![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2006
|
Crockett: To be sung on the water (voor viool en altviool) (1988) - Mickey Finn (voor soloviool) (1996). Michelle Makarski (viool), Ronald Copes (altviool). ECM New Series 1871 476.3102 • 53' • Dit is een fascinerende cd! Violiste Michelle Makarski (zie afbeelding) koos in deze uitgave - eigenlijk een artistiek vat vol tegenstrijdigheden - voor drie sonates van Giuseppe Tartini (1692-1770) en twee eigentijdse stukken van Donald Crockett (1951, overigens geen familie van de Amerikaanse pionier uit de tijd van het Wilde Westen, Davy Crockett..) Makarsi zet ze op meeslepende wijze tegenover elkaar in een soort muzikale dialoog die niet minder dan 250 jaar omspant. Tartini's muziek is nog steeds springlevend en dat heeft alles te maken met de speeltechniek (de 'Tartini-school') die ook vandaag de dag nog steeds de basis vormt van het moderne onderwijs in het vioolspel. Dat deze grote Italiaanse meester ook ware schoolvoorbeelden heeft geleverd van poëtisch en diep doorvoeld 'gezang' in de langzame delen van de sonates blijft nogal eens onderbelicht, maar Makarsi laat de toehoorder bepaald niet in het ongewisse over de aperte schoonheid ervan, met haar fraaie viooltoon en spaarzaam vibrato. We worden als het ware binnengetrokken in een bijna aards paradijs, een muzikaal arcadia met zangerige cantilenen en gepassioneerde exaltatie, als een tocht langs een indrukwekkende beeldengalerij, ware liederen zonder woorden. De Amerikaanse componist en muziekpedagoog Donald Crockett (Pasadena, 1951) is van huis uit een zanger en dat hoor je ook duidelijk in zijn muziek, die lyrische en sterk ritmische elementen met elkaar verbindt, gemakkelijk toegankelijk is en waarin een kristalheldere betoogtrant domineert. 'To be sung on the water' uit 1988 voor viool en altviool (opgedragen aan Makarski en de altviolist Ronald Copes) neemt niet meer in beslag dan ruim 11 minuten, maar is een poëtisch, melancholiek juweeltje, waarvan niet alleen de titel naar Schuberts 'Auf dem Wasser zu singen' D 774 (1823) verwijst. Als we dan al niet de loom voortbewegende roeispanen horen, de pure harmonieën en intervallen roepen wel degelijk gedachten op aan rustig voortkabbelende beekjes en in de zon glinsterende waterdruppels. De verbintenis met Tartini's negende solosonate in A is evident: de slotnoot is dezelfde als de eerste noot van 'To be sung on the water'. 'Mickey finn' is uit geheel ander hout gesneden, met zijn explosieve begin en bijna groteske stemmingswisselingen, afgewisseld door flarden Ierse volksmuziek, waarin we worden verplaatst naar de criminele scene van Chicago in de jaren twintig van de vorige eeuw, Zoals tegenwoordig vrijwel altijd het geval is wordt de soloviool in een akoestiek met wat langere nagalm vastgelegd, zoals ook in deze opname. Het voordeel is een prachtige, indrukwekkende vioolklank, het nadeel de uitvergroting ervan. Makarski is geen barokspecialist zoals bijvoorbeeld Andrew Manze. In het werk van Tartini is dat ook goed merkbaar, wat niets met de techniek (die is vlekkeloos), maar alles met barokretoriek te maken heeft. Zij hanteert een moderne strijkstok en demonstreert een eigentijdse visie op Tartini's meesterwerken. Daar is overigens niets mis mee! index |