CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2022 |
Michel-Richard de Lalande (1657-1726) was de componist en musicus die koning Lodewijk XIV (1638-1715) het meest aan het hart lag. Dat valt op te maken uit de vele functies die hij bekleedde en die het gehele muzikale hofleven omvatten, reikende van de 'Chapelle' tot de 'Chambre'. Hij was bovendien een harde werker die geen moeite teveel was en daarbij talloze muzikale hand- en spandiensten verrichtte, waaronder het geven van muzieklessen aan de prinsessen. We zien die betrokkenheid en ijver ook terug in het aantal 'grand motets' dat Lalande speciaal ter ere en glorie van de koning componeerde: er zijn er maar liefst 77 van overgeleverd, tevens het zwaartepunt binnen zijn gehele rijke oeuvre. Het lijdt daarbij geen twijfel dat de 'Messe du Roi' zowel in liturgisch als muzikaal opzicht een van de belangrijke hoogtepunten is geweest in het hoofse (alle)dagelijkse bestaan. Zoals het ook vaststaat dat zijn reputatie tot aan het einde van het Ancient Régime onaangetast bleef. Wie even de geschiedenis vergeet en naar deze schitterende muziek luistert, begrijpt alras waarom: zij is vervuld van pracht en praal (in dit opzicht in volmaakte harmonie met de entourage van de regerende Zonnekoning!), de inspiratie neemt een hoge vlucht en de vele contrasten en instrumentale kleuren zijn van een wel heel bijzondere schoonheid. Dit is muziek die een onmiskenbare grandeur uitstraalt, weliswaar sterk religieus is getoonzet, maar geen enkele concessie doet aan het sublieme evenwicht . Het compositorische vakmanschap getuigt van een grote autoriteit en de expressieve krachten die vanuit dit retorisch buitengewoon fraai vormgegeven betoog hun weg naar de luisteraar zoeken, maken ook vandaag nog diepe indruk. Toen moeten het toch vooral zeer luisterrijke, in klankweelde badende misplechtigheden zijn geweest, met veel koorknapen (pages), koristen (chantres) en instrumentalisten (symphonistes). Want Louis keek niet op een paar centen. Het staat buiten kijf dat het merendeel van het oeuvre van Lalande tot de hoogtepunten van de Franse Barok moet worden gerekend. Een 'wapenfeit' waarop de 'Grand Motets' geen uitzondering maken. Lalande behoorde tot de groten, met Marc-Antoine Charpentier, Jean Baptiste Lully, Michel Lambert, Jean-Philippe Rameau en François Couperin. Het zijn deze grote namen die de Franse muziekgeschiedenis in belangrijke mate hebben bepaald en gestuwd. Wat allemaal niet wegneemt dat het (her)beleven van deze muziek staat of valt met de uitvoering ervan, met de nadruk op de keuze en de kwaliteit van de zangstemmen, waaraan door de componist de hoogste eisen worden gesteld. Op dit punt hoeft het Franse Ensemble Correspondances onder leiding van Sébastien Daucé zich niet meer te bewijzen, maar ook in instrumentaal opzicht ligt 'traditioneel' de lat zeer hoog. En opnieuw blijkt hoe 'gelukkig' deze muziek uitpakt binnen de muren van het Arsenal de Metz, niet alleen dankzij ze uitstekende akoestiek maar uiteraard ook door de bijzonder fraaie opnamekwaliteit. Dat de registratie niet werd gemaakt in de koninklijke kapel van het paleis van Versailles, de toenmalige residentie van Louis XIV, hoeft dan ook niet als een gemis worden opgevat. In Metz is er volop sfeer en engagement en worden de vocale en instrumentale soli net zo fraai uitgelicht als de tutti zich over de luisteraar ontfermen. index |
|