CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2023 |
Drie (deels) tijdgenoten, waarvan de Belg Guillaume Lekeu het kortste leven beschoren was: hij overleed op 21 januari 1894, een dag na zijn vierentwintigste verjaardag. Geboren in het Belgische Verviers en gestorven in het Franse Angers had Lekeu zich in die luttele jaren als groot compositorisch talent bewezen, wat het op zich onverklaarbaar maakt dat zijn muziek in ons land nooit een belangrijke plek heeft ingenomen. Alleen de aan zijn landgenoot, de virtuoze violist (en zelf ook componist) Eugène Ysaÿe opgedragen (en door Yehudi Menuhin en Arthur Grumiaux sterk gepropageerde) Vioolsonate wordt in ons land nog weleens uitgevoerd. In december 2015 besprak collega Emanuel Overbeeke de cd-box met Lekeu's verzamelde werk, uitgebracht door Ricercar en hier besproken. Dat op dit nieuwe album ook César Franck (1822-1890) vertegenwoordigd is, ligt zowel voor de hand als dat het volkomen terecht is. Franck was immers de leraar van de jonggestorven Belg, terwijl Lekeu's Vioolsonate raakvlakken heeft met niet alleen die van Franck, maar ook met diens uit rond 1885 stammende, 'Mélancolie', een kort maar sfeervol werk voor viool en piano dat wel dit album siert. In het cd-boekje wordt als ontstaansdatum 1911 aangegeven, maar toen was de componist al eenentwintig jaar dood. Het is een transcriptie van een solfègestuk, mogelijk van Franck zelf, maar dat is niet zeker. Een andere belangrijke componist die op dit album met zijn Vioolsonate is vertegenwoordigd is Marcel Dupré (1886-1971). Hij werd geboren toen Lekeu pas zestien was, terwijl Franck nog slechts vier jaar te leven had. Het begrip 'tijdgenoot' is wat dit betreft dus nauwelijks van betekenis. Dupré maakte carrière als componist en organist (hij was tevens een groot improvisator), maar in de collectieve herinnering leeft hij vooral voort in zijn orgelwerken, maar ook zijn orgelspel (hij leefde lang genoeg om dat in goede of minstens redelijke kwaliteit te laten vastleggen), en ongetwijfeld bij organisten en kenners ook als auteur van zijn leermethode: Méthode d'orgue, verschenen in 1927. Dat zijn in 1909 voltooide Vioolsonate (Dupré was toen pas drieëntwintig) in de schaduw staat van zijn grote aantal orgelcomposities ligt dus nogal voor de hand, al is die sonate wel degelijk een prachtig werk, zij het dan nog gestileerd naar de Laatromantiek. Dupré droeg het stuk op aan zijn leraar, Louis Vierne, die op zijn beurt weer had gestudeerd bij César Franck. Waarmee, wat dit album betreft, de cirkel eigenlijk wel rond is. De Poolse violist Michael Buczkowski en de Schotse pianist Andrew Wright vormen een ideaal duo dat heeft gezorgd voor zeer idiomatische verklankingen die iedere toets der kritiek gemakkelijk kunnen doorstaan. Ook opnametechnisch mag dit een aanwinst worden genoemd, want technicus Slava Poprugin tekende voor een ideale balans tussen de beide instrumenten, met voorts oorstrelende sonoriteit en transparantie. Alles tezamen betekent het een ronduit kostelijke uitgave! index |
|