|

CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2021
|
Marin Marais - Resveries
Marais: Pièces de Viole, Livre V, 1725 Pièces in A
1. Prélude, le Soligni Lent
2. Petit Caprice Legerement
3. Sarabande
4. Gigue Gay
5. La Sincope Gayement
6. La Mariée
7. Rondeau moitié pincé coups archet
Pièces in F
8. Prélude
9. Allemande la bois Guillaume
10. Sarabande
11. La Demoi Gigue Tres gay
12. Les Forgerons Gay
13. Le Touché du clavecin Gay
Pièces in G
14. Prélude Gravement
15. Fantaisie
16. Sarabande
17. Gigue la Pagode
18. Gigue la pointilleuse Tres gay
19. Le Jeu du Volant Tres vivement
20. La Tatillone
21. Dialogue Legerement
22. Chaconne
Pièces in E
23. Prélude
24. Allemande La Beuron
25. Sarabande
26. Gavotte Singuliere - 2e Gavotte La Mignonne
27. Menuet 2e Menuet
28. Le Contraste Vivement
29. Marche Persane dite La Savigny,
30. Le Tableau de l'Operation de la Taille
31. Les Relevailles -Suitte- Suitte
32. Resveries Mesplaiziennes
Philippe Pierlot, Myriam Rignol (basgamba), Julien Wolfs (klavecimbel), François Sikivie (recitant, track 30)
Flora DDD 3213
• 71' •
Opname: maart 2014, l'église St Jean de Beaufays (B)
http://labelflora.net/catalog |
|
 |
De Parijse componist Marin Marais (1656-1728) heeft maar liefst ruim 600 werken voor een tot drie gamba's en basso continuo op zijn naam gebracht, met daarnaast nog een groot aantal triosonates, suites voor gamba, viool en klavecimbel, en een ijftal tragédies en musique. Dat de gamba in zijn oeuvre centraal stond heeft natuurlijk alles te maken met zijn ontzagwekkende virtuositeit op dit instrument: Marais behoorde tot de beste gambisten van zijn tijd. Dat hij - anders dan veel van zijn collega's - met zijn bijzondere spel Europa niet is doorgereisd mag enige verwondering wekken. Tot aan zijn dood bleef hij echter verbonden aan de vorstenhoven van Lodewijk XIV en XV.
Meesterhand
Marais' Suites en Pièces de Viole(s) zijn buitengewoon creatieve stukken die niet alleen de meesterhand van een grote instrumentalist verraden, maar ook compositietechnisch hoge ogen gooien. Hij moet veel hebben opgestoken van zijn beroemde compositieleraar, Jean-Baptiste Lully (Marais componeerde zijn tragédies danook in typische Lully-stijl). En natuurlijk zal hij zijn oor goed te luisteren hebben gelegd toen hij als gambist verbonden was aan de keizerlijke hoforkesten. Marais van een van de vele (barok)componisten die de muziekpraktijk van binnen en van buiten kenden; wat zich vervolgens in hun werk weerspiegelde.
Sainte-Colombe
Het was 'Monsieur' Sainte-Colombe (ca. 1640-1700) die de viola da gamba ('beenviool') in Frankrijk sterk propageerde, al zullen eerder zijn enthousiaste leerlingen - waaronder Marais (die in 1701, als hommage aan zijn gestorven leraar, Tombeau pour Monsieur de Sainte-Colombe postuum aan hem opdroeg) - en zijn bijna 400 virtuoze stukken voor een en meerdere gamba's daarin het leeuwendeel hebben gehad. Monsieur Sainte-Colombe (zijn voornaam is onbekend gebleven, vandaar 'monsieur') gaf zelf slechts sporadisch concerten en bovendien uitsluitend thuis, waar hij dan samen met zijn beide ongetwijfeld zeer getalenteerde dochters placht te musiceren. Het staat allemaal meeslepend beschreven in Pascal Quignards kostelijke Tous les matins du monde (ISBN 2070387739). Marianne Kaas zorgde voor de Nederlandse vertaling, onder de titel Geen ochtend ter wereld (ISBN 789028250161). Maar er is ook de uit 1991 stammende, gelijknamige film in de regie van Alain Corneau, met schitterende beelden en kleuren.
Gevoelige snaar
Het in de zestiende eeuw vrijwel uitontwikkelde instrument had oorspronkelijk zes in kwarten gestemde snaren, waaraan Colombe nog een zevende toevoegde. Dat was letterlijk een gevoelige snaar, speciaal geëigend voor het cantabile-spel. Deze beenviool - met name de grotere modellen - werd, net als de later hieruit ontwikkelde cello, tussen de benen geklemd, maar met dat verschil dat de gamba wel en de cello geen verschuifbare, chromatische fretten kent.
Suites en pièces
Marais' enorme oeuvre voor een en meerdere gamba's was niet zozeer bedoeld om in zijn geheel te worden uitgevoerd, maar diende meer als een reservoir, een compendium waaruit naar behoefte en speltechnische mogelijkheden kon worden geput. Zo omvatten de suites tussen de zeven en eenenveertig(!) afzonderlijke stukken, die in dezelfde toonsoort zijn gecomponeerd en aldus ad libitum kunnen worden samengesteld, zoals op deze twee cd's trouwens ook het geval is. De basis ervan vormen de vele bekende dansvormen (Allemande, Courante, Sarabande en Gigue), aangevuld met préludes, chaconnes en fantasieën.
Resveries
De op dit album ('Resveries' staat voor 'Mijmeringen') samengebrachte 'pièces' uit het vijfde boek (1725) in respectievelijk A, F, G en E hebben als grootste gemene deler de expressieve verfijning die uiteraard om een daarop geënte vertolking vraagt. De techniek is onberispelijk, waardoor iedere frase maximaal tot gelding komt. Sterk is ook het contrast tussen de animerende en de meer beschouwelijke delen zoals de drie musici dit in deze stukken hebben gelegd. Wat niet wil zeggen dat er bij tijd en wijle niet stevig wordt uitgepakt, donkere wolken zich samentrekken, zoals in 'Le Tableau de l'Operation de la Taille', met daarin tevens een indrukwekkend aandeel van de recitant: François Sikivie. Hij beschrijft op huiveringwekkende wijze de chirurgische ingreep die de patiënt van zijn nierstenen moet verlossen.
Het door dit zeer selecte gezelschap bespeelde instrumentarium heeft uiteraard de vereiste authentieke kenmerken. Philippe Pierlot bespeelt een basgamba van Thomas Allred uit 1625 en Myriam Rignol een van Barak Norman uit 1718. De klavecinist speelt op een replica van Jean-Luc Wolfs-Dachy uit 2009 naar een Joannes Ruckers
(1578–1642). De in maart 2014 gemaakte opname is er een van sonore rijkdom die geen detail onbelicht laat. Het cd-boekje is helaas niet voorzien van een toelichting op de gespeelde werken.
|
|