|

CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2017
|
Metanoia
Liszt: Après une lecture de Dante - Ballade nr. 1 in Des - nr. 2 in b - Vallée d'Obermann (uit Années de Pèlerniage, Ier Année, Suisse) - Consolations
Beatrice Berrut (piano)
Aparté AP137 • 60' •
Opname: april 2016, l'église Saint-Pierre, Parijs |
|
|
Misschien een wat merkwaardige titel voor een cd: Metanoia. Het lijkt een nogal grote stap van de muziek naar de psychologie. In het Oude Griekenland werd met Metanoia gedoeld op een diep ingrijpende verandering in de zielsgesteldheid. De Zwitserse psychoanalyticus Carl Gustav Jung schreef over 'Wandlung und Heilung der Seele durch die Kräfte des Unbewussten, die in unserer Seele widerstreitende und widersprüchliche Elemente nebeneinander bestehen lassen'. Metanoia kent echter sinds 1991 nog een andere betekenis: het is de naam van de documentaire over de extreem moeilijke beklimming van de steile noordwand van de Eiger door de Amerikaanse alpinist Jeff Lowe. Voor zover bekend is hij tot nu toe de enige die dit en ook nog eens zonder kleerscheuren is gelukt. Het wel en wee van de menselijke psyche in combinatie met de complexe uitdaging van een vrijwel onbegaanbaar bergparcours: voilá, de pianomuziek van Franz Liszt lijkt daarmee metaforisch perfect in beeld gebracht! En nu ik mij toch in psychologische vaarwateren heb begeven: muziek kan een positieve rol spelen bij genezing of als troost, terwijl omgekeerd het lijden weer een inspiratiebron kan zijn voor het creëren van kunst.
Ik besteedde op deze site al eerder aandacht aan de Zwitserse pianiste Beatrice Berrut (Genève, 1985), toen samen met de celliste Camille Thomas in werken van Rachmaninov, Kabalevski en Auerbach, een prachtige cd van het label Fuga Libera. Nu heeft zij, in dit veeleisende Liszt-programma, het rijk geheel voor zich alleen.
Een muziekcriticus en tijdgenoot van Liszt schreef eens over diens spel: 'Es ist nicht mehr Klavierspiel dieser oder jener Art, sondern Aussprache eines kühnen Charakters überhaupt'. Over psychologiseren gesproken... Hoe 'kühn' dat karakter van Liszt toen moet zijn geweest vertelt de geschiedenis niet, maar het spel van Beatrice Berrut is zeker 'kühn' te noemen, in de betekenis van gedurfd, zelfs een tikje brutaal (in onder meer de tweede ballade). 'Brutaal' heeft misschien een wat minder positieve connotatie, maar waarom zou je als vertolker niet brutaal mogen zijn? Er kan per saldo - en dat geldt zeker voor veel pianowerken van Liszt - geen enkel bezwaar zijn tegen gedurfd spel. Het notenbeeld kan er gewoon om vrágen! Hoe het ook wordt gewend of gekeerd, hoezeer ook het begrip virtuositeit wordt verzacht, het is gewoon een vaststaand feit: Liszt hield als componist én als pianist van virtuositeit. Dat verklaart deels ook het veelal epaterende karakter van zijn muziek, de absolute wil om te (ver)bluffen en te overdonderen. Hij stond daarin natuurlijk niet alleen: in de negentiende eeuw trokken er veel virtuozen van allerlei kunnen door Europa, tot in Sint-Petersburg. En niet alleen pianisten, maar ook violisten. Paganini was een van hen. Ook zijn naam zal er altijd mee verbonden blijven. Terwijl het een misverstand is om te denken dat virtuositeit per definitie hol of leeg is, of in muzikaal opzicht alleen maar betekenisloos. Neem die Tweede ballade, waarin het virtuoze karakter meesterlijk samengaat met de fraaist denkbare, lyrische guirlandes. Overdonderend pianistisch machtsvertoon dat overgaat in de mooist denkbare poëzie. En al is het meer ´Ausdruck der Empfindung als Mahlerey´ (Beethoven in een brief van 28 maart 1809 aan de muziekuitgeverij Breitkopf & Härtel in Leipzig), Liszts Vallei van Obermann, door de componist treffend gemodelleerd naar het gelijknamige boek van Étienne Pivert de Sénancour, heeft onder de handen van Berrut iets onbestemds, treffend suggereert zij het bestaan ervan, met zijn overweldigende eenzaamheid, de herfststormen en de diep gevoelde melancholie, nadat de lugubere introductie ferm de toon heeft gezet.
Daarmee zijn we aanbeland bij wat ik in de pianowerken van Liszt zo belangrijk vind: het vermogen tot sfeertekening. Dat het uiterlijk van al die noten eerst bijna onmerkbaar naar het innerlijk verschuift, naar het onbewuste, terwijl de 'widerstreitende und widersprüchliche Elemente' niet verloren gaan. Dat gebeurt in dit schitterend vormgegeven Liszt-recital. Het is ontroerend en indrukwekkend dat een jonge pianistengeneratie zowel de onderhuidse spanningen als de expressieve schoonheid waaraan deze muziek zo rijk is, bloot weet te leggen en er ook nog een eigen stempel op weet te drukken. Dat virtuositeit niet wordt gedegradeerd tot een lege huls, maar onmisbaar deel uitmaakt van die expressie, of het nu die 'vallei', die ballade of de Dante-sonate betreft. Dat levert de synergie op die in deze muziek besloten ligt. En de Consolations zijn hier precies wat ze naar mijn gevoel moeten zijn: troostrijk maar zonder opgelegd sentiment. Dan is er de perfecte timing die sterk bijdraagt aan de uitdrukkingskracht van deze stukken. Samengevat is dit een bijzonder geslaagd Liszt-recital. De klank van de Bösendorfer is magnifiek vastgelegd. Een foutje in het boekje: het is niet 'Après une lecture du Dante' maar ...de Dante'.
|
|