CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2008


 
   
   

Mozart: Liederen

Die Verschweigung KV 518 - Das Lied der Trennung KV 519 - Wie unglücklich bin ich nit KV 147 - Sei du mein Trost KV 391 - Lied zur Gesellenreise KV 468 - Die betrogene Welt KV 474 - Sehnsuch nach dem Frühlinge KV 596 - Der Frühling KV 597 - Das Veilchen KV 476 - Das Traumbild KV 530 - Dans un bois solitaire KV 308 - An Chloe KV 524 - Die Zufriedenheit KV 473 - Abendempfindung an Laura KV 523.

Mozart: Pianowerken

Fantasie in d, KV 397 - Eine kleine Gigue in G, KV 574 - Rondo in F, KV 494 - Variaties in G over 'Mio caro Adone' KV 180.

Werner Güra (tenor), Christoph Berner (fortepiano).

Harmonia Mundi HMC 901979 • 64' •


Het merendeel van Mozarts ruim dertig liederen voor zangstem en piano is strofisch, een aantal ervan is doorgecomponeerd (zoals het in op deze cd vastgelegde ‘Das Veilchen’ en ‘Abendempfindung an Laura’). Mozart was in dit domein net zo bedreven als in alle overige genres, maar toch maken de liederen niet meer dan 5% van zijn totale – althans bekende – productie uit; ondanks het feit dat de componist zich al vanaf 1768 (‘An die Freude’ KV 53) tot in zijn sterfjaar (‘Kinder- und Frühlingslieder’ KV 596-598) met liedcomposities heeft beziggehouden. Dat Mozarts liederen eenvoudiger van opzet en uitwerking zijn dan zijn grote concertaria’s voor zangstem en orkest behoeft hier uiteraard geen betoog.

In het voorwoord van de eerste verzamelband, die in 1799, acht jaar na Mozarts dood verscheen, worden de liederen met ‘Gelegenheits- und Gefälligkeitsstücke’ aangeduid, wat zoveel wil zeggen dat ze naar aanleiding van een verzoek, een opdracht of een specifieke gebeurtenis werden gecomponeerd. Georg Nikolaus Nissen, Mozarts eerste biograaf en de tweede echtgenoot van diens weduwe Constanze, merkte erover op: “Wie oft schrieb Mozart zum Abschiede eines Freundes oder einer Freundin ein Liedchen in ihr Stammbuch!” Zoals er ook liederen waren die de vrijmetselaar Mozart speciaal voor de Weense loge schreef. Iets minder dan de helft, dertien liederen, verscheen nog tijdens zijn leven in druk, wat erop duidt dat ze als huismuziek hebben gediend. Daaronder ‘Abendempfindung an Laura’, ‘Sehnsucht nach dem Frühlinge’ en ‘Das Veilchen’, een lied op een tekst van Goethe (het enige gedicht van Goethe dat Mozart op muziek heeft gezet).

Een van de vele aantrekkelijke kanten van deze cd-uitgave is de samenstelling van het programma, waarin liederen en pianostukken elkaar afwisselen. Niet in een willekeurige volgorde, maar chronologisch naar Köchel-nummer ingedeeld. Zo volgt op ‘Sei du mein Trost’ KV 391 de Fantasie in d, KV 397; Op ‘Die betrogene Welt’ de (kleine) Gigue in G, KV 574 - ondanks de speelduur van nog geen anderhalve minuut naar mijn smaak een van Mozarts meest inventieve composities; op ‘Das Veilchen’ KV 476 het Rondo in F, KV 494. De Variaties in over ‘Mio caro Adone’ KV 180 (in 1778 gepubliceerd) volgen logischerwijs op ‘Dans un bois solitaire’ KV 308 (ontstaan in Mannheim in 1777-78).

Werner Güra mag zich tot de beste tenoren van dit moment rekenen, maar op zich is dat voor het veeleisende liedrepertoire niet voldoende. Dat hij tevens tot de beste liedinterpreten behoort heeft alles te maken met zijn onbevangen benadering, de eminente dictie, zijn zeer muzikale omgang met de tekst en de manier waarop hij ieder lied zijn eigen sfeer en bestemming geeft. Zo ontstaat het ene na het andere, door hem formidabel ‘ingekleurde’ juweel, flonkerende facetgeslepen briljanten die zich steeds anders in het licht van Mozarts liedcomposities manifesteren. Güra is niet uit op romantisch getinte versieringen of larmoyante maniertjes, maar tast de grenzen af van de expressieve mogelijkheden die tekst en muziek besloten liggen. Zo bouw hij zijn gehele recital ook op. Hij slaagt daarin met vlag en wimpel.

Christoph Berner (hij bespeelt een pianoforte van de Weense bouwer Streicher, die qua klankeigenschappen en volume aan het einde van Mozarts Weense eindperiode en aan het begin van die van Beethoven staat) doet niet onder voor een grootheid op dit gebied als Andreas Staier, wat in de afzonderlijke pianostukken nog eens uitdrukkelijk wordt bevestigd. Hij benut alle denkbare expressiemogelijkheden van het instrument binnen de contouren van Mozarts muziek en weet zich evenals Güra verzekerd van het opnameteam dat al even bevlogen een schitterende registratie van deze kostelijkheden heeft verzorgd. Mijn liefje wat wil je nog meer.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links