CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2018

 

Grieg: Pianoconcert in a, op. 16 - Peer Gynt op. 23 (selectie)

Jean-Efflam Bavouzet (piano), Lise Davidsen, Ann-Helen Moen en Victoria Nava (sopraan), Johannes Weisser (bariton), Bergen Philharmonic Orchestra & Choir
Dirigent: Edward Gardner
Chandos CHSA 5190 • 83' • (sacd)
Opname: juni 2017 (Pianoconcert); juni 2016 (Peer Gynt), Grieg Hallen, Bergen (Noorwegen)

 

Het romantische repertoire, jawel. En dan ook nog het ijzeren repertoire, maar toch is deze uitgave om meerdere redenen interessant. Eerst de versies: het hier uitgevoerde Pianoconcert is een mengsel van zowel de originele versie uit 1868 als de nog door Grieg in zijn stervensjaar 1907 aangebrachte wijzingen. Dat geldt ook voor 'Peer Gynt': gecomponeerd in 1874/75 en door de componist opnieuw onder handen genomen in 1885, 1891, 1892 en 1902 (Chandos vermeldt ten onrechte 1991 en 1992, een drukfout). Het is bekend dat Grieg vaak eindeloos aan zijn muziek kon blijven schaven.

Dat niet de complete toneelmuziek is opgenomen ligt uiteraard aan de tijdsduur ervan en dus moet u het met een selectie stellen. Maar dan wel een die de verschillende aspecten van deze rijk uitgedoste partituur (die is gestoeld op het gelijknamige toneelstuk van Griegs landgenoot Henrik Ibsen) belicht, waarbij men zich dus niet heeft beperkt tot uitsluitend instrumentale fragmenten uit Griegs toneelmuziek, maar er ook vocale delen aan heeft toegevoegd. Daarbij is zelfs gebruik gemaakt van een Hardanger viool, een typisch Noors instrument dat niet alleen beschikt over de vier gewone snaren, maar ook nog eens over vier of zelfs meer zogenaamde resonantiesnaren die voor extra galm zorgen. De kam is iets vlakker uitgevoerd dan bij de gewone viool, maar wat vooral opvalt zijn de aangebrachte folkloristische versieringen die de Hardanger viool zo'n bijzondere uitstraling geven.

Natuurlijk kan ook de Franse pianist Jean-Efflam Bavouzet (1962) aan de al bestaande discografische hoorn des overvloeds niet meer toevoegen dan wat we allang weten, maar dat neemt niet weg dat hij in de hoekdelen voor een vurig spektakel zorgt, met fraai uitgewerkte lyrische cantilenen in het tussenliggende adagio. De Noorse folklore komt in deze lezing volop aan zijn trekken, niet in de laatste plaats ook dankzij het orkest uit Bergen onder leiding van chef-dirigent Edward Gardner, de 43-jarige Brit die veel van zich doet spreken en al menige uitstekende opname op zijn naam heeft staan.

'Peer Gynt' vaart ook uitstekend. We krijgen precies de helft van deze uit 32 deeltjes bestaande toneelmuziek te horen (waaruit volgt dat de gemaakte keus dus altijd arbitrair is, want niet ieder deeltje is muzikaal even boeiend) en eigenlijk smaakt de uitvoering naar veel meer dan dat. Maar goed, het glas is qua selectie en uitvoering wel degelijk meer dan halfvol: u kunt uitgebreid gaan zitten voor de bijdragen van de vier vocale solisten, koor en orkest (er wordt in het Noors gezongen: de teksten zijn, met hun Engelse vertaling, in het boekje afgedrukt). De solisten werpen daarbij ook - en met succes - hun acteerprestaties in de strijd, al ben ik iets minder te spreken over de (lichte) bariton van Johannes Weisser en de wat ambivalente sopraan Ann-Helen Moen in met name 'Solveigs Sang'. Het zijn overigens geen al te grote smetten op een door de bank genomen uitstekende vertolking, waarbij het koor zichzelf voortdurend lijkt te overtreffen.

Dan nog iets over de opname: Chandos paste - en dat is inmiddels niet (meer) zo bijzonder - 24-bit/96 kHz toe, wat er kort gezegd op neerkomt dat daardoor de oorspronkelijke golfvorm zo nauwkeurig mogelijk kan worden gereproduceerd. Die 24-bit levert een dynamisch bereik op dat 48 dB groter is dan en 256 maal de resolutie biedt van de al begin jaren tachtig tot standaard verheven 16-bit van de gewone cd. Dat de opname op 96 kHz is bemonsterd betekent zoveel als dat het frequentiebereik tot 48 kHz (dus de helft van 96 kHz) is uitgebreid. Dat lijkt me meer voor vleermuizen en andere (huis)dieren interessant (nou ja, voor zover ze er niet de stuipen mee op het lijf worden gejaagd .) dan voor het menselijk gehoor. Onze uiterste gehoorgrens ligt om en nabij 20 kHz, wat overigens eerder theorie dan praktijk is. Zelfs de jongste generatie haalt dat bij lange na niet meer, dankzj discoboom en allerlei andere buitenissige geluidsniveaus die bij het huidige tijdsbeeld lijken te horen. Maar er is enige troost, want aan die 96 kHz zit een bekende theorie aan vast: dat wat we niet (meer) horen wel degelijk audio-energie oplevert die van invloed is op de frequenties die we wel horen, met als belangrijkste gedachte daarbij dat een hogere bemonsteringsfrequentie een beter geluid produceert. Vandaar dus dat deze opname in sacd-formaat werd uitgebracht (de conventionele cd-speler beperkt zich immers noodgedwongen tot 16-bit, 44.1 kHz). De een vindt het een sprookje, de ander gelooft er bijna heilig in. Overigens de gebruikelijke gang van zaken in het audiodomein, waarin iedereen het met iedereen oneens lijkt te zijn en op de vele fora het aantal stokpaardjes zo langzamerhand niet meer te tellen is.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links