CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2006


Mozart: Vioolsonate nr. 3 in Bes, KV 8 - nr. 13 in C, KV 28 - nr. 28 in Es, KV 380 - nr. 29 in A, KV 402 (Andante en Fuga) - nr. 32 in Bes, KV 454 - Andante en allegretto in C, KV 404.

Rachel Podger (viool), Gary Cooper (piano).

Channel Classics CCS SA 23606 • 79' • (sacd)

 


Dit zijn vertolkingen die thuishoren in de hoogste regionen en daarom passend bij een illuster gezelschap, met onder anderen de 'traditionalisten' Grumiaux/Haskil (Philips 412.253-2), Grumiaux/Klien (Philips 422.515-2), Szeryng/Häbler (Philips 462.185-2), Perlman/Barenboim (DG 463. 749-2), Dumay/Pires (DG 431.771-2) en Zimmermann/Lonquich. Dan zijn er de 'historiserende' uitvoeringen van onder meer Manze/Egarr (Harmonia Mundi HMU 90.7380)en nu ook Podger/Cooper. Intense muzikaliteit heeft niet alleen vele gezichten, maar doet ook grenzen en tradities gemakkelijk vervagen. Stijlbesef is daarbij de gemeenschappelijke noemer.

Waren de eerste twee cd's veelbelovend, de derde doet er niet voor onder. Ook nu weer de grote contrastwerking tussen de snelle en de langzame delen, maar waar het toch vooral om draait is de moeiteloze omgang met de vele flitsende stemmingswisselingen die ook deze muziek van Mozart zo kenmerkt. Podger zoekt de dynamische nuance niet alleen in fijnzinnig aangebrachte sterktegraden, maar ze ciseleert de frases dusdanig dat daardoor een verrassend rijk en gaaf kleurenpalet ontstaat. Dit is glanzend vioolspel van de bovenste plank, recht uit het hart, zonder een spoortje effectbejag of gekunsteldheid. Podger laat de bijna feestelijke, onbezonnen en energieke lading even gemakkelijk spreken als de vele schaduwtinten waaraan deze muziek zo rijk is. Cooper is geen volger, maar al even initiatiefrijk, wat tot een soms spetterende wisselwerking en dramatisch getinte overgangspassages leidt (zoals in het allegretto van KV 454). Beiden voelen zich hoorbaar als een vis in het water. Er zijn kleine vrijheden (zoals bescheiden rubati en accelerandi), maar die zijn uiterst smaakvol toegepast en dankzij een uitgekiende dosering volkomen overtuigend.

De door Derek Adlam vervaardigde kopie van de fortepiano van de Weense bouwer Anton Walther (1795) klinkt op deze opname stevig en helder, met vele fraaie details in het basbereik. De Pesarinius-viool uit 1739 past er schitterend bij. In de surround-modus is er iets meer galm, wat althans bij mijn opstelling enigszins afbreuk deed aan de definitie. De stereo-modus heeft dus mijn voorkeur.

Kortom, deze vertolkingen groeien inmiddels uit tot de beste cycli van de afgelopen jaren en kunnen zich in het 'authentieke' kamp op een lijn stellen met die van Manze/Egarr. Mogelijk zullen de 'puristen' in retorisch opzicht iets meer neigen naar dit duo, dat zich minder interpretatieve vrijheden veroorlooft, wat alles te maken heeft met Leopold Mozarts »Versuch einer gründlichen Violinschule« dat in 1787 het licht zag en een ware schat aan informatie oplevert over de wijze waarop in huize Mozart viool werd gespeeld. Dat leerboek voert ons door de technische en stilistische elementen van het vioolspel in de achttiende eeuw en is vanuit het historiserende perspectief alleen al om die reden onmisbaar (het boek is nog steeds verkrijgbaar, met of zonder uitvoerige annotaties).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links