CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2022 |
Ik beweer niet dat de Armeense 'klassieke' muziek voor de westerse wereld min of meer een gesloten boek is, maar een feit is wel dat de belangstelling ervoor op zijn zachtst gezegd relatief gering is. Terwijl er weinigen zullen zijn die niet op zijn minst de naam van Aram Katsjatoerjan (1903-1978) kennen. U weet wel, de componist van het ballet Gayaneh, althans van de beide meest populaire deeltjes ervan: de Sabeldans en het Adagio (dat een plaatsje kreeg in de film 2001: A Space Odyssey). En dan is er natuurlijk Spartacus, waarvan de statige openingsmelodie wordt vereenzelvigd met het begin van de jaren geleden zo populaire Britse tv-serie The Onedin Line. Maar er is nog een componist die, zij het iets minder ver, boven het maaiveld van het vrij onbekende uitsteekt: Tigran Mansoerian (1939), op dit album vertegenwoordigd met zijn Vijf bagatellen voor pianotrio uit 1985. Onbekend maakt onbemind zou je zeggen, wat des te vreemder is voor de 'serieuze' muziek uit een land waarvan de cultuur tot de oudste van Oost-Europa behoort, met een eigen alfabet in de vijfde en een eigen notenschrift in de achtste eeuw. Dat het evenwel bepaald niet meezat met de aansluiting op de West-Europese cultuur heeft alles te maken met de daarvoor nogal ongunstige (geo)politieke en religieuze omstandigheden. Want ondanks die overvloed van literaire traditionele waarden, gevarieerde muzikale folklore en zich diep in het kerkelijk leven genestelde gezangen duurde het tot in de negentiende eeuw alvorens van enige aansluiting kan worden gesproken, en dan met name dankzij de rol die de Armeense priester van Turkse oorsprong, Soghomon Soghomonian (1869-1935), beter bekend onder zijn kerkelijke naam Komitas, daarin heeft gespeeld. Hij was het die op etnomusicologisch gebied een ware voortrekkersrol vervulde en de Armeense muzikale én religieuze folklore ook tot ver buiten de eigen landsgrenzen op de kaart wist te zetten. Al bleef die invloed daarvan in het Westen relatief gezien bescheiden. Dat we anno nu de muziek van Mansoerian en Komitas in zekere zin tot de onze hebben weten te maken danken we niet in de eerste plaats aan de inspanningen van een vooruitstrevend muzieklabel als het Duitse ECM, dat vanaf de oprichting altijd oog en oor heeft gehad voor de twintigste-eeuwse Oost-Europese muziek. Een label dat daardoor eveneens alle denkbare artistieke ruimte gaf aan Oost-Europese musici. Daaronder dus uiteraard ook musici van Armeense oorsprong of met Armeense wortels, zoals de in het Amerikaanse Detroit geboren altvioliste Kim Kashkashian (1952). Op ECM 1754 verscheen in 2003 werk van Mansoerian en Komitas, met naast Kashkashian de Amerikaanse slagwerkster (en componiste!) Robyn Schulkowsky (1953), met Mansoerian op piano en als spreekstem. Maar ook het Nederlandse label Et'cetera mogen we dankbaar zijn, want eveneens in 2003 verscheen dit album met Armeense pianotrio's. Het kwam weliswaar nogal laat op mijn pad, maar heeft niet aan actualiteit heeft ingeboet. Afgezien van de reeds genoemde Bagatellen van Mansoerien vinden we op deze cd drie pianotrio's van respectievelijk Arno Babadjanian (1921-1983), Gayaneh Tchebodarian (1918-1998) en Krikor Hakhinian (1926-1991), ontstaan in 1952, 1945 en 1964. Wat ze met elkaar gemeen hebben is hun toegankelijkheid, want dit is geen 'moeilijke' muziek, vooral mede dankzij de daarin op een kunstzinnige manier verwerkte, typisch Armeense volksliedachtige elementen. Waarbij tevens moet worden bedacht dat de toenmalige Sovjet-staat korte metten maakte met componisten die van 'formalisme' werden beschuldigd. Het Pianotrio van Hakhinian valt weliswaar niet uit de deze pianotrio's met elkaar verbindende folkloristische toon, maar is merkwaardig genoeg gezet in een nogal geprononceerde barokke 'verpakking' (achtereenvolgens passacaglia, fuga, aria en toccata). De drie musici hebben zich met groot engagement en gezag aan deze vijf werken gewijd. Treffend is dat alleen de violist Levon Chillingirian (van het gelijknamige strijkkwartet), in Cyprus geboren uit Armeense ouders, een Armeense achtergrond heeft, terwijl de celliste Viviane Spanoghe en de pianist André De Groote van puur Belgische origine zijn. Maakt het iets uit? Voor zover ik het kan beoordelen: geenszins. U kunt zich laten onderdompelen in hun bevlogen spel omlijst door de fraaie opname die u het tot in detail laat meebeleven. index |
|