CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2024 |
Het is natuurlijk maar welke naam je eraan geeft, maar Alpha heeft het in een overvolle mainstream-markt toch maar aangedurfd om dit viertal overbekende Mozart-concerten te presenteren, nu alweer als negende deel in de serie Next Generation Mozart Soloists. Hoe doen deze vier solisten het? Zoals te verwachten viel: voortreffelijk, want de techniek laat geen wens onvervuld en de interpretaties zijn in zoverre eigentijds dat er veel is opgestoken van de historiserende uitvoeringspraktijk. Al komt het neer op een déjà vu, al past wel een compliment aan het adres van de pianist Ariel Lanyi, die in het Rondo KV 386 zijn eigen stilistisch magnifieke cadens, hoe kort ook, presenteert. Maar afgezien daarvan: waarom zou een muzieklabel tijd, moeite en geld investeren in een kreupel project? Alleen al met het al decennialang gevestigde Mozarteumorchester uit Salzburg (ik herinner me nog uit een ver verleden namen als die van Bernhard Paumgartner, Sándor Végh en Géza Anda) heeft Alpha een topensemble op dit gebied in huis. Terwijl bovendien niemand kan ontkennen dat Howard Griffiths dit repertoire op zijn duimpje kent en zijn artistieke bevlogenheid nooit heeft opgeofferd aan routine. Daarnaast is de opname in de bekende Alpha-traditie: uitstekend dus. Maar wie maar even om zich heen kijkt ziet de discografische hoorn des overvloeds alleen maar groeien en waaruit het bijzonder lastig kiezen is geworden. Het is maar dat u het weet. Wat dit nieuwe album overigens niet minder waardevol maakt. Wel wil ik nog even stilstaan bij het door de solisten gebruikte instrumentarium, want dat is niet mis. Dalene bespeelt een heuse Stradivarius uit 1736, de 'Spencer Dike', Ringstad een Guarneri uit 1676, de 'Conte Vitale' en Lanyi een (véél te weinig gehoorde) Bösendorfer. Daar kun je zogezegd mee thuiskomen. index |
|