CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2023

Goebaidoelina: Dialog: Ich und Du (Vioolconcert nr. 3) - The Wrath of God (voor orkest) - The Light of the End (Das Licht des Endes) (voor orkest)

Klik hier voor de inhoudsopgave

Vadim Repin (viool), Gewandhausorchester Leipzig o.l.v. Andris Nelsons
DG 4861457 • 73' •
Opname: dec. 2019 (Dialog), mei 2021 (Der Zorn Gottes), juni 2021 (Das Licht)

 

Door Deutsche Grammophon in 2021 uitgebracht markeert deze uitgave daarmee tevens de 90ste verjaardag van de Russische, in de nabijheid van Hamburg levende en werkende componiste Sofia Goebaidoelina (ze werd op 24 oktober 1931 in het Tataarse Chisopol geboren). Haar muzikale persoonlijkheid noch haar werk behoeft vandaag de dag nog een introductie, nadat zowel zij als haar muziek in de jaren negentig door niemand minder dan Reinbert de Leeuw danig in de schijnwerpers van de publieke belangstelling werd gezet en al vrij spoedig daarna zelfs grote internationale status verwierf.

Medio jaren negentig werd Toonmeesters uitgezonden, de vijfdelige tv-documentaireserie die De Leeuw en Cherry Duyns in opdracht van de VPRO maakten en waarin - het was min of meer vanzelfsprekend - tevens een belangrijke rol was weggelegd voor het door De Leeuw geleide Schönberg Ensemble. Er werden vijf componisten in voorgesteld: Henryk Górecki, Mauricio Kagel, Olivier Messiaen, Galina Oestvolskaja en ... Sofia Goebaidoelina. Zeker de beide dames in dit illustere gezelschap waren in ons land, maar ook daarbuiten niet of nauwelijks nog bekend. Geen wonder dus dat de aan hen gewijde aflevering menigeen de ogen en oren heeft geopend. Oestvolskaja en Goebaidoelina telden al snel mee op het internationale, veelkleurige rostrum van componisten.

In de door Thea Derks verzorgde biografie Reinbert de Leeuw, mens of melodie, valt op bladzijde 285 te lezen dat Goebaidoelina op het Tanglewood Festival (voluit: het befaamde Festival of Contemporary Music aan het Tanglewood Music Center in Lenox, tevens de bekende zomerresidentie van het Boston Symphony Orchestra) in 1997 een van de visiting professors was. 'De Leeuw: In Amerika was ze amper bekend. Dat zij de studenten persoonlijk kwam uitleggen wat zij met haar muziek wil, was echt bijzonder. Hij dirigeert er stukken als Nu altijd sneeuw en de cantate Rubaiyat voor bariton en ensemble eneen criticus schrijft: "Misschien is het meest opmerkelijke hoogtepunt van dit festival de aanwezigheid van Sofia Goebaidoelina, een van de meest originele, krachtige en hooggewaardeerde stemmen in de wereld van de hedendaagse muziek."'

In het oeuvre van Goebaidoelina zijn hevige hamerslagen geen uitzondering (een afschrikwekkend voorbeeld daarvan is te horen aan het slot van het vijfde deel van Dialog: Ich und Du), een fenomeen overigens dat ze deelt met Galina Oestvolskaja, die eens door de Nederlandse musicoloog Elmer Schönberger (die haar in het toenmalige Leningrad 'ontdekte' en bijna niet kon wachten om De Leeuw daarvan konde te doen) werd aangeduid als 'de vrouw met de hamer', doordat zij in haar composities veelvuldig van dit 'instrument' gebruikmaakte. Ook Oestvolskaja viel een aflevering in Toonmeesters te beurt, al had het vrij veel voeten in de aarde om de mensenschuwe componiste überhaupt zo ver te krijgen.

Maar zoals gezegd: ook Goebaidoelina weet de hamer goed te hanteren, naast het menigmaal gebruik van een behoorlijk exotisch instrumentarium of bepaalde voorwerpen die ze wel of niet toevallig tegenkwam, maar anders dan bij Oestvolskaja beukt zij meestal toch niet in op een manier die meer weg heeft van een tamelijk heftige manier van zelfkastijding die zich uiteraard ook op musici en publiek richt. Daarmee vergeleken zijn de bekende hamerslagen in Mahlers Zesde symfonie niet meer dan een bescheiden afgietsel.

Wie is geïnteresseerd in Goebaidoelina's partituren kan het beste terecht bij het Londense Boosey & Hawkes, met wie haar Duitse muziekuitgever, Sikorski, althans op internet zo'n twee jaar geleden een samenwerkingsverband is aangegaan. U vindt zowel de partituren als alle daarmee verbonden gegeven van al haar aldus uitgegeven werken daarom uitsluitend hier.

