). Wat een fantástisch label was dat: menigeen zal het zich ongetwijfeld nog herinneren. Zoals nog een andere sublieme Mozart-uitgave vastgepind in mijn geheugen staat: opera-aria's, gezongen door de Nederlandse sopraan Erna Spoorenberg, met Exsultate Jubilate als stralend hoogtepunt. Eenmaal uitgeleend, niet meer teruggekregen. Een album overigens dat een heruitgave op cd verdient; en niet alleen op grond van dat uitermate jeugdig en fris gezongen Exsultate Jubilate, maar ook dankzij die zo inlevings- en verbeeldingsvol gezongen aria's.

Wie de muziek van Mozart ook maar enigszins kent zal ongetwijfeld hebben ontdekt dat het creatieve rijpingsproces bij hem niet bepaald geleidelijk is verlopen. Daarvoor zijn er in dit zo bijzondere en sterk afwisselende oeuvre teveel schokken aan te wijzen. Schokken ook die soms net uit een andere richting lijken te komen. Zoals die bijna uit de hemel vallende grote progressie in het Pianoconcert in Es, KV 271, bijgenaamd 'Jeunehomme' of anders wel die fameuze Symfonie in g, KV 183, die dan kort daarop weer wordt 'ingehaald' door wat ik dan maar de conventie noem. Een terug naar af, alsof er niets is gebeurd...

Toen Mozart rond de zestien was had hij wel een enorm respect voor zijn tijdgenoot Joseph Haydn, maar evenaren kon hij hem nog niet, al waren de tekenen er wel dat dit ontwikkelingsproces in volle gang was. Mozart wist wel degelijk de juiste vorm wel te vinden, deels ongetwijfeld intuïtief, maar dat is altijd nog iets anders dan spiritueel vormgegeven architectuur. Het is echtert wel al die 'kleine' Symfonie in g, KV 183, waarin Mozarts volmaakte meesterschap zich reeds overrompelend aankondigt. Het bleek geen toevalstreffer: want de niet minder sublieme Symfonie in A, KV 201 bevestigde nauwelijks een halfjaar later wat de kern zou worden van Mozarts expressieve essentie. Waarmee we op het breukvlak zijn aanbeland van de jeugd naar de volwassenheid, met de weg naar de volmaakte expressie die voor hem openligt. Zijn tijdgenoten, maar ook alle generaties na hem zijn hem er dankbaar voor.

De jeugdsymfonieën staan nog ver af van dit zo indrukwekkende toekomstbeeld, zoals dat in niet mindere mate geldt voor de eerste pianoconcerten, waarvan de eerste vier eveneens zijn gemodelleerd naar Johann Christian Bach en wel diens op. 5. Feitelijk niet meer dan concerten voor klavecimbel, twee violen en basso continuo: hoe rudimentair kan het zijn .

Ik merkte het al eerder op: de barokke invloeden zijn in deze jeugdwerken onmiskenbaar: het zijn de eerste serieuze probeersels op de relatief korte weg naar een volkomen eigen stijl. En daarmee komt dan tevens het Freiburger Barockorchester in het spel, een ensemble dat - de naam zegt het al - in dit specifieke repertoire door de jaren heen zowel een enorme ervaring als dito reputatie heeft weten op te bouwen. Een ensemble ook waarvoor topsolisten en dirigenten in de rij staan en dat steeds weer weet te verbazen door het spirituele, scherp gestoken karakter van hun spel. Een klankfeest dat begon bij de Barok, maar zich later uitbreidde naar de Weense Klassiek en zelfs de vroege Romantiek (Mendelssohn!) U weet het vast wel, want we hebben de Freiburgers al vaak genoeg gerecenseerd; en in uiteenlopend repertoire.

De Mozart van de Freiburgers is die van het energieke, pittige soort, met de fraseringen scherp gesneden, de ritmiek net zo scherp geprofileerd, maar gelukkig ver verwijderd van het kortademige karakter dat menige andere vertolking zo kan ontsieren. Je zou eerder mogen spreken van een perfecte balans tussen puur door de muziek zelf gedreven voortvarendheid en de door het ensemble ingeweven lyrische expressie.

De in 1789 of 1791 (Mozarts sterfjaar) gecomponeerde vijf contradansen (inclusief percussie!) zorgen in dit programma voor een contrastrijke afwisseling. Extra waardering voor de - gelukkig niet al te geprononceerde - klavecimbelpartij, want die hoort er toch echt bij. Al met al een fraaie uitgave van dit jeugdwerk dat die naam weliswaar verdient, maar waarin al de sluier wordt opgelicht van wat er nog in het verschiet lag.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links