![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2019
|
Het mag menigeen misschien verrassen, maar de barokspecialist Christopher Hogwood, of all people, heeft wel degelijk sterke affiniteit met de muziek van de Tsjechische componist Bohuslav Martinu (1890-1959). Misschien toch minder vreemd dan het lijkt, want het is wel muziek die met een eclectische pen is geschreven: er is vrijwel geen muzikale stroming te bedenken of Martinu heeft er zich mee beziggehouden. Het is uitgemond in een veelkleurige, facetrijke smeltkroes van stijlen. Een componist ook die snel en gemakkelijk schreef, waaronder maar liefst zeventien opera's, ruim tien avondvullende balletten, zes symfonieën, tien grote orkestwerken, meer dan twintig concerten voor de meest uiteenlopende solo-instrumenten, twee cantates, twee cantates, twee nonetten, vijf vioolsonates, drie cellosonates, een fluitsonate en zeven strijkkwartetten. En dat is dan nog niet eens een compleet overzicht, want de Belgische musicoloog Harry Halbreich heeft zo'n vierhonderd door Martinu nagelaten werken geïnventariseerd (vandaar de H-nummering). Een veelschrijver, maar niet een die oppervlakkigheid kan worden verweten. Een componist bovendien die ook als eclecticus een belangrijke en warme plaats heeft verdiend en gekregen in het volbloedige Tsjechische muziekleven van toen en van nu. Een componist bovendien wiens muziek het meer dan waard is om regelmatig te worden uitgevoerd. Wat we er ook in mogen horen: vleugjes Dvorák, Janácek, Smetana, Honegger, Stravinsky, Bartók, Zemlinsky en zo verder, het zijn uiteindelijk precies dat: vleugjes, tevens doordesemd van de Tsjechische muzikale folklore zoals die door vrijwel alle Tsjechische componisten in hun muziek is gebruikt. Een aspect overigens dat we in veel Midden-Europese muziek aantreffen. Hyperion brengt de al eerder uitgebrachte opnamen nu samen uit in een doosje. Voor de bespreking van de afzonderlijke uitgaven kunt u hier terecht. index |
|