|
CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2014
|
Marttinen: Vioolconcert MV 63 - Pianoconcert nr. 1 MV 65 - Fantasie voor cello en orkest MV 84
Philippe Graffin (viool), Ralph van Raat (piano), Marko Ylönen (cello), Turku Philharmonic Orchestra o.l.v. Ari Rasilainen en Tampere Philharmonic Orchestra o.l.v. Hannu Lintu (Fantasie)
Cobra 0041 • 55' •
Opname: september 2012, Tampere (Fantasie);
mei 2013, Turku |
|
|
|
 |
De Finse componist Tauno Marttinen (1912-2008) hanteerde een simpel motto: "Ik schrijf muziek vanuit het hart en als de vertolkers die vanuit hun hart uitvoeren, zal de uitvoering succesvol zijn." Het lijkt een variant op Beethovens "Vanuit het hart, moge het tot het hart gaan," (Missa Solemnis), maar of het echt zo simpel is? De muziek moet natuurlijk wel aanspreken, zowel musici als publiek bereiken, wat tot rond 1955 geen probleem zal zijn geweest, want toen schreef hij nog in het romantische idioom. Zoals zoveel van zijn collega's kwam hij onder de invloed van de door Arnold Schönberg bedachte reeksentechniek en ging hij serieel componeren. Dat ging hem goed af: al snel behoorde hij tot een van de toonaangevende componisten in zijn geboorteland die het Finse modernisme met hart en ziel uitdroegen. Wat niet wegnam dat hij in de jaren zestig verzette tegen het idee dat het twaalftoonsprincipe heer en meester zou dienen te zijn, wat voor Marttinen zou neerkomen op het opgeven van artistieke vrijheid en spiritualiteit. De reeksentechniek als het keurslijf waarin gevoelloosheid domineerde.
Voor Marttinen was dodecafonische muziek zonder spiritueel fundament een onbegaanbare weg. Het ging hem niet om het slechts strikte gebruik van 7, 8, 9 of 12 tonen, maar om dit materiaal als basis te nemen om van daaruit, in absolute vrijheid, 'muziek van boven' te scheppen. Het idee ook dat de techniek zich slechts aan de oppervlakte manifesteert om de vele verschillende compositorische elementen bij elkaar te houden. De techniek dus niet als doel op zich, maar als middel. Zijn 'universum' was spiritueel geschapen en niet geconstrueerd. Het Eerste pianoconcert (Concerto Classico) uit 1964 op deze cd, gestoeld op de twaalftoonstechniek, is daarvan een voorbeeld. Van zijn Vioolconcert, dat in 1962 zijn première beleefde, kan min of meer hetzelfde worden gezegd: Schönberg is bij wijze van spreken overal, maar niet zonder een emotionele onderstroom met zelfs romantische contouren.
De Fantasie voor cello en orkest mag in dezelfde periode worden gerangschikt, begonnen in 1964 maar pas voltooid in 1978. Het manuscript, diep verscholen in een archief in Marttinens woonplaats Hämeenlinna, kwam pas in 2009 boven water, waarbij meerdere meters zuurvrij plakband nodig waren om de partituur van de ondergang te redden. Uit de vele correcties blijkt dat de componist er langdurig aan had gesleuteld. Het werkt toont het andere uiterste van de componist Marttinen: een fraaie combinatie van structuur en vrijheid. De richting waarin het stuk zich ontwikkelt lijkt soms aleatoir, waarbij pas na meerdere malen luisteren de structuur zich laat ontrafelen.
Zelf vatte hij aan het eind van zijn leven zijn componeren zo samen: "For me, music is a matter of the heart. I reflect and think, then I put down my thoughts on paper, giving them a notated figure and title. Sometimes I wander down sidetracks that seem to miss the point, but at the end some kind of framework can be found in a free adaption of dodecaphony. Most important is that my music flows from my heart to other people's hearts." Met die laatste zin zijn we weer terug bij het begin.
Tauno Marttinen was in eigen land zo niet baanbrekend, maar wel een toondichter die ver boven de middelmaat uitstak. Zijn werk (hij schreef een groot aantal composities), werd zelfs keurig gecatalogiseerd. Hij schreef muziek die het meer dan waard is geëngageerd en met alle denkbare technische middelen te worden uitgevoerd. Daar is hier geen enkel gebrek aan: solisten, orkest en dirigent blijken voor deze drie concerten de best denkbare pleitbezorgers. De opname mag er ook zijn, met bovendien zeer indrukwekkend laag.
|
|