CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2024 |
Klanksubtiliteit, dat is hét domein van de (barok)gitaar en daar heeft de Franse componist en instrumentalist Henry Grenerin (ca. 1625-ca. 1700) op buitengewoon inventiever wijze gebruik van gemaakt. Grenerin, die bekend stond als een uiterst bedreven en vakkundige gitarist en teorbist en aan het Franse hof onder Louis XIV als instrumentalist dienst deed in onder meer de balletten Psyché, L'Amour malade, La Mascarade royalle en Thésée, en in de opera Aty van Lully. Grenerin was voorts verantwoordelijk voor de totstandkoming van de eerste uitgave van Livre de Théorbe. Het album L'Âme-Son zet dankzij het eminente spel van de gitarist (én teorbist) Bruno Helstroffer Grenerins gitaarmuziek in een bijzonder fraai licht: technisch vlekkeloos, muzikaal verbeeldingsvol en met een onfeilbaar gevoel voor detail. Waar nog bijkomt dat hij deze muziek het versieringsmodel meegeeft dat erbij past. Ook vanuit puur historiserend perspectief valt er werkelijk niets op aan te merken, wat dan tevens geldt voor de gekozen stemming: een 'keurige' 400 Hz. Een aanwinst zijn tevens, hoe bescheiden ook, de beide vocale bijdragen van de sopraan Chantal Santon Jeffery in 'Je meur sans mourir'('Ik ga dood zonder dood te gaan') op tekst van Antoine Boësset en 'Récit de la lune' ('Sprookje van de maan'), toegeschreven aan Jean de Cambefort, een trouwe zanger aan het hof van zowel de kardinaal als de koning. Volgens het cd-boekje werd dit sprookje voor het eerst gezongen in 1653, begeleid door Grenerin, met de dan nog jonge Lodewijk XIV in de rol van de zon. Voor zover ik heb kunnen nagaan is dit het eerste, geheel aan de muziek van Grenerin gewijde album, wat tamelijk bijzonder mag heten want Helstroffer toont onomstotelijk aan dat dit echt prachtige muziek is. De op dit album vastgelegde vier suites maken deel uit van het in 1680 verschenen gitaarboek dat Grenerin opdroeg aan de Prince de Conty. Het bevat zestien suites voor gitaar solo, drie 'symphonies' voor twee bovenstemmen en basso continuo, en drie drie- en vierstemmige airs met gitaarbegeleiding. Wat weleens over het hoofd wordt gezien is dat de gitaar in die tijd niet veel méér was dan een 'straatinstrument' en dat menige gitarist maar ook componist er veel aan gelegen was om daarin verandering te brengen. Zo ontstonden de vele experimenten, werd er naar nieuwe wegen gezocht én gevonden, zoals ook Grenerin, die aan de slag ging met het asymmetrisch stemmen, het toepassen van 'campanelle'-effecten en het gebruik van arpeggio's. Zoals het in het boekje wordt toegelicht: om de 'sfumato'-klank van de hofluitenisten te kunnen evenaren. Zoals we dat fenomeen ook kennen van de schildertechniek: het wazig maken van de omtrekken van een schilderij, voor zover bekend voor het eerst toegepast door Leonardo da Vinci en die later veel navolgers kreeg. 'Sfumato' stamt uit het Italiaans en is afgeleid van 'sfumare', verdampen. We maken op deze cd kennis met Grenerins uitgelezen tabulaturen dankzij een musicus die dit zo bijzondere barokrepertoire in volle luister aan de luisteraar weet te openbaren. Wat tevens het nodige zegt over de opname, want die hult deze muziek en dit musiceren in een ware stralenkrans. Dan nog dit. Binnenkort verschijnt van Helstroffer het gelijknamige boek L'Âme-Son, in de woorden van de auteur:
index |
|