![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2017
|
Dat zie je niet vaak, misschien tot nu toe zelfs wel helemaal niet: strijkkwartetten van Bartók, Ginastera en Halffter broederlijk bijeen op een cd. Wat hebben ze zo op het eerste oog met elkaar gemeen? Weinig tot niets zult u misschien zeggen, maar toch is er wel degelijk een bindende factor: de volksmuziek. Cibrán Sierra (Vázquez), de tweede violist van het Quiroga Kwartet, legt het in het cd-boekje haarfijn en overtuigend uit. Dat het programma wordt geopend met Bartóks Tweede strijkkwartet lijkt een uitstekende keus, want het is immers dit werk waarin de uiteenlopende stijlelementen een volmaakte symbiose vormen met de in de Balkan wortelende muzikale folklore. Het lijkt daarmee tevens een ideaal voorbeeld voor de kwartetten van de Argentijn Alberto Ginastera (1916-1983) en de Mexicaan Rodolfo Halffter (1900-1987) te zijn geweest, met hun in een naadloze muzikale architectuur ingebedde folkloristische verhaaltrant. Dit strekt veel verder dan het citeren van volkswijsjes: we hebben hier te maken met een uiterst geraffineerd spel van syntaxis en semantiek waarin inspiratie en functionaliteit subliem met elkaar verbonden zijn. Zo klinkt het tenminste. Drie kwartetten uit twee continenten (Europa en Zuid-Amerika), maar tegelijkertijd drie verschillende werelden die qua gestiek, esthetiek en klankweelde een wereld met elkaar delen. Dat met overtuiging over het voetlicht brengen lukt alleen een topensemble en dat is het Spaanse Cuarteto Quiroga zonder enig voorbehoud. Dat bleek al eerder, in pianokwintetten van Turina en Granados op Harmonia Mundi (hier besproken). Maar ook uit drie andere cd's van dit kwartet op het Cobra-label: 'Statements', '(R)Evolutions' en 'Frei aber Einsam' (misschien komt het nog eens tot een bespreking).
Ook in Spanje wordt dit ensemble hoog gewaardeerd. Zo werd het in 2013 aangesteld als 'Artist in residence' van het Palacio Real, het koninklijk paleis in Madrid. Wat tevens inhoudt dat daar vier keer per jaar wordt gemusiceerd op de zeldzame en uiterst kostbare Stradivarius-collectie die heel lang geleden in opdracht van de Spaanse Koninklijke familie door deze beroemde vioolbouwer werd gebouwd. Dit is een aanwinst die er wezen mag. Op de 'cover' wordt het niet vermeld, maar er zijn ook nog twee toegiften: drie 'Ländler' van Franz Schubert en 'Panxoliña para o Nadal de 1829', een volkswijsje uit het Spaanse Galicië (hoe dichtbij is de Ierse volksmuziek dan wel weer!) Zijn die 'Ländler' dan een vreemde eend in de bijt? Verre van, want die behoren niet minder tot de volksmuziek, uit Oostenrijk ditmaal. Volksmuziek en kunstmuziek, zij gaan door alle continenten heen. En uitgevoerd zoals hier klinkt het gewoon werelds! index |
|