CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2007

Mahler: Lieder aus Des Knaben Wunderhorn.

Sarah Connolly (mezzosopraan), Dietrich Henschel (bariton), Orchestre des Champs-Élysées o.l.v. Philippe Herreweghe.

Harmonia Mundi HMC 901920 • 64' •


Bij mijn weten is dit de eerste cd van het werk waarbij gebruik wordt gemaakt van 'periode-instrumenten'. Dit betekent dus dat de houten blaasinstrumenten bijzonder fraai afsteken tegen de 'zachtere' darmsnaren. Ook zijn er maar weinig opnamen waarin de hoorns zo levensecht zijn afgetekend. Deze natuurlijk klinkende, warme opname is een ware lust voor het oor en in sonisch opzicht naar mijn smaak zelfs de beste van alle Wunderhorn-opnamen die ik heb gehoord.

Connolly vind ik in dit repertoire ideaal, met een prachtig timbre en een uitgesproken intelligente tekstbehandeling. Haar dictie is vlekkeloos, haar inlevingsvermogen boven iedere kritiek verheven. Ik verkies haar inbreng zeker boven die van de sopraan Elisabeth Schwarzkopf (op EMI, met de onuitwisbaar fabuleuze Dietrich-Fischer Dieskau, en George Szell als dirigent), die teveel maniertjes in haar vertolking demonstreert. Een mogelijk minuscuul puntje van kritiek geldt 'Das himmlische Leben', waarvoor ik een lichter stemtype prefereer.

Het is daarbij wat spijtig dat de bariton Dietrich Henschel bij Connolly enigszins achterblijft. Hij zingt veelal met te veel nadruk op lettergrepen. De overdreven legatostijl gaat ten koste van de afwerking van frases. Het meest succesvol is zijn openingslied ('Revelge'), dat volledig recht doet aan de rauwe werkelijkheid van het soldatenleven. Fischer-Dieskau blijft hoe dan ook de 'leading voice' in dit werk, met zijn superieure expressie, die onnavolgbare mengeling van gravitas en lichtheid, waarbij ieder woord, iedere uitdrukking, iedere frase in deze muziek hem als een handschoen past.

Herreweghe is een dirigent van formaat die ook in het romantische repertoire, zoals hier, heus wel zijn mannetje staat. Hij heeft goed naar zijn beroemde voorgangers geluisterd, maar plaatst her en der wel degelijk eigen accenten (zoals in 'Wo die schönen Trompeten blasen' en 'Der Tamboursg'sell'). Een aparte waardering ook voor de twee liederen die nogal eens ontbreken: 'Das himmlische Leben' (Vierde symfonie) en 'Urlicht' (Tweede symfonie).

Chailly (Decca) en Abbado (DG) leveren door de bank genomen mindere vertolkingen af en resteert eigenlijk alleen nog Bernstein met Popp (DG) als beste alternatief, zij het dat die opname niet in de schaduw kan staan van deze bijzonder geslaagde Harmonia Mundi-verklanking.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links