CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2021 |
In de periode tussen 1650 en 1660 concentreerde Lully zich op het componeren van hofballetten, de 'ballets de cour', waarin - als we althans de verhalen daarover mogen geloven - de koning zelf intensief deelnam (het is niet waarschijnlijk dat hij zich aan pirouettes overgaf, maar eerder aan de min of meer statige dansfiguren). Lully was een behendige componist die er wel voor zorgde dat zijn muziek bij het hof in goede smaak viel. Zijn samenwerking met de toneelschrijver en acteur Jean-Baptiste Poquelin (Molière) was bovendien zeer vruchtbaar en resulteerde in een aantal belangrijke 'comédies-ballets', waarvan 'Le bourgeois gentilhomme' in 1670 de eerste was. Molière was bekend om zijn blijspelen en kluchten, Lully om zijn muziek. Beiden verzekerden zich aldus van de gunsten van Lodewijk XIV. Er moet hard en veel zijn gelachen om de wijze waarop Molière in zijn stukken de adel, de geestelijkheid en de medische stand, en bepaald niet besmuikt, op de hak nam! Molière (hij overleed in 1673) mag als de voorloper worden gezien van de door Lodewijk XIV in 1680 opgerichte 'Comédie Française'. Lully schreef maar liefst 25 balletten, materiaal waaruit na de jaren zeventig het Franse ‘tragédie-lyrique' zou ontstaan. De lichtvoetigheid (we zouden nu spreken van ‘hoog entertainmentgehalte') zoals we die aantreffen in Lully's hofballetten was als het ware op maar gesneden voor de jonge hofhouding die uitzag naar een verzetje. Een verzetje op niveau welteverstaan. Daarvoor leende zich bij uitstek het balletgenre, dat stamde uit een lange traditie die al terugging tot het bewind van Hendrik IV en Lodewijk XIII. Zeker voor de vader van Lodewijk XIV gold het ballet door zijn niet mis te verstane symboliek als een machtig politiek instrument. De oogst was dan ook enorm: tussen 1610 en 1643 werden vonden er alleen al zo'n 400 balletuitvoeringen plaats. De kwaliteit van het ballet verschilde daarbij evenwel aanmerkelijk, variërend van de somptueuze en met veel raffinement ontworpen ‘grand ballets' tot de haastig en veelal slordig in elkaar gezette ‘masques'. Lully's ‘ballet royal' dat de geboorte van Venus tot onderwerp heeft was in de discografie nog niet eerder vertegenwoordigd, wat door deze ‘world premiere recording' dan eindelijk goed wordt gemaakt. De eerste uitvoering van het werk, bedoeld als hommage aan ‘Madame', de schoonzus van Lodewijk XIV, Henrietta van Engeland, vond plaats op 26 januari 1665. Het gaf de componist alle gelegenheid om zijn nieuwe hofballet – zoals ook bij eerdere ‘formele' gelegenheden – zowel naar de Franse als Italiaanse stijl te ontwerpen, met de daarbij behorende vele virtuoze soli en airs die de aandacht gevangen moesten houden. De contrastwerking kwam ook tot uiting in het afwisselend tragische en burleske. Lully had dit effectrijke concept voor het eerst beproefd in 1659, met zijn ‘Ballet de la Raillerie'. Affect en effect, ze waren bij Lully in uitstekende handen! Zijn inventiviteit gold ook de specifieke ingeweven dansvormen als het menuet en de bourrée, terwijl hij met de entrées in steeds weer wisselende gedaante zijn meesterschap op dit gebied ruimschoots wist te bewijzen. Gelet ook op zijn lange staat van (hof)dienst moet zijn muziek in vorstelijke en adellijke kringen zeker geen verveling hebben opgewekt. We weten hoe de componist aan zijn einde kwam: als slachtoffer van zijn eigen dirigeerstaf. Tijdens de uitvoering van zijn 'Te Deum' in januari 1687 stampte hij met die staf zo hevig op zijn voet dat hij zich daarmee ernstig verwondde. Een groot abces tekende zich af, ontsteking volgde op ontsteking, de wond bleef etteren en er ontstond bloedvergiftiging. Het advies van zijn medici om de voet te laten amputeren sloeg hij in de wind. Een nogal bizar einde van een van de grootste Franse componisten uit de zeventiende eeuw. Les Talens Lyriques en het kamerkoor uit Namur onder leiding van Christophe Rousset hoeven zich in dit repertoire natuurlijk al lang niet meer te bewijzen. Vocalisten en instrumentalisten worden gewoontegetrouw met zorg uitgekozen, terwijl de uitvoeringen steevast worden gekenmerkt door een hoge mate aan spiritualiteit. Daar maakt ook deze uitvoering van ‘La Naissance de Vénus' geen uitzondering op. Op de 42 nummers volgt nog een toegift, een keuze uit vier andere balletten van Lully, waardoor de totale tijdsduur van deze cd op 73 minuten komt. index |
|