CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2009

 

 

Martinu: Hoboconcert H 353 (1955).

Zimmermann: Hoboconcert (1952).

R. Strauss: Hoboconcert in D (1945).

Stefan Schilli (hobo), Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks o.l.v. Maris Janssons.

Oehms OC 737 • 55' •

 


Deze uitgave bevestigt nog eens uitdrukkelijk dat 'onze' Mariss Jansons niet alleen in het 'ijzeren' repertoire excelleert. Deze cd bewijst met glans dat hij ongekend fraaie klankkleuren aan deze drie naoorlogse stukken weet te ontfutselen. De Tsjechische componist Bohuslav Martinu (1890-1959) geldt als de ingenieuze vervlechter van allerlei stijlen en was alleen al in dat opzicht een ware kameleon. Voor zijn hoboconcert trok hij vooral impressionistische pasteltinten uit zijn welgevulde stijlenkast, aangevuld met enige kruidige oprispingen die aan Stravinsky doen herinneren, maar de klankeffecten die hij de hobo daarbij heeft toebedacht zijn toch wel heel bijzonder. Zo schroomde hij niet om een uitgesproken melodie-instrument als de hobo een percussief discours toe te vertrouwen, en dat met groot effect. Maar natuurlijk begreep hij dat de expressieve kracht van het instrument toch uiteindelijk in de melodie was gelegen en dat de Tsjechische folklore zich als geen ander daarvoor leende.

Het Hoboconcert van de Duitse componist Bernd Alois Zimmermann (1918-1970) is geheel andere koek. Zelf betitelde hij het nog geen kwartier durende stuk als 'muzikaal opruimwerk', met als belangrijkste inspiratiebron de twaalftoonsreeksen van Arnold Schönberg. Maar ondanks de mathematische grondslag is het een zeer lichtvoetig en in de beide hoekdelen zelfs sprankelend geheel geworden, met in het openingsdeel nog een stevige knipoog naar Stravinsky.

Richard Strauss (1864-1949) schreef zijn Hoboconcert met niet alleen het oog en oor op de romantiek gericht, maar ook op de soldaten die deel uitmaakten van de Amerikaanse bezettingsmacht die in zijn woonplaats Garmisch was gelegerd en die grote bewondering hadden voor die Duitse componist die toch maar even Der Rosenkavalier had gecomponeerd. Een van hen, van huis uit een hoboïst, vroeg de inmiddels bejaarde componist of hij misschien een Hoboconcert wilde schrijven? Nou, dat wilde de ex-president van de Kulturkammer wel, maar of die Amerikaanse soldaat het stuk ook heeft gespeeld, vermeldt de geschiedenis niet. Het werd op 26 februari 1946 door de hoboïst Marcel Saillet en het Tonhalle Orchester onder leiding van Volkmar Andrae in Zürich ten doop gehouden.

Stefan Schilli is een grote hoboïst met een prachtige toon die in de uiterst virtuoze passages maar ook als het erom spant warm en soepel blijft. Dan is er het uitmuntend spelende (sterk afgeslankte) orkest van de Beierse omroep die Jansons bepaald niet in de kou laat staan.

De opnamen werden op twee locaties gemaakt: Martinu/Zimmermann in 2006/08 in de Philharmonie in Gasteig, München; Stauss in 2006 de Herkulessaal. Er zijn akoestische verschillen waarneembaar en zo hoort het ook: Wie ze wegpoetst neemt de luisteraar in het oo(r)tje. Over de weergavekwaliteiten van deze cd niets dan goeds.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links