CD-recensie

 

© Aart van der Wal

 

Haas: Sarlatán.

Vladimir Chmelo (dokter Pustrpalk), Anda-Louise Bogza (Rozina), Miroslav Svejda (Bakálar), Leo Marian Vodicka (kok), Ladislav Mlejnek (Pavucina), Jan Jezek (Zavinac), Ales Briscein (vuurvreter), Ludek Vele (koorddanser), Milan Bürger (slangenbezweerder), Bohdan Petrovic (handelaar), Ludek Vele (dorpsdokter, spreekstem), Jan Markvart (herbergier) e.a., Praags Filharmonisch Koor, Praags StaatsOperaorkest o.l.v. Israel Yinon.

Decca 460 042-2 (2) • 1.26' •


De door Michael Haas (geen familie van de componist) geproduceerde Entartete Musik-serie is zijn gewicht in goud waard. Nog niet eerder besteedde een label zoveel aandacht aan juist die muziek die, zoals zovele kunstuitingen, het slachtoffer werd van de niets ontziende verbods- en vernietigingsdrang van de barbaren die tijdens het Nazi-bewind vrij spel hadden.

De Tsjechische componist Pavel Haas (1899-1944) eindigde zoals zovele lotgenoten, via het concentratiekamp Terezín (door de Duitsers toen in Theresienstadt omgedoopt) in het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau, waar hij in 1944 overleed. Hij liet weliswaar een bescheiden oeuvre na (in dezelfde Decca-serie werden overigens ook strijkkwartetten van deze componist uitgebracht), maar het was ook in kwalitatief opzicht meer dan voldoende om hem een wezenlijke plaats in de Tsjechische muziekcultuur van deze eeuw toe te kennen.

De hoofdpersoon in deze in 1937 voltooide tragikomedie in drie akten en zeven scènes is dokter Pustrpalk, een charlatan en kwakzalver, die meent over magische krachten te beschikken die iedere ziekte kunnen genezen, en daarvan op markten luidkeels konde doet. Haas schreef zelf het libretto, waarbij hij zich met name baseerde op een roman van de Duitse auteur Josef Winckler. Haas had, evenals Mahler, zijn wortels in Oost-Bohemen en hij leerde de Tsjechische muzikale traditie goed kennen toen hij bij Janácek studeerde.

In zijn werk zijn daarvan ook diverse elementen onmiddellijk te herkennen, zoals de overheersend korte melodische lijnen, de kortademige ritmische motieven en de voorliefde voor diatoniek en kerktoonladders. Daar doorheen vlecht hij typisch Tsjechische volksliedachtige elementen en maakt hij grote sprongen van de ene naar de andere ver verwijderde toonsoort, zonder daarbij seriële technieken te gebruiken. Het resultaat is een aanstekelijke, direct aansprekende collage in een zeer persoonlijke stijl die voornamelijk in toom wordt gehouden door het herhalende en tegelijkertijd sterk wisselende karakter van de basiselementen. De instrumentatie houdt daarmee gelijke tred en is soms uitgesproken komisch of bizar.

Haas heeft in dit werk een bijzondere plaats ingeruimd voor de houtblazers. Niet alleen treden ze sterk op de voorgrond, maar ze krijgen ook alle gelegenheid om virtuoos te schitteren. In '37 concipieerde Haas uit de eerste en tweede akte een zesdelige orkestsuite (op. 14).

Chmelo is als dokter Pustrpalk zeer overtuigend. Hij weet ook de mysterieuze kanten van deze charlatan goed te belichten. Ook de overige rollen zijn zonder uitzondering goed bezet, terwijl het koor het volkse karakter met verve onderstreept. De strijkers laten helaas nogal eens een steekje vallen, maar dit doet niet echt afbreuk aan het geheel. De opname is een compilatie van verscheidene uitvoeringen in concertvorm in het Staatstheater in Praag, met waarschijnlijk de nodige correcties in de studio. Dit alles is echter niet ten koste gegaan van de homogeniteit. Al met al een geslaagd project in deze gedurfde en boeiende Decca-serie.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links