CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2019 |
Achtereenvolgens de vioolconcerten van Brahms en Ligeti zou als onderdeel van een concertprogramma natuurlijk niet werken, maar ook op cd hoeft het nog geen ideale combinatie te zijn. Al denkt de Italiaanse violist Augustin Hadelich (Cecina, 1984), opgeleid aan de Juilliard School of Music, er bepaald anders over:
Vanuit puur programmatisch perspectief is het maar de vraag of beide werken tot elkaar in de goede context staan: dat ze elkaar versterken in plaats van verzwakken. Datzelfde geldt overigens over een eigentijdse cadens in een klassiek of romantisch concert. Zelf ben ik nooit overtuigd geraakt van bijvoorbeeld die van Gidon Kremer in Beethovens Vioolconcert. Het pakte in mijn beleving uit als een verzwakking van het gehele werk. Terwijl diezelfde Beethoven nu juist heeft laten zien hoe sterk een goed uitgeschreven cadens kan zijn! Niet alleen in zijn eigen concerten, maar ook in die van Mozart. Natuurlijk is het evident dat het Hadelich om het prikkelend effect van de contrastwerking te doen was, maar de muzikale werkelijkheid is nu eenmaal dat niet alleen de gebezigde techniek, maar ook de melodische, harmonische, ritmische, dynamische en zeker niet in de laatste plaats de structurele eigenschappen beide werken mijlenver uit elkaar hebben geplaatst. Dat de cd - anders dan een concertprogramma - desondanks vergevingsgezind is, is net zo helder: niemand hoeft beide concerten immers achter elkaar af te spelen. Over de beide met meesterhand ingevlochten cadensen niets dan goeds: in het Brahms-concert borduurt Hadelich inventief voort op de zo bekende traditionele cadens, terwijl Thomas Adès het Ligeti-concert van een cadens heeft voorzien die stilistisch naadloos aansluitend bij Ligeti's heel bijzondere, zo niet zeer specifieke idioom. Het goede nieuws geldt ook de vertolkingen, want die zijn briljant, gepassioneerd en technisch vlekkeloos. Het diep gevoelde engagement straalt er vanaf. Die zijn er uiteraard al in overvloed van het Brahms-concert, maar de unieke cadens van Hadelich promoveert deze opname wel prompt tot witte raaf in een zo langzamerhand vrijwel onoverzienbare discografie. Tijdens het beluisteren van het Ligeti-concert (een krachttoer voor zowel solist als orkest, maar eveneens met grote overtuiging en een diepe glans volbracht) schoot me plotsklaps een andere opname te binnen die hier in de kast staat en bij nader beschouwing nooit blijkt te zijn besproken: die van Patricia Kopatchinskaja op het Naïve-label, inventief geprogrammeerd met het Tweede vioolconcert van Béla Bartók en 'Seven' van Peter Eötvös (tevens de dirigent). Die omissie hoop ik binnenkort alsnog goed te maken. index |
|