![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2012
|
Haydn/Peris Lacasa: Die sieben letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze Susanne Kelling (mezzosopraan), Henschel Quartett Challenge Classics CC72546 • 64' • Opname: januari 2012, Joseph Haydn (1732-1809) schreef de 'Zeven laatste woorden van onze Verlosser aan het Kruis' in Wenen rond 1785. De opdracht kwam van Don José Sáenz de Santa María, de schatrijke markies van Valde-Íñigo, die er heel veel geld voor over had gehad om de Santa Cueva de Covadonga grot onder de kathedraal van Santo Rosario in het Zuid-Spaanse Cádiz het aanzien te geven van een kunstwerk dat de vergelijking met de Sixtijnse kapel kon doorstaan. Hij had de componist gevraagd om voor de kerkdienst op Goede Vrijdag een passend werk te schrijven. Haydn voldeed aan de opdracht: hij schreef een orkestwerk dat naast een ' introduzione' zeven langzame delen (sonates) bevat en dat wordt afgesloten met een duizelingwekkend Il terremoto (letterlijk vertaald: de beweging van de aarde, aardverschuiving).
Haydn had van zijn opdrachtgever blijkbaar duidelijke aanwijzingen ontvangen, want hij schreef er zelf over dat de bisschop na de muzikale inleiding plechtig vanaf de kansel het eerste van de zeven woorden sprak om daar dan vervolgens een overpeinzing over te geven. Eenmaal weer afgedaald, knielde de bisschop voor het altaar en klonk de eerste sonate. Dat herhaalde zich evenzo vele malen. Aangezien iedere sonate tussen de ruim vijf en negen minuten in beslag neemt moet dat niet alleen voor die bisschop maar ook voor de kerkgangers een behoorlijke inspanning zijn geweest. Er zijn vier versies van het werk bekend: voor orkest, strijkkwartet, piano of koor. We weten zeker dat de orkestversie geheel en al door Haydn werd gecomponeerd, maar over de versie voor strijkkwartet zijn de meningen nog steeds verdeeld. Sommige muziekwetenschappers betwisten zelfs de authenticiteit omdat volgens hen de stemvoering op sommige punten kwalitatief minder is dan van de grondlegger van het achttiende-eeuwse strijkkwartet verwacht had mogen worden. Een nogal arbitrair oordeel, dat wel. De eveneens uit 1787 stammende pianoversie stamt zeker niet van Haydn, maar hij was er wel verguld mee, zoals blijkt uit een brief aan zijn Weense uitgever Artaria, waarin Haydn om enige extra exemplaren vroeg om mee te nemen naar Londen.
Het is misschien aardig om te vermelden dat paus Benedictus XVI op 19 maart 2010, Goede Vrijdag, in Rome zijn pauselijke zegen gaf aan de versie van Lacasa. Kelling zingt de kruiswoorden met overtuiging, terwijl het spel van het Henschel Quartett zich op een consistent hoog expressief niveau beweegt. Jammer alleen dat Kellings topnoten de schoonheid van het geheel ietwat ondergraven. Waarom niet eigengereid ingegrepen, een hele toon naar beneden getransponeerd ? Dat zou het verschil hebben uitgemaakt. De uitstekende opname laat het u allemaal meebeleven. De gezongen Latijnse tekst is in het cd-boekje niet opgenomen, wat wel had gemoeten. Dat de naam van de bewerker in de titel slechts half is weergegeven begrijp ik evenmin. Hij heet toch echt José Peris Lacasa en niet slechts José Peris. index |
||