CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2023 |
De Nederlandse pianist Martin Oei (*1996) heeft met zijn Worlds of Liszt een prestatie van formaat geleverd. Maar eerst het ‘verhaal' dat teruggaat naar 2020, toen hij een voorstelling maakte getiteld ‘Tom & Jerry in the Garden of Delights', met animaties en video's die Liszts aardse bestaan in beeld brachten, een voorstelling die speciaal was bedoeld voor een groot publiek. Het achterliggende idee: vooral jong publiek in aanraking te brengen met klassieke pianomuziek. Het evenement (want dat was het) eindigde met die fenomenale cartoon die velen van ons ongetwijfeld in het geheugen gegrift hebben staan: The Cat Concerto, in 1947 geproduceerd door het trio Fred Quimbry, William Hanna en Joseph Barbera; een tijdloze animatie die nog steeds niet aan actualiteit, kijk- en luisterplezier heeft ingeboet.
Wat deze cd vooral interessant maakt is de Érard-vleugel uit 1847 die deze pianowerken van Liszt duidelijk in een ander ‘jasje' steekt. Het is een ware ontdekkingsreis terug in de tijd die belangrijke historische proporties aanneemt omdat Liszt de instrumenten van deze Franse bouwer goed kende en er zelf, zowel tijdens concerten in thuis, graag gebruik van maakte. Het is een ontdekkingsreis in die zin dat wie gewend is geraakt aan de hedendaagse Steinway, Bechstein of Bösendorfer en de typische vleugelklank van de negentiende-eeuwse Érards niet of onvoldoende kent, ongetwijfeld van de ene in de andere verrassing verzeild zal raken. Want de Érard klinkt volkomen anders. Met als niet minder belangrijke bijkomstigheid dat de pianist - het klinkt als vanzelfsprekend - zijn vertolking dient aan te passen aan de mogelijkheden én onmogelijkheden van het instrument. Niets is zo kritisch als de relatie tussen bespeler en instrument. Zo kritisch zelfs dat sommige pianisten, alle moeite, kosten en risico's ten spijt, hun eigen instrument de gehele wereld over (laten) sjouwen (denk maar aan Grigori Sokolov). Hoe Liszt zijn eigen composities en die van anderen speelde weten we niet, maar wel beschikken we over de de partituren die dienaangaande belangrijke aanwijzingen geven. Niet alleen aan de hand van de (vereiste) virtuositeit, maar ook de toen voorhanden zijnde klankeigenschappen en technische mogelijkheden van het instrumentarium kunnen daaruit redelijkerwijs worden afgeleid. Bovendien waren de componisten goed op de hoogte van de laatste technische ontwikkelingen op het gebied van de instrumentenbouw en maakten ze er in hun composities dankbaar gebruik van. Anderzijds waren het de musici die de instrumentbouwers stimuleerden om hun beste beentje voor te zetten, nieuwe mechanieken of een grotere of nog rijkere klank te ontwikkelen. Die voortgang vinden we dus ook terug in die partituren (wat tevens gold voor de introductie van een nieuw instrument, zoals bijvoorbeeld de saxofoon). Een paar maanden terug werd op de TEFAF-beurs in Maastricht een bijzonder instrument te koop aangeboden: een Érard-vleugel waarop Liszt en Thalberg een ‘duel' zouden hebben uitgevochten (dat overigens geen winnaar opleverde: ze zegevierden allebei). Het instrument was getaxeerd op 800.000 euro, nadat het door Frits Janmaat eerst was gerestaureerd. De oorspronkelijke eigenaar, een Franse kasteelheer, wilde met de opbrengst de opknapbeurt van zijn stulpje bekostigen...
En dan te bedenken dat een groot aantal vleugels die eens in het bezit van Liszt waren, bewaard zijn gebleven. Een deel daarvan is te vinden in het Liszt-museum in Boedapest. De laatste vleugel dateert uit 1862 en stond in Liszts appartement in het Vaticaan ten tijde van diens overlijden (Liszt overleed in 1886 in Bayreuth). Vreemd genoeg bleef de Érard vervolgens ruim een eeuw lang onder de radar, tot het instrument door de Italiaanse pianist Carlo Maria Dominici werd ontdekt en na een grondige restauratie in het Kunsthistorisches Museum in Wenen aan het publiek kon worden getoond..
Maar...er was ook de Weense fabrikant Bösendorfer die instrumenten bouwde en waarmee Liszt zeer verguld was. Zo schreef hij in 1838: "De volmaaktheid van een Bösendorfer overtreft mijn stoutste verwachtingen." Of het ook waar was? Ook in die tijd waren dergelijke instrumenten duur in aanschaf en liet menige musicus zich verleiden tot aanprijzingen om het daardoor gratis te bemachtigen, in bruikleen te krijgen, of anders wel tegen hoge korting...
Blijft voor de hedendaagse interpreet de vraag hoe de muziek van Liszt in rechtstreeks verband dient te (of kan) worden gebracht met het onder handen zijnde instrument. Oei heeft naar mijn smaak de juiste aanpak gekozen door de stemvoering geheel en al af te stemmen op het Érard-systeem met zijn parallel aangebrachte snaren, de daaruit resulterende transparantie en - het zegt tevens het nodige over de vele gevarieerde kleuringsmogelijkheden - de rijk uitwaaierende boventonen. Oei heeft zich dit scala zozeer eigen gemaakt dat het een lust voor oor en gemoed is om naar zijn spel te luisteren. Maar afgezien van de onontbeerlijke techniek is er ook de interpretatie die staat als een huis, in weliswaar werken van één componist, maar dan wel een toondichter die een uiterst afwisselend expressief en pianistisch palet in zijn werken vlocht. Het is een discours dat zoveel verschillende facetten kent dat het een verre van gemakkelijke opgave is om die allemaal in één recital alle recht te doen. Maar ook dat is Oei met vlag en wimpel gelukt. Het is een en al fascinatie, met als één van de vele sprekende voorbeelden het buitengewoon verbeeldingsvolle 'inferno'-deel van de Dante-sonate. Het is een recital dat uitmunt in sfeertekening en 'story-telling'. Bij hem komt het allemaal samen: het virtuoze, gepassioneerde, lyrische, contemplatieve en doorleefde. Geen zweem van het in deze muziek zo voor de hand liggende epaterende, banale of oppervlakkige, waardoor en passant ook het organische element volledig recht wordt gedaan. Een geweldige prestatie waarvoor ik me graag gewonnen geef. Jakko van der Heijden, heeft dit flonkerende spel in de warme maar heldere akoestiek van de Zeeuwse Concertzaal in Middelburg met groot raffinement vastgelegd. Kortom, een geweldig album. En nu maar hopen dat ook de jonge(re) garde de weg ernaar zal weten te vinden! _______________ index |
|