CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 1997

 

Liszt: Ihr Glocken von Marling - Im Rhein, im schönen Strome - Bist du! - Vergiftet sind meine Lieder - Jugendglück - Freudvoll und leidvoll - Der Fischerknabe - Der Hirt - Der Alpenjäger - Die drei Zigeuner - Der Glückliche - Kling leise, mein Lied - Die Macht der Musik - Wir nie sein Brot mit Tränen ass - Ich möchte hingehn - Die Vätergruft - Ich scheide - Wanderers Nachtlied II.

Philip Langridge (tenor), John Constable (piano).

Unicorn-Kanchana DKP(CD)9162 • 71' •


Liszt heeft evenals Beethoven in de ontwikkeling van het Duits-romantische kunstlied slechts een bescheiden rol gespeeld. En dit ondanks zijn belangstelling voor deze kunstvorm (men denke alleen al aan zijn pianobewerkingen van menig Schubert-lied). De hier verzamelde liederen zijn met uitzondering van Wanderers Nachtlied in de oorspronkelijke versie te horen. Het merendeel werd geschreven in het Duitse Nonnenwirth, tussen de inspannende concertreizen door. Uit zijn correspondentie en de vele versies (met name de pianopartij werd dan onderhanden genomen) blijkt dat het hem aan zelfkritiek zeker niet ontbrak. In sommige liederen treden beroemd geworden pianowerken aan de oppervlakte: in de virtuoze ballade Die drei Zigeuner zijn het de Hongaarse rapsodieën, terwijl in Kling leise, mein Lied de Liebesträume duidelijk doorklinken.

Langridge en Constable zijn uitstekende pleitbezorgers, al kon ik mij ook nu weer niet aan de indruk onttrekken dat het Duitstalige liedrepertoire voor veel Engelse vocalisten geen 'gefundenes fressen' is. Zeer verzorgd en met aandacht voor ieder detail, maar ook nogal gladjes en te sterk gericht op stemschoonheid, zonder die sterke expressieve betrokkenheid waarmee de dichtregels ook daadwerkelijk tot léven komen. Het is een idioom waar het Kanaal menigmaal nog nét te breed en te diep voor lijkt te zijn. Dat is helaas ook nu weer het geval.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links