Mozart: Das Veilchen KV 476 - Die Verschweigung KV 518 - Wie unglücklich bin ich nit KV 147 - Als Luise die Briefe ihres ungetreuen Liebhabers verbrannte KV 520 - Die kleine Spinnerin KV 531 - Sehnsucht nach dem Frühlinge KV 596 - Un moto di gioia mi sento KV 579 - Im Frühlingsanfang KV 597 - Die Alte KV 517 - Das Kinderspiel KV 598 - Warnung KV 433 - Die grossmütige Gelassenheit KV 149 - Ridente la calma KV 152 - An die Freundschaft KV 148 - Oiseaux, si tous les ans KV 507 - An die Einsamkeit KV 391 - Der Zauberer KV 472 - Die Zufriedenheit KV 473 - Lied der Freiheit KV 506 - Abendempfindung KV 523.

Erika Köth (sopraan), Günther Weissenborn (piano).

Berlin 0091252BC • 52' •

---

Deze uit '66 daterende opname laat een zeldzaam staaltje Mozartzang van de toen negenendertigjarige Köth horen. Wie verwacht anders van deze coloratuursopraan, jarenlang dè ongekroonde Koningin van de Nacht in de Zauberflöte en onovertroffen Konstanze in Idomeneo, een stiliste van groot formaat die haar glanzende vocalistiek altijd ten dienste heeft gesteld van wat bij te veel dames en heren der liedkunst van de huidige generatie tot een afgesleten begrip is gedevalueerd: vertolken. Zij presenteert ieder lied op deze cd als een flonkerend juweel, in die bijzondere combinatie van maximale kleuring en uitdrukking. Ze heeft het juiste gevoel voor de bescheiden proporties waarin Mozarts dramatiek nu juist zo excelleert en alleen op die manier voorgedragen tot volle wasdom kan komen. Men proeve het fruitige Im Frühlingsanfang en het zó in een Mozart-opera passende Ridente la calma naast het verstilde Abendempfindung om van de expressieve reikwijdte van haar zangkunst overtuigd te worden. Haar ademtechniek in An die Freundschaft staat garant voor een hoog staaltje legato-zang. Op Weissenborns spel valt niets aan te merken. De opname is precies dertig jaar oud en klinkt wel enigszins gedateerd, maar bezit de voor dit liederenprogramma zo onmisbare helderheid.