CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2021 |
Waar de lockdown al niet goed voor was… In december van het vorig jaar nam de Franse sopraan Sabine Devieilhe in de Temple du St-Esprit, een pittoresk kerkje in het centrum van Parijs, niet ver van de beroemde Arc de Triomphe, een Bach-Händel programma op, samen met het net zo fameuze Pygmalion onder leiding van Raphaël Pichon (zij is met hem getrouwd). Het is om te beginnen een smaakvol samengesteld programma waarin het geheel nog aanmerkelijk meer is dan de som der delen. Want gezegd moet worden dat - in dit geval letterlijk – losgezongen recitatieven en aria's slechts een beperkt beeld kunnen geven van wat er in feite achter schuilgaat: een groots werk, wat zowel geldt voor Händels Brockes-Passion , Giulio Cesare en Il trionfo . Maar ook ‘Mein Jesu! Was voor Seelenweh' hangt daardoor enigszins in de lucht. Gelukkig mochten de beide Bach-cantates zich wel in een volledige uitvoering verheugen. Hoogtepunten zijn er genoeg, zoals het duet ‘Soll mein Kind, mein Leben sterben/Ja, ich sterbe dir zu gut', met de bariton Stéphane Degout in de rol van Jezus. Fenomenaal is ook de aria van Cleopatra, ‘Se pietà di me non senti', uit de Brockes-Passion . Het levert in deze schitterende vertolkingen die zo bijzondere combinatie op van theatraliteit en spirituele verdieping. Dit album doet hopelijk iedere ‘discussie' verstommen over wie nu eigenlijk groter was: Bach of Händel, of anders dat ze evenwaardig waren, aan elkaar gewaagd. Waarbij het – ik put uit eigen ervaring – zeker een rol speelt dat Bach wordt gezien als een (bijna) door God gezonden puritein en Händel als de gewiekste zakenman die precies wist waar zijn publiek naar verlangde en het dan ook daarin het volle pond wist te geven; en niet in de laatste plaats op het operatoneel (hij lijkt toen bijvoorbeeld het patent te hebben gehad op de vele geraffineerde cesuren die de dramatiek moesten versterken). Edoch, wie serieus naar deze nieuwe uitgave luistert zal hopelijk tot de conclusie komen dat hun muziek in de geschiedenis een unieke plek heeft verworven en dat die zich met niets en niemand überhaupt laat vergelijken. En het zijn toch in de eerste plaats de stralende, uiterst expressieve stem van Devieilhe (wát een ademtechniek, wát een legato!) en de instrumentale gloed van Pygmalion die dat voortdurend haarscherp duidelijk maken. index |
|