CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2004
|
Gibbons (1583-1625) mocht zich tot de componisten rekenen die alle muzikale vormen beheerste, waaronder dus ook de kerkmuziek. Het is vooral die muziek (kerkliederen, services en anthems) geweest die hem grote faam bezorgde en zijn betekenis als een van de belangrijkste componisten uit de zeventiende eeuw bevestigde. Van Gibbons zijn slechts twee services voor de Anglicaanse kerkdienst overgeleverd: de zogenaamde 'Short Service' (korte dienst) voor vierstemmig koor a capella in eenvoudige stijl en de groots opgezette 'Second Service' (tweede dienst) met instrumentale of orgelbegeleiding. De laatste maakt deel uit van de hier besproken cd en bestaat uit de onderdelen Te Deum en Jubilatie (voor de ochtenddienst) en Magnificat en Nunc dimittis (voor de avonddienst). Helaas zijn van het werk slechts fragmenten bewaard gebleven en hoewel de Engelse musicoloog David Skinner met de beste intenties aannemelijk probeert te maken dat die fragmenten voldoende aanknopingspunten voor een zinvolle en verantwoorde reconstructie bieden, is de vraag natuurlijk onvermijdelijk in hoeverre uiteindelijk recht wordt gedaan aan het werk van Gibbons: we kennen de daarmee verband houdende discussies ook in bijvoorbeeld het geval van Mozarts Requiem, de ontbrekende slotakte van Bergs Lulu, de finale van Bruckner IX en Mahler X. Daarbij gaat het er natuurlijk niet om dat alles op een grote hoop wordt gegooid en vervolgens de reconstructies worden veroordeeld of geprezen: ieder onvoltooid gebleven werk staat uiteraard op zich zelf en in het ene geval is het gemakkelijker om het ontbrekende aan te vullen (omdat relatief weinig ontbreekt en de oplossing zich als het ware bijna vanzelfsprekend aandient) dan in het andere (er ontbreekt veel, dat bovendien min of meer essentieel is waardoor de reconstructie een arbitrair karakter krijgt). Wat Gibbons' Second Service betreft past de reconstructie feitelijk in beide categorieën: soms is het tamelijk eenvoudig om het ontbrekende aan te vullen, soms is het uitermate lastig of zelfs onmogelijk om de juiste koers te kunnen varen. Dan is er ook nog het schemerveld er tussenin, zoals bijvoorbeeld in het Jubilate: in 'be ye sure that the Lord he is God' is slechts de bovenstem voorhanden, maar die laat zich in canon zingen, wat dus een tweede stem oplevert. Een derde stem kan door imitatie daaraan worden toegevoegd, de vierde (bas) kan aan de hand van een harmonisch patroon dat bij Gibbons' stijl past, worden geconcipieerd. Daarmee is een vierstemmig geheel een feit, waarmee ik natuurlijk niet wil beweren dat Gibbons het precies zó zou hebben gedaan. Een van de fraaiste en sprekendste voorbeelden van Gibbons' terecht toen al hooggeprezen kunst vinden we in het slechts vier minuten durende 'This is the record of John'. De dramatische statuur in dit aan Johannes de Doper gewijde stuk is onmiskenbaar, zoals ook de muzikale diepgang een onuitwisbare indruk achterlaat. Het zelfde geldt ook voor het zeer expressieve 'O clap your hands together, een zogenaamde 'full anthem' (dus zonder begeleiding)' dat in een oorverblindende glans is gehuld en zonder enige twijfel tot een van de meest inspirerende uitingen in dit domein moet worden gerekend. Gibbons was als musicus verbonden aan het hof van James I waar hij in de koninklijke kapel, de Chapel Royal, concerten gaf en zijn eigen composities ten doop hield. In zijn laatste levensjaren was Gibbons organist van de Londense Westminster Abbey. Het blijft altijd gissen maar zowel het op authentieke violen (viols) spelende, uit vijf leden bestaande ensemble als het koor en de solisten, musicerende in de historische 'chapel' van het Magdalen College in Oxford, scheppen als het ware de ideale voorwaarden voor een muzikale belevenis die niet zó ver af kan staan van hetgeen Gibbons ruim driehonderd jaar eerder in de oren moet hebben geklonken. Als hij toen althans over een dergelijk fenomenaal ensemble had kunnen beschikken... De opname laat geen wens onvervuld: de fraaie akoestiek van de kapel heeft precies de juiste nagalm voor een prachtig sonoor en natuurlijk klankbeeld zonder dat dit ten koste gaat van de definitie. index |
|