CD-recensie

 

© Aart van der Wal, december 2015

 

Hans Huber: Werken voor Viool, Cello en Piano

(H.) Huber: Drei Melodien op. 49 (1879) (voor viool en piano (1879) (alleen op Blu-ray disc) - Fantasiestücke op. 78 (voor viool en piano) (1885) - Pianotrio nr. 1 in E, op. 65 (1880/85) - nr. 3 in F, op. 105 (1890)

Jan Schultsz (piano), Chouchane Siranossian (viool), Thomas Demenga (cello)

BMN Audiophil 20156 • 58' • (cd + Blu-ray disc)

Opname: januari 2015, Hans Huber-Saal, Basel
(op. 49 en op. 78); september 2015, Landgasthof Riehen, Basel (op. 65 en op. 105)

 

Hans Huber (1852-1921), de 'Zwitserse Brahms', doet zeker in zijn kamermuziek maar ook in zijn pianconcerten die bijnaam eer aan, want hij beweegt zich duidelijk binnen hetzelfde idioom, al moest hij op het gebied van melodische en harmonische inventiteit in diezelfde Brahms (het lijkt mij bijna vanzelfsprekend) zijn meerdere erkennen. Toch is het al te eenvoudig om daarmee zijn muziek in haar geheel te kwalificeren, want - gelukkig voor ons, luisteraars! - heeft Huber wel degelijk iets bijzonders te bieden: hij laat de laatromantiek zingen en bloeien, presenteert niet voor de hand liggende intervallen en durft het aan om de structuur in de beide pianotrio's dusdanig naar zijn eigen hand te zetten dat zelfs menigmaal sprake is van een fascinerende combinatie van spontane improvisatie en klassieke sonatevorm. Zijn instrumentatiekunst staat eveneens buiten discussie: hij weet precies aan welk instrument een hoofd- of bijrol toekomt, al naar gelang de melodische en harmonische ontwikkeling. Waar nog bijkomt dat hij in dit opzicht ook echt 'los' kan componeren: het stemmenweefsel geniet daardoor een zelfstandigheid die indruk maakt. Duidelijk is ook dat hij de pianistiek in deze trio's letterlijk in de eigen vingers heeft gehad: hij was een formidabele pianist die zowel qua interpretatie als techniek zijn vele toehoorders maar ook zijn leerlingen steeds weer wist te verbazen. Kortom, eerst een talentvol en later een groot pianist die in Leipzig les had gekregen van niet minder dan Carl Reinecke. Dat Mendelssohn, Schumann en Liszt (evenals Brahms een tijdgenoot van Huber) evenmin ver weg zijn laat zich raden (Hubers Fantasiestücke op. 78 hebben in die van Schumann een rijke inspiratiebron gevonden!), maar toch is het Brahms die Hubers grote voorbeeld is geweest.

Deze cd (of de Blu-ray disc) laat ons voor de eerste keer kennismaken met deze werken voor piano, viool en cello van Huber in meer dan uitstekende uitvoeringen: het technische meesterschap van deze dame en twee heren is evident, maar ook in interpretatief opzicht stelen ze de show met hun diep gravende, individualistisch expressieve kijk op deze fraaie muziek die het zonder meer waard is om te worden uitgevoerd (en uiteraard beluisterd). Deze cd biedt daartoe een meer dan goede voorzet. De Blu-ray disc is een aardig initiatief dat ik al eerder bij dit Zwitserse label tegenkwam: vergeleken met de cd zijn definitie en ruimtelijkheid groter, al moet worden gezegd dat de akoestische afbeelding in de Hans Huber-Saal mij wat al te droog en (daardoor?) te afstandelijk was. De muziek van Hans Huber verdient beter dan die Hans Huber-Saal. Misschien kan daaraan in de toekomst met enige 'kunstgrepen' iets worden gedaan, zo niet akoestisch dan toch opnametechnisch. Gelukkig werden de beide pianotrio's elders opgenomen en leverde dat een overtuigende revanche op. Voor de pianoliefhebbers: in op. 49 en op. 78 speelt Jan Schultsz (in een recente recensie van Siebe Riedstra kunt u meer over hem lezen) op een Steinway D 274 en in de beide pianotrio's op een Bechstein E265 uit 1914, voor mij een qua klankkleuren en transparantie in zowel bas als middenregister ware 'ontdekking'. Het moet voor Schultsz een genot zijn geweest om deze stukken daarop te spelen. Dat alleen al inspireert tot grote daden!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links