|

CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2019
|
Mr Handel's Dinner - Georg Frideric Handel & Friends - Music for the Opera Intermissions
Händel: Blokfluitconcert in F (naar de blokfluitsonate HWV 369 en het Orgelconcert HWV 293) - Orkestsuite (uit Almira HWV 1 en Concerto à 5 voor fluit en hobo HWV 287) - Fluitsonate in a, HWV 362 - Passacaille in G, HWV 399 (uit Triosonate op. 5 no. 4, Radamisto (III) HWV 12, Parnasso in festa HWV 73, en Il Pastor fido HWV 8) - Trio foor fluit, viool en bas in c, HWV 386a (uit Johann Georg Pisendel, Dresden manuscript, Schrank II collectie) - Chaconne in G, HWV 435
(Ex Bibliotheca Poelchaviana manuscript & Suites de Pieces, Londen ca. 1721, John Walsh)
Geminiani: Fluitconcert in G (naar Corelli's Sonate op. 5 nr. 11) Finger: A Ground in d (uit 40 Airs anglois pour la flûte, troisième livre)
Babell: Concerto in 7 Parts for sixth flute and four violins op. 3 no. 1 in D
La Cetra o.l.v. Maurice Steger (blokfluit)
Harmonia Mundi HMM 902607 • 77' •
Opname: augustus/september 2018, Martinskirche, Bazel |
|
|
Georg Friedrich Händel (George Friderick Handel op zijn Engels) toonde zich in Londen (vanaf 1712, hij was toen pas 27, woonde hij er permanent) vooral een theaterman: hij schreef er opera's aan de lopende band en liet ook in zijn oratoria het dramatische element met ware meesterhand en op een toen onnavolgbare wijze opvlammen. Maar hij had ook een bijzondere band met andere genres, waaronder dat van de puur instrumentale muziek. Dat blijkt onder meer uit zijn klavierwerken, de concerti grossi op. 3 en 6, de 'concerti a due cori' en uiteenlopende gelegenheidsstukken als de tot op de huidige dag zeer populaire 'Music for the Royal Fireworks' en 'Water Music' (al horen we daaruit meestal een selectie). Ze vloeiden met het grootste gemak uit zijn altijd nijvere pen.
Wie Händels muziek wilde horen, moest vooral in de Londense operahuizen zijn. Daar stond in de jaren 1720 en 1730 onder leiding van de componist zelf op grote schaal tijdens het operaseizoen avond aan avond de Italiaanse opera centraal. Een componist ook die als geen ander wist hoe hij zijn publiek moest bespelen met kostelijke, vaak gevoelige melodieën, maar ook met gedurfde harmonieën en een exuberante orkestratie. En dit alles in een dramatisch aangrijpende en zowel vocaal als instrumentaal virtuoze setting. De beste Italiaanse zangers waren door Mr Handel speciaal voor de gelegenheid van stal gehaald en de gevoelens die zij voor het voetlicht brachten waren zo levensecht dat menige theaterbezoeker tijdens de voorstelling grote tranen plengde. Ook buiten het theater, in de talrijke koffiehuizen en salons, waren Händels opera's een belangrijk onderwerp van gesprek, werden meningen uitgewisseld en bewondering geuit voor de bijna verzengende intensiteit van Händels muziek. De kenners en liefhebbers waren het er over eens: Händels muziek was hoogst verrassend, deed menigmaal zelfs versteld staan en werd er reikhalzend uitgezien naar alweer de volgende première.
Als geen ander was Händel zich daarvan uiteraard bewust: hij kende de favorieten van het publiek op zijn duimpje en uiteraard zorgde hij ervoor dat zijn muziek ook buiten het theater zoveel mogelijk werd gespeeld. Zo ontstonden de talrijke bewerkingen die door de meest uiteenlopende ensembles in kleine of grote(re) kring veelvuldig werden uitgevoerd. Maar ook de originele stukken waren meestal verbonden met muziek uit zijn opera's. Later, toen zijn operaster begon te verbleken en jonge concurrenten zijn plaats in theater begonnen over te nemen, wendde hij zich tot het oratorium, een genre waarin hij zowel de Italiaanse, Duitse als Engelse tradities deed samenvloeien en waarin zijn sublieme stilistische capaciteiten eveneens briljant tot uiting kwamen. Daarbij schroomde hij niet om tijdens de uitvoering van zo'n oratorium als het ware tussen de bedrijven door een orgel- of ander concert in te lassen, daarin zelf de solopartij voor zijn rekening nemend. Het procedé bleef ongewijzigd: gemakkelijk in het gehoor liggende, tot publiekslieveling gepromoveerde 'tunes', werden met meesterhand in die 'concerto's ingevlochten, verschenen daarin in een nieuwe gedaante en werden door het publiek omarmd en met volle teugen genoten. Dat later vanuit muziekwetenschappelijke hoek daarop veel kritiek kwam laat onverlet dat Händel, die net zo praktisch was ingesteld als zijn grote tijdgenoot Johann Sebastian Bach, met zijn uitgekiende strategie volle zalen trok en zich geenszins druk maakte over de 'musical flaws' die hem werden aangewreven. Integendeel, een zo sterk mogelijke band (en daarmee inkomsten) met zijn publiek: dat was waar de componist voortdurend naar streefde en uiteindelijk ook realiseerde. Met daarbij de kanttekening dat nu, bijna driehonderd jaar later, die band er nog steeds is!
Dit nieuwe album van Harmonia Mundi mag nog zo bont zijn samengesteld, het aldus gepresenteerde beeld past wel naadloos bij wat grosso modo in de London musical scene uit Händels tijd gebruikelijk was en waarbij origineel en bewerking elkaar gepast afwisselen. Muziek van Händel en tijdgenoten in een bijzonder fraaie setting door het in het barokrepertoire en de vroege Klassiek gespecialiseerde Zwitserse topensemble La Cetra, opgericht in 1999 door Peter Reidemeister, de toenmalige directeur van de beroemde Schola Cantorum Basiliensis. De naam van het ensemble is afgeleid van Vivaldi's verzameling van twaalf vioolconcerten op. 9. Het Italiaanse 'Cetra' betekent lier of citer.
Vrijwel alle musici van La Cetra studeerden af aan de Schola Cantorum Basiliensis. De historiserende uitvoeringspraktijk staat bij hen hoog in het vaandel, wat onder meer blijkt uit de al jaren bestaande intensieve samenwerking tussen La Cetra en de onderzoeksafdeling van de Schola. Sinds 2009 is Andrea Marcon, regelmatig te gast bij de NTR ZaterdagMatinee, de artistiek leider van het ensemble dat hij naar het hoogst denkbare niveau heeft getild. Daarvan legt deze cd flonkerend getuigenis af: onder leiding van de blokfluitist Maurice Steger wordt het ene juweel aan het andere geregen.
|
|