Dialog: Ich und Du, voltooid in 2018, heeft als belangrijkste inspiratiebron het gelijknamige boek van Martin Buber, gepubliceerd in 1923 en - het wordt allerwegen nog steeds gezien als een belangrijk werk - gelukkig ook in Nederlandse vertaling verkrijgbaar (Ik en Jij). Daarin draait het om de relatie tussen mens, God en wereld, een onderwerp dat we in Bubers vrijwel gehele oeuvre tegenkomen. Voor Goebaidoelina moeten de veelal mystieke, maar ook metafysische vergezichten die erin worden geopenbaard een belangrijke rol hebben gespeeld, zoals dat ook geldt voor een ander belangrijk kenmerk: Bubers verhelderende kijk op het chassidische jodendom. Het zowel dichterlijk als filosofisch karakter van het boek wordt nog eens onderstreept door Bubers verkenningen van wat hij beschouwde als de diepste geheimen van het menselijk bestaan, met daarmee verbonden belangrijke kwesties als moraliteit en sociale verbondenheid, zowel in onze relatie tot de ander als die van de mens tot God. Zoals de titel van het vioolconcert al aangeeft staat het dialogiserende karakter (zowel tussen solist en orkest als binnen de orkestgroepen) daarin centraal. Dat het stuk daardoor nogal fragmentarisch is uitgevallen zal Goebaidoelina's doelbewuste keuze zijn geweest. Hoe het verder ook zij, het komt aldus muzikaal 'vertaald' op indrukwekkende wijze tot uitdrukking in dit sublieme werk, dat feitelijk haar derde vioolconcert is, hier uitmuntend gespeeld door de uiterst bevlogen en technisch zeer begaafde Russische violist Vadim Repin met het door de Letse dirigent Andris Nelsons geleide Gewandhausorchester op waar topniveau.

In The Wrath of God (Der Zorn Gottes) worden we vooral geconfronteerd met het zeer luidruchtige zware koper, wat extra opvalt omdat de orkestbezetting verder relatief klein is gehouden (ik verwijs hiervoor opnieuw naar de website van Boosey & Hawkes, waar u zo het een en ander daarover kunt vinden). Het gekozen thema mag als bekend worden verondersteld: de schildering van de Dag des Oordeels, het Dies Irae, een bekend onderwerp onder de componisten, waarvan het unisono klinkende beginthema al gelijk aan het zware koper is toebedeeld. De enorme kracht die daardoor wordt uitgestraald, als muzikale weerspiegeling van diep gevoelde angst maar ook wanhoop, krijgt er in het vervolg zelfs nog een dimensie bij door de felle expressieve lading die het groot bezette orkest dwingt om alle klankzeilen bij te zetten, wil het niet omkomen aan dit schier grenzenloze geweld. The Wrath of God, door de componiste opgedragen aan de 'grote Beethoven' (met daarin niet mis te verstane verwijzingen naar diens late werken), mag gezien worden als een vervolg op de cantate Über Liebe und Hass, maar hier dus geconcipieerd als zelfstandig orkestwerk. De cantate was op 15 september 2018 voor het eerst te horen in de Rotterdamse Doelen, door o.a. het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van de inmiddels niet alleen in Rotterdam in ongenade gevallen Valery Gergiev.

The Light of the End (Das Licht des Endes) componeerde Goebaidoelina in 2003 in opdracht van het Boston Symphony Orchestra (waarvan Nelsons, naast het Gewandhausorchester, eveneens chef-dirigent is). Het stuk werd door de toenmalige chef van het Gewandhausorchester, Kurt Masur, in Boston ten doop gehouden. Wat dit werk vooral fascinerend maakt - in de toelichting wordt het ook aangegeven - is het fysieke fundamentele conflict tussen de onverenigbaarheid van de natuurtonenreeks en de getempereerde stemming (van het orkest). Met dat conflict wordt de luisteraar al aan het begin van het stuk geconfronteerd, als de natuurtonen van de hoorns meedogenloos worden afgezet tegen de getempereerde stemming van het orkest. Het heeft bovendien een knap staaltje orkestratie opgeleverd dat de toehoorder al direct aan zijn stoel bindt.

Sublieme uitvoeringen, schitterend vastgelegd: een nog imposanter huldeblijk naar aanleiding van de 90ste verjaardag van deze zo bijzondere toondichteres kan ik mij eigenlijk niet voorstellen.

Of Goebaidoelina bij de repetities en de opnamen aanwezig is geweest wordt in het cd-boekje niet vermeld, maar duidelijk is wel de autoriteit die van deze uitermate glanzende vertolkingen afstraalt. Ook het engagement mag er zijn, en dat met de musici op de voorgeschreven afstand van elkaar gepositioneerd in een voorts lege zaal als gevolg van de corona-perikelen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links