CD-recensie
© Aart van der Wal, januari 2023 |
Mooi dat het Britse Doric String Quaret zich nu ook, samen met altist Timothy Ridout, zich aan Mendelssohns beide strijkkwintetten heeft gezet. De strijkkwartetten besprak ik al eerder in de meest positieve bewoordingen. Mendelssohns op.18 behoort tot zijn vroege werken (hij schreef het rond zijn zeventiende, alsnog herzien op zijn drieëntwintigste), terwijl op. 87 tot de late werken wordt gerekend. Wat heet 'late': de componist overleed al toen hij pas 38 was. Vreemd genoeg zijn beide kwintetten ten aanzien van zijn overige kamermuziekwerken in populariteit nogal achtergebleven, wat zich overigens niet zo gemakkelijk of eigenlijk helemaal niet laat verklaren: het zijn namelijk prachtige stukken, vervuld van inventiviteit en fijnzinnigheid, met bovendien Mendelssohns superieur gevoel voor zowel strijkersklank als de aan dit instrumentarium verbonden speltechnische mogelijkheden. Dat zat er bij Mendelssohn trouwens al vroeg in. Ook zijn strijkerssymfonieën getuigen ervan. Het Doric behoort tot de beste strijkkwartetten en het aandeel van Timothy Ridout is eveneens boven iedere kritiek verheven. Ook de door Jonathan Cooper verzorgde opname is - zoals altijd - bijzonder goed geslaagd. Toch is er wel enigszins ruimte voor kritiek, want wat op deze uitgave ontbreekt is het oorspronkelijke menuet dat deel uitmaakte van op. 18. We horen wel als tweede deel het intermezzo (andante sostenuto), dat Mendelssohn in een spontane opwelling componeerde na het overlijden van zijn vriend en vioolleraar Eduard Rietz (1802-1832). Het menuet had ook qua tijdsduur nog gemakkelijk een plekje kunnen krijgen op dit album. Jammer, maar het is niet anders. index |
|