![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, augustus 2017
|
Lang geleden was het niemand minder dan Bernard Haitink die met het London Philharmonic Orchestra zich over alle symfonische gedichten ontfermde. De uit 4 cd's bestaande Decca-set is overigens nog steeds verkrijgbaar, zij het misschien her en der niet zonder enige moeite, want een herpersing zit er voor zover ik weet niet in. U kunt zich hier eventueel verder oriënteren (maar ook elders op het wereldwijde web vindt u zo het een en ander). Niet alleen geeft Haitink een echt compleet beeld van deze kant van Liszts muzikale, door de literatuur ingegeven ontdekkingsreizen, maar hij doet dat ook met veel verve en spiritualiteit. Dat zelfs Haitink de vele stopstappen en platitudes niet afdoende weet te omzeilen ligt niet aan hem, maar aan de componist. De symfonische gedichten van Liszt hebben door de jaren heen een niet al te beste reputatie en verschijnen hoogstens mondjesmaat op de programma's van de orkesten (en niet alleen in ons land). Deels terecht, deels onterecht. Zoals in alle kunsten (maar daar niet alleen) tieren de vooroordelen welig, maar de eerlijkheid gebiedt dat slechts een bescheiden deel van dit repertoire echt interessant is. Hoewel, smaken verschillen natuurlijk. Dat het vakmanschap van de grondlegger van dit op zich bijzonder interessante fenomeen niet ter discussie staat behoeft natuurlijk geen nadere uitleg. Liszt was van vele (muzikale) markten thuis en hij kon met verbeelding en meesterhand instrumenteren. Bovendien: de melodieën vloeiden hem even gemakkelijk uit de pen als zijn vele harmonische vondsten. Maar er is ook veel klatergoud en krachtpatserij, opgelegd pandoer en suikerzoete lyriek in deze stukken te vinden. Maar ondanks alle bedenkingen: het is en blijft muziek waarvan de portee niet alleen door het muziekhistorisch perspectief wordt bepaald. Praga Digitals heeft een aantal oude analoge banden digitaal stevig onder de loep genomen en dat blijkt meer dan uitstekend gelukt te zijn. Het klinkt allemaal fris en monter, zij het dat de opnamekwaliteit wel varieert. Dat kan ook moeilijk anders, want de oudste opname dateert uit 1956 (dat de in de jaren tachtig gemaakte opnamen aanzienlijk beter klinken ligt voor de hand). Wel heeft Praga het nogal merkwaardig ingericht. De cd met 'Les Préludes' (het hoofdthema is door de nazi's misbruikt als herkenningsmelodie van hun beruchte 'Wochenschau' uitzendingen), 'Tasso', 'Mazeppa' en ''Die Ideale'' heeft als subtitel 'Kubelík' meegekregen, terwijl deze dirigent alleen het laatstgenoemde werk dirigeert. Nog merkwaardiger is de Engelstalige toelichting die blijkbaar althans deels ergens anders vandaan is geplukt, want daarin wordt verwezen naar Haselböck als de dirigent van deze vier symfonische gedichten. Terwijl diezelfde Haselböck in geen velden of wegen te bekennen is en al evenmin - zo lezen we verderop - een 'small orchestra of roughly 40 musicians performing on original instruments' dirigeert. Het moet niet gekker worden. De uitvoeringen zijn zonder meer uitstekend. Er is bij alle dirigenten veel gevoel voor sfeer en drama te vinden, al zijn de onderlinge verschillen binnen de uiterst gevarieerde contouren van deze interpretaties, orkesten en dienovereenkomstige klankcultuur uiteraard groter dan bij Haitink. Wat overigens iets anders is dan wisselvallig, want van deze negatieve connotatie is gelukkig geen sprake. Aan een goede spanningsopbouw geen gebrek, het instrumentale kleurenpalet is net zo fraai uitgewerkt als de balans tussen blazers en strijkers. Het minst klinkt 'Die Ideale': qua opname wel te verstaan, want het lukte blijkbaar niet om het stoorniveau nog verder terug te dringen. De uitvoering daarentegen is een juweel dat terecht in deze verzameling niet mocht ontbreken. Alles tezamen genomen blijft Haitinks complete opname de veruit te verkiezen bron voor uw (mogelijk verdere) Liszt-exploraties. De twee opgelapte cd's van Praga bieden binnen deze context niet meer dan een aardige aanvulling van de discotheek. Van deze - ondanks de altijd direct herkenbare, door Liszt kunstig ingevlochten motieven - niet altijd even evenwichtig gestructureerde symfonische broedsels met hun vele martiale fanfares, de hoornsignalen, marsen, fel wapengekletter en wat dies meer zij moet je overigens wel houden. Dat dan weer wel. index |
|