CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2010

 

 

Ombra Cara - arias of George Frideric Handel

Händel: uit Armadigi di Gaula: 'Sento la gioia - uit Agrippina: 'Otton, Otton'; 'Voi, che udite il mio lamento' - uit Riccardo primo, re d'Inghilterra: 'Agitato da fiere tempeste' - uit Tolomeo, re d'Egitto: 'Che più si tarda omai; 'Inumano fratel'; 'Stille amare' - uit Orlando: 'Ah! stigie larve'; 'Già latra Cerbero'; 'Ma la furia'; 'Vaghe pupille'; 'Túbbidirò, crudele; 'Fammi combattere' - uit Rodigro: Passacaille (ouverture) - uit Radamisto: 'Ombra cara di mia sposa' - uit Rodelinda: 'Fra tempeste funeste'; 'Con rauco mormorio'‡ - uit Sosarme: 'Per le porte del tormento'‡.

Bejun Mehta (countertenor), Rosemary Joshua (sopraan)‡, Freiburger Barockorchester o.l.v. René Jacobs.

Harmonia Mundi HMC 902077 • 72' • + dvd: The making of the recording.


Toen ik de Amerikaanse countertenor Bejun Mehta voor het eerst hoorde in een productie van Händels Orlando in het Londense Royal Opera House Covent Garden in oktober 2003 viel het me op dat zijn stemtype eerder lieflijk en rijk aan kleuring was, dan dat die goed paste bij zo'n typisch heroïsche rol als die van de soldaat Orlando in het leger van Charlemagne. Hoewel gezegd moet worden dat de mezzo Alice Coote, die wegens problemen aan haar stembanden al na drie uitvoeringen moest afzeggen en door Mehta werd vervangen, daarin al evenmin slaagde. Wat deze cd helaas niet kan laten zien is Mehta's misschien wel aangeboren talent voor acteren, want in tegenstelling tot veel van zijn collega's weet hij echt personages van vlees en bloed neer te zetten, met emoties die ons werkelijk raken. Mehta acteert zoals hij zingt: volkomen natuurlijk, zonder loze gestes, zonder opsmuk en misschien juist daardoor met grote overtuigingskracht. Net als Philippe Jaroussky is zijn vibrato niet alleen trefzeker, maar bovendien uiterst smaakvol toegepast en van een geëgaliseerde perfectie. Dan is er de puur virtuoze vocalistiek die, zoals in de aria 'Agitato da fiere tempeste' uit Riccardo primo, re d'Inghilterra, grote bewondering afdwingt. Het klinkt zo gemakkelijk, zo vanzelfsprekend dat er daardoor voldoende gelegenheid overblijft voor 'Charakterbildung'. Wie zo ongekunsteld kan zingen maakt vrij gemakkelijk de overstap van bijna drie eeuwen (Händel schreef zijn bijna vijftig (!) opera's tussen 1705 en 1750).

Händels »Tolomeo, re d'Egitto« (1728) in het handschrift van de componist

Händels concipieerde zijn opera's volgens het model van het nog van Claudio Monteverdi (1567-1643) stammende 'dramma per musica', opgebouwd uit recitatieven en aria's, vaak met het accompagnato om het dramatische effect nog verder aan te scherpen. Van dat laatste vinden we in dit recital overigens twee excellente voorbeelden: in Tolomeo ('Inumano fratel') en in Orlando ('Ma la furia'). Ook van de duetvorm zijn er op deze cd twee bijzonder geslaagde voorbeelden te vinden, 'Con rauco mormorio' uit Rodelinda en aan het slot 'Per le porte del tormento' uit Sosarme, in beide gevallen met de uitstekend presterende sopraan Rosemary Joshua. Misschien zal her en der het idee postvatten dat er zelfs sprake is van twee sopranen, want hoewel Mehta minder hoog reikt dan Jaroussky neigt zijn hoge register inderdaad naar dat van de jongenssopraan. Zo gek is dat trouwens niet, want zo is hij ook begonnen. Ttwaalf jaar geleden was het de Amerikaanse mezzo Marilyn Horne die zijn stralende stem in haar hart had gesloten en Mehta met behulp van een studiebeurs van de Marilyn Horne Foundation in staat stelde om verder te studeren. Mehta's stemtype brengt me trouwens tevens bij de bijgesloten dvd-documentaire The making of the recording, waarin René Jacobs een aantal behartenswaardige opmerkingen plaatst over het fenomeen van de countertenor en daarbij onder andere memoreert dat de volmaakte countertenor als een pyramide is: onderaan breed en sonoor, ferm en stralend in het midden, en expressief en dramatish aan de top.

Voor de in de authentieke uitvoeringspraktijk gepokte en gemazelde René Jacobs (die lang geleden zijn muzikale carrière als countertenor begon!) en het Freiburger Barockorchester is dit repertoire 'gefundenes Fressen' en zo krijgen we het ook voorgeschoteld, maar gelukkig is er (nog) meer dan dat, dankzij het zeer geïnspireerd spelende ensemble, met fonkelende strijkersguirlandes, flitsende en sprankelende houtblazers en een kruidige trompet. Zowel in de vele soli als in de tutti zijn deze musici een ware lust voor het oor. Tot slot nog een extra vermelding van de prachtige klanken van de luitist Shizuko Noiri, die dankzij de delicate en evenwichtige opname (de Paulussaal in Freiburg im Breisgau, maart 2010) optimaal uit de speakers komen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links