CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2023 |
Zowel zéér vertrouwd repertoire: deze beide strijkkwartetten van Leos Janácek, als minder bekend: het Eerste strijkkwartet van György Ligeti, met zijn illustere subtitel 'Métamorphoses nocturnes', broederlijk verenigd op dit superalbum waar de vonken bij wijze van spreken vanaf vliegen. Om bij de kwartetten van Janácek te beginnen: Waar het Belcea , nog sterker getint dan bijvoorbeeld het Jerusalem Quartet, afscheid van heeft genomen is van wat ik als de 'laatromantische stijl' zou willen betitelen: een warme vloedgolf die weldadig aandoet, maar waar van dus wel de scherpe kanten geraffineerd vanaf zijn geslepen, er sprake is van lumineuze vertolkingen die op het eerste gehoor diepe indruk maken, maar waardoor menigeen zij het misschien later toch het gevoel bekruipt dat het allemaal wel erg mooi wordt voorgesteld. Wat het spel van het Belcea betreft komt dat laatste sowieso niet op, want het ensemble musiceert, balanceert op het scherp van de snede, met als gevolg een geprojecteerde onverbiddelijkheid die verre van weldadig aandoet, juist het - menigmaal op het agressieve af - vehemente karakter van deze muziek dubbel en dwars onderstreept. Spel ook waarin een zekere ruwheid bewust deel uitmaakt van de interpretatie, nog eens versterkt door de ongekend scherp geprofileerde tempowisselingen, de even scherp getande ritmiek en de zelfs in de lyrische passages veelal pregnante toonvorming. Met de partituur onder handbereik blijkt steeds weer dat het Belcea het bij het rechte eind heeft: iedere aanwijzing in het notenbeeld wordt met de meeste precisie gevolgd, ieder accent, iedere frase komt met opperste precisie in beeld omdat het zo genoteerd staat (ik cursiveer het maar voor alle duidelijkheid). Kort gezegd, dit zijn uitvoeringen waarvan de intensiteit ronduit overweldigend is. In het strijkkwartet van Ligeti verloopt het niet anders, doet het ensemble er incidenteel zelfs nog een expressief schepje bovenop, gedreven door een rusteloze puls en weer dat uiterst scherpe profiel waarmee die de toehoorder naar alle denkbare muzikale uithoeken wordt gemanoeuvreerd. En dat ingebed in een kristalheldere textuur die ook deze naar de laarste kwartetten van Bartók zwemende partituur optimaal tot zijn recht laat komen. Mag het enigszins theatraal zijn? Ja, dat mag, nee, dat moet. De overrompeling is compleet, de opname in een woord geweldig. index |
|