CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2012

 

 

Hosokawa: Landscape V (1993) - Ceremonial Dance (2000) - Sakura für Otto Tomek (2008) - Cloud and Light (2008)

Mayumi Miyata (shô), Münchener Kammerorchester o.l.v. Alexander Liebreich

ECM 2095 476 3938 • 56' •

 

 


 
 
Toshio Hosokawa

Volgens de in Hiroshima op 23 oktober 1955 geboren Toshio Hosokawa is muziek de plek waar noten en stilte elkaar ontmoeten. In zijn muziek ontmoeten in ieder geval het Westen en het Oosten elkaar: de grote Weense klassieken en de Tweede Weense School gaan hand in hand met traditionele Japanse klanken, waarbij belangrijke uitstapjes worden gemaakt naar Zen, een vorm van boeddhisme die de meditatie hoog in het vaandel heeft. Want dankzij opperste concentratie kan de weg vrij worden gemaakt naar het eigen ik en een bevrijdende kijk op het eigen leven.

De muziek van Hosokawa is in het Westen vrij bekend geworden. Een groot aantal prijzen bevestigt dat nog eens nadrukkelijk. Ook in Europa worden Hosokawa’s composities vrij regelmatig uitgevoerd en heeft hij menige prijs in de wacht gesleept of was hij ‘composer in residence’. Ik noem hier slechts Berlijn 1982, Venetië 1995 en 2001, Rheingau, Duisburg en Salzburg 1998, Luzern 2000, Schwaz en München 2001, Helsinki 2003, en Warschau 2005 en 2007. Zijn muziek was onlangs te horen in de ZaterdagMatinee (klik hier), uitgevoerd door de Berliner Philharmoniker onder chef-dirigent Simon Rattle.

Wat deze cd in ieder geval extra interessant maakt is de ruimhartige inzet van de oorspronkelijk in China voor het eerst gebruikte shô, een soort fluit (‘mondorgeltje’) met maar liefst zeventien smalle bamboepijpen dat al in de achtste eeuw een volwaardige plaats innam in de muziek aan het keizerlijk hof en dat ook in het hedendaagse Japan nog steeds wordt bespeeld in theaters en bij bepaalde ceremonieën. De vorm lijkt sterk op die van een vogel met wijd uitstaande vleugels, wat niet toevallig is: de klank van het instrument wordt geassocieerd met de roep van de feniks, de vogel die volgens de Griekse mythologie uit zijn eigen as herboren wordt. In het Verre Oosten geldt de feniks als symbool voor het vrouwelijk geslacht. Wie de shô wil bespelen moet geduld hebben: het instrument moet eerst worden opgewarmd om te voorkomen dat de metalen klepjes door vochtophoping niet in beweging te brengen zijn.
Niet alleen in Japan hebben componisten dankbaar gebruik gemaakt van de shô: ook John Cage en Helmuth Lachenmann schreven voor dit typische instrument dat als geen ander tot zeer ijle klankpatronen in staat is. Dat ook Hosokawa met de bijzondere klankeigenschappen van de shô creatief weet om te springen blijkt wel uit de drie van de vier op deze cd samengebrachte stukken die speciaal met de shô in gedachte werden geschreven: Landscape V voor shô en strijkorkest (oorspronkelijk gecomponeerd voor shô en strijkkwartet), Sakura voor shô solo en Cloud and Light voor shô en orkest. Mayumi Miyata is een meester op de shô en Alexander Liebreich (hij begon zijn carrière in Nederland, als assistent van Edo de Waart bij het Radio Filharmonisch Orkest) )doet zijn naam eer aan: hij levert liefderijke begeleidingen met zijn Münchener Kammerorchester (in Ceremonial Dance heeft het ensemble het rijk alleen).

De opname is weer typisch in ECM-stijl: kraakhelder, met het solo-instrument en het orkest mooi in de ruimte geplaatst (oktober 2009, Himmelfahrtskirche, München).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